Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud deel 2 pagina vooruit

Stanza 2 – vervolg

8. De vlammen kwamen. De vuren met de vonken; de nachtvuren en de dagvuren (a). Ze droogden de troebele donkere wateren op. Met hun hitte dempten ze ze. De lha’s (geesten) van boven, en de lhamayin (die) van beneden, kwamen (b). Ze doodden de vormen met twee en vier gezichten. Ze bevochten de geitmensen, de mensen met hondenkoppen, en de mensen met vislichamen.

(a) De ‘vlammen’ zijn een hiërarchie van geesten die op één lijn staan, zo niet identiek zijn, met de ‘brandende’ vurige saraf (serafim), genoemd door Jesaja (6:2-6), zij die volgens de Hebreeuwse theogonie bij ‘de troon van de Almachtige’ staan. Melha is de heer van de ‘vlammen’. Wanneer hij op aarde verschijnt, neemt hij volgens een volkslegende de persoonlijkheid van een boeddha aan. Hij is een van de oudste en meest vereerde lha’s, een boeddhistische Michaël.

(b) Het woord ‘beneden’ moet niet als helse gebieden worden opgevat, maar eenvoudig als een spiritueel of beter gezegd etherisch wezen van een lagere graad, omdat het dichter bij de aarde staat, of één trap hoger dan onze aardse sfeer; terwijl de lha’s geesten van de hoogste sferen zijn – vandaar de naam van de hoofdstad van Tibet, Lhasa.

Behalve dat deze sloka een mededeling is van puur fysieke aard die tot de evolutie van het leven op aarde behoort, kan men er nog een andere allegorische betekenis aan hechten, of eigenlijk, zoals wordt onder­wezen, verschillende betekenissen. De vlammen of ‘vuren’ stellen de geest of het mannelijke element voor, en ‘water’ de stof of het tegenover­gestelde element. En ook hier vinden we in de handeling van de geest die de puur fysieke vorm doodt, een verwijzing naar de eeuwige worsteling op fysiek en psychisch gebied tussen geest en stof, en tevens een wetenschappelijk kosmisch feit. Want zoals in het volgende vers wordt gezegd:


9. Moeder-water, de grote zee, treurde. Ze verhief zich, ze verdween in de maan, die haar had doen oprijzen, die haar het leven had geschonken (a).

(a) Wat kan dit betekenen? Is het geen duidelijke verwijzing naar de werking van de getijden in het eerste stadium van de geschiedenis van onze planeet in haar vierde ronde? Recent onderzoek heeft zich bezig­gehouden met beschouwingen over de paleozoïsche springvloeden. Volgens de theorie van Darwin ontstond de maan niet minder dan 52.000.000 jaar geleden – en waarschijnlijk veel langer – uit de kneedbare massa van de aarde. Uitgaande van het punt tot waar Helmholtz, Ferrel, Sir William Thomson en anderen met hun onderzoek waren gekomen, onderzocht hij het verloop van de door de getijden veroorzaakte vertraging in de draaiende bewegingen van de aarde tot ver terug in de nacht van de tijd, en plaatste hij de maan in de kinderdagen van onze planeet op slechts ‘een fractie van haar huidige afstand’.1 Kortom, zijn theorie hield in dat de maan zich losmaakte van de aarde. Doordat de vloedverheffing samenviel met de draaiende beweging van de aardmassa – waarbij de middelpunt­vliedende kracht toen ongeveer gelijk was aan de zwaartekracht – werd de laatste overwonnen, en kon de door het getij omhooggebrachte massa zich volledig van de aarde losmaken.2

De occulte leer zegt het tegenovergestelde. De maan is veel ouder dan de aarde; en laatstgenoemde dankt haar bestaan aan eerstgenoemde, zoals in deel 1 is verklaard, hoe de astronomie en de geologie dit feit ook ver­klaren. Vandaar de getijden en de aantrekking tot de maan, die laten zien dat het vloeibare gedeelte van de aardbol zich steeds naar zijn moeder probeert op te heffen. Dit is de betekenis van de zin: ‘Moeder-water verhief zich en verdween in de maan, die haar had doen oprijzen, die haar het leven had geschonken.’


10. Toen ze (de rupa’s) waren vernietigd, bleef moeder-aarde leeg.3 Ze vroeg om te worden gedroogd (a).4

(a) De tijd voor haar korstvorming was gekomen. De wateren hadden zich gescheiden en het proces was begonnen. Het was het begin van een nieuw leven. Dit is wat één sleutel ons onthult. Een andere sleutel leert ons de oorsprong van het water, zijn vermenging met vuur (vloeibaar vuur wordt het genoemd),5 en gaat in op de alchemistische beschrijving van het na­geslacht van die twee: vaste stoffen, zoals mineralen en aardverbindingen. Uit de ‘wateren van de ruimte’ is het nageslacht van het mannelijke geest-vuur en het vrouwelijke (gasachtige) water, de uitgestrektheid van de ­oceanen op aarde geworden. Varuna is uit de oneindige ruimte naar beneden getrokken om als Neptunus over de eindige zeeën te heersen. Zoals altijd blijkt de volksverbeelding te zijn gebaseerd op een strikt wetenschappelijke grondslag.

Water is overal het symbool van het vrouwelijke element; mater, waaraan de letter M is ontleend, is als afbeelding afkomstig van , een hiëroglief voor water. Het is de universele schoot of de ‘grote diepte’. Venus, de grote moedermaagd, komt tevoorschijn uit de golven van de zee, en Cupido of Eros is haar zoon. Maar Venus is de latere mythologische variant van Gaia (of Gaea), de aarde, die in haar hogere aspect de natuur is (prakriti), en metafysisch aditi, en zelfs mulaprakriti, de wortel van prakriti of haar noumenon.

Daarom is Cupido of de liefde in zijn oorspronkelijke betekenis Eros, de goddelijke wil, of het verlangen om zich door zichtbare schepping te manifesteren. Vandaar dat fohat, het prototype van Eros, op aarde de grote kracht ‘levenselektriciteit’, of de geest van het ‘leven schenken’, wordt. Laten we denken aan de Griekse theogonie en doordringen in de geest van haar filosofie. De Grieken onderwijzen ons (zie Ilias 4:201, 246) dat alle dingen, de goden inbegrepen, hun bestaan danken aan de Oceaan en zijn vrouw Tethys; de laatste is Gaea, de aarde of de natuur. Maar wie is Oceaan? Oceaan is de onmetelijke ruimte (geest in chaos), die de godheid is (zie deel 1); en Tethys is niet de aarde, maar oorspronkelijke stof tijdens het vormingsproces. In ons geval is het niet langer Aditi-Gaea die Ouranos of Varuna voortbrengt, de voornaamste aditya onder de zeven planeetgoden, maar prakriti, verstoffelijkt en tot een bepaalde plaats beperkt. De maan, mannelijk in haar theogonische karakter, is alleen in haar kosmische aspect het vrouwelijke voortbrengende beginsel, zoals de zon het mannelijke symbool daarvan is. Water is de nakomeling van de maan, die bij alle volkeren een androgyne ­godheid is.

De evolutie voltrekt zich zowel in de Kosmos als bij het vormen van de kleinste bol volgens de wetten van de analogie. Zo is het bovenstaande, dat van toepassing is op de modus operandi in de tijd toen het heelal verscheen, ook van toepassing op de vorming van onze aarde.

Deze stanza begint met het vermelden van dertig crores, 300.000.000 jaar. Men kan ons vragen: wat konden de Ouden weten over de duur van geologische tijdperken, als geen enkele hedendaagse wetenschapper of wiskundige in staat is hun duur ook maar enigszins nauwkeurig te berekenen? Of de oude brahmanen nu wel of niet betere middelen bezaten (en we be­weren dat ze die in hun dierenriem hadden), we zullen hun chronologie nu zo getrouw mogelijk weergeven.

Noten

  1. Vgl. A. Winchell, World-Life, or Comparative Geology, 1883, blz. 258-60.
  2. Maar zie de bezwaren die later in de boeken van verschillende geologen tegen deze theorie werden ingebracht. Vergelijk het artikel van Sir R.S. Ball in Nature (24 nov. en 1 dec. 1881), en ook wat de Amerikaanse geologen zeggen.
  3. De godin die in het verhaal van Berosus deze oorspronkelijke monsters het leven schonk, was Thalatth, in het Grieks Thalassa, ‘de zee’.
  4. Zie ter vergelijking het scheppingsverhaal van Berosus (Alexander Polyhistor, in Cory’s Ancient Fragments, ed. 1832, blz. 24) en de afzichtelijke wezens, geboren in de afgrond van de oorspronkelijke schepping uit het tweevoudige beginsel (aarde en water): nara’s (centauren, mensen met ledematen van paarden en menselijke lichamen), en kimnara’s (mensen met paardenkoppen), door Brahma in het begin van de kalpa geschapen.
  5. Zie de toelichting na sloka 18.

De geheime leer, 2:68-71
isbn 9789491433238, gebonden, 4de herziene druk 2019, bestel boek

© 2019 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag