7 – Rig, Loki en het denkvermogen
Een van de meest inspirerende gebeurtenissen die in iedere mythologie
en elke oude traditie wordt verteld, al is het op verschillende manieren,
is wat de Edda de komst van Rig noemt. Rig is een straal of verpersoonlijking
van Heimdal, de zonne-essentie, die afdaalde om zich te verenigen met
de nog onvoltooide mensheid, en het denkvermogen te stimuleren van de
niet-denkende halfbewuste toekomstige mensen die na verloop van tijd
zouden worden zoals wij nu zijn.
In het Lied van Rig1
leidde de eerste poging om een mensheid voort te brengen tot een ras
van ‘slaven’, een zinnelijk, primitief soort mensen. Zij
werden uit onze ‘overgrootouders’ geboren in een armoedig
hutje waarvan de deur was gesloten zodat de god niet kon binnenkomen.
Een tweede poging hield een grotere belofte in: hier stond de deur van
het huisje op een kier, en de god liet bij de ‘grootouders’
die daar woonden zijn telgen achter die waardig zouden worden –
zichzelf respecterende mensen – en die een gelijksoortig ras voortbrachten.
Bij de derde poging verwelkomden de ‘ouders’ die in een
herenhuis woonden de god en deden de deur wijd open. Deze keer bracht
het goddelijke zaad een edel ras voort waarvan de afstammelingen koninklijk
werden door hun eigen inspanningen.
Het is een opvallend verhaal en de symboliek is heel gemakkelijk te
begrijpen. Ieder ras van halfgoddelijke mensen verwijst, als de theosofische
sleutels worden toegepast, naar een onmetelijke tijdsperiode. Deze ‘rassen’
hebben natuurlijk een heel andere draagwijdte dan wat we tegenwoordig
rassen noemen: etnische groepen die samen de aarde bewonen. Zoals we
weten verschillen deze maar weinig, hoofdzakelijk wat hun kleur betreft.
Ze zijn alle één mensheid. In tegenstelling hiermee vertonen
de ‘dwerg’rijken opvallende onderlinge verschillen: bijvoorbeeld,
goud en graniet zijn beide mineralen maar lijken slechts weinig op elkaar;
himalayaceders en paardebloemen behoren beide tot het plantenrijk, en
mammoeten en motten horen beide thuis in het dierenrijk. Alleen mensen
zijn over de hele linie toegerust met bijna identieke vormen en zintuigen.
Onze verschillen zijn meer uitgesproken op het gebied van denkbeelden
en gevoelens, talenten en meningen.
De tijd die is verlopen sinds door de goden de eerste poging werd gedaan
om onze intelligentie wakker te schudden tot de hele menselijke rivier
dit had bereikt, wordt niet gegeven maar we kunnen aannemen dat hiervoor
miljoenen jaren nodig zijn geweest. Mythen vatten hun informatie onvermijdelijk
samen in het kleinst mogelijke bestek. Het bijbelboek Genesis,
bijvoorbeeld, vertelt de sage van het ontwaken van het denkvermogen
van de mens door te zeggen dat ‘de zonen van God zagen dat de
dochters van de mensen mooi waren; en ze namen zich daaruit vrouwen,
wie ze maar verkozen. . . . Er waren reuzen in die dagen op de aarde;
en ook daarna, toen de zonen van God tot de dochters van de mensen kwamen,
en zij hun kinderen baarden; deze werden de machtigen uit die oude tijd,
mannen van naam’ (Gen. 6:2, 4). Er wordt ook een andere
versie van de gebeurtenis gegeven, wanneer de slang van Eden Eva aanspoort
om te eten van de vruchten van de Boom van Kennis van goed en kwaad.
Ook hij is een bewustmaker: Lucifer, de stralende en mooiste engel,
de lichtbrenger die de elohim (goden) weerstaat. In de Griekse
mythen is het Prometheus en in de Oud-Noorse mythen is het Loki. Beiden
zijn titanen, reuzen, die door evolutie tot goden zijn ontwikkeld. Omdat
ze zelf het menselijke stadium hebben overstegen, brengen ze de mensheid
goddelijk vuur vanuit het gebied van de goden. De naam Loki hangt samen
met liechan of liuhan (verlichten), met het Latijnse
luc-, lux, met het Oud-Engelse leoht (licht),
en het Griekse leukos (wit). De heldere ster Sirius wordt Lokabrenna
(het branden van Loki) genoemd.
Het ontwaken van het vermogen om te redeneren, het vermogen tot zelfkennis
en om te oordelen, was de meest cruciale gebeurtenis in de evolutie
van de mens. Deze bracht onze menselijke levensrivier tot het punt waar
doelgerichte keuzen konden worden gemaakt, waar redeneren het instinct
vervangt, en waar kennis van goed en kwaad een bepalende factor wordt
voor de verdere ontwikkeling van de soort. De niet-denkende rijken worden
geleid door het ingebouwde toezichthoudende instinct, dat maar een beperkte
vrijheid toelaat, maar zodra het denkvermogen actief wordt, bewust van
zichzelf als een afzonderlijk wezen, gaat een daarmee overeenkomende
verantwoordelijkheid meespelen, en de handelende persoon is verantwoording
verschuldigd voor alles wat hij doet, denkt en voelt, en voor zijn reacties
op de prikkels vanuit het omringende heelal. Daarna kan de godmaker
niet terug. Elk moment brengt een keuze, en iedere keuze brengt een
eindeloze stroom van gevolgen voort, die elk voortkomen uit hun voorganger.
Door veel verkeerde keuzes is Loki de onruststoker geworden, in veel
verhalen is hij de stichter van onheil, want hij vertegenwoordigt te
vaak het lagere redenerende brein zonder geestelijke impulsen –
zonder inspiratie. Hij is echter de constante metgezel van de goden
en dient als tussenpersoon in hun betrekkingen met de reuzen. Misschien
heeft zijn ondeugende karakter wat te veel nadruk gekregen omdat dit
aspect de vurige aard van de vikingen aansprak. Het is bovendien goed
te bedenken dat, hoewel hij vaak de oorzaak is van moeilijkheden in
Ásgárd, hij ook het werktuig is om de problemen die uit
zijn eigen handelingen voortvloeien op te lossen.
Het denken van de mens handelt net zo: het veroorzaakt voor ons een
eindeloze reeks moeilijkheden wanneer het op zichzelf handelt, maar
wanneer we de leiding accepteren van Brage, de wijze bard die de poëtische
inspiratie vertegenwoordigt, dan worden die tenslotte opgelost.
Noot
1. blz. 230.
De maskers van
Odin – Oud-Noorse wijsheid, blz. 82-5
© 2005 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag