H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen
Deel 1: 1874 – 1882

isbn 9789491433122, paperback, eerste druk 2015, bestel boek

© 2015  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

Het heelal in een notendop

[‘The universe in a nutshell’, The Theosophist, januari 1882, blz. 102-4; CW 3:427-32]

Het artikel over dromen waarnaar in de volgende brief wordt verwezen, wordt hier nog eens afgedrukt met de verlangde toelichting ter informatie van onze lezers:

Aan de redactrice:

Het bijgesloten fragment komt uit een artikel in een recente uitgave van Chambers’ Journal. Ik hoop dat u dit wilt afdrukken en zo vriendelijk zou willen zijn de volgende onderwerpen volledig toe te lichten:

(1) Zijn dromen altijd echt? Zo ja, waardoor worden ze teweeggebracht; zo niet, kunnen ze dan niet toch op zichzelf een diepe betekenis hebben?

(2) Vertel ons iets over de prenatale toestand en de transmigratie van de ziel.

(3) Geef ons enige kennis over de psychologie die de moeite waard is, zoals in dit artikel wordt voorgesteld.

Jehangir Cursetji Tarachand, lid van de TS
Bombay, 10 november 1881


Antwoord van de redactrice:

Om het verzoek van onze correspondent duidelijker te formuleren: hij wil dat The Theosophist binnen de grenzen van één of twee kolommen de feiten op een rijtje zet over het hele scala van alle mysteries op aarde en deze ‘volledig toelicht’. Hiertoe zouden behoren:

(1) De volledige filosofie over dromen zoals die kan worden geformuleerd op basis van de fysiologische, biologische, psychologische en occulte aspecten ervan.

(2) De boeddhistische jataka’s (verhalen over vorige levens van onze Heer Sakyamuni) met een filosofisch essay over de transmigraties van de 387.000 boeddha’s die ‘het wiel van het geloof’ hebben laten draaien tijdens de opeenvolgende openbaringen aan de wereld van de 125.000 andere boeddha’s, de heiligen, die ‘de duizendvoudig geknoopte draden van de morele keten van oorzaak en gevolg kunnen overzien en ontrafelen’. Daaraan toegevoegd een verhandeling over de nidana’s, de keten van twaalf oorzaken met een volledige lijst van hun twee miljoen resultaten, en omvangrijke appendices geschreven door sommige arhats, ‘die de stroom die naar nirvana voert, hebben bereikt’.

(3) De gecombineerde overdenkingen van de wereldberoemde psychologen: van de Egyptische Hermes en zijn Dodenboek, Plato’s definitie van de ziel in de Timaeus, enz., tot aan de Drawing-Room Nocturnal Chats with a Disembodied Soul, door Eerw. Adramelech Romeo Tiberius Toughskin uit Cincinnati.

Dit is de bescheiden taak die hij van ons verlangt. We stellen voor eerst het artikel te geven dat zo’n grote honger naar filosofische informatie heeft gewekt, en vervolgens zullen we proberen te doen wat we kunnen. Het is een merkwaardig geval – zo niet geheel een literair verzinsel:

Droomland en slaapwandelen

De schrijver van dit artikel heeft een zwager, die het gevoel heeft dat een aantal van zijn dromen opmerkelijk en belangrijk zijn, en uit zijn ervaring blijkt dat er een vreemd en onverklaarbaar verband bestaat tussen deze dromen en de toestand van slaapwandelen. Voordat ik in detail een aantal gevallen van slaapwandelen geef die hij en ook zijn dochter hadden meegemaakt, zal ik verslag doen van een van zijn dromen die zich – met zijn opvallende en frappante details – vier keer heeft herhaald op verschillende momenten tijdens de afgelopen dertig jaar. Hij was in zijn actieve jonge jaren een boer, maar is nu gepensioneerd. Zijn hele leven was hij broodmager, actief, vrolijk, erg gezellig, en in geen enkel opzicht wat men een boekenwurm zou noemen. Zijn droom ging als volgt: Hij was alleen en stond voor een monument van heel stevig metselwerk, keek wezenloos naar de noordkant ervan, toen tot zijn verbazing de middelste stenen op ooghoogte zich geleidelijk loswerkten en de een na de ander naar beneden gleden, totdat er een opening was ontstaan die groot genoeg was om er een mens in te laten staan. Plotseling verscheen er in de opening een kleine man, gekleed in het zwart, met een groot kaal hoofd, die daar vast scheen te zitten omdat zijn voeten en benen begraven waren in het metselwerk. Zijn gezicht had een vriendelijke en intelligente uitdrukking. Ze keken elkaar een schijnbaar lange tijd aan zonder dat een van hen probeerde te spreken, en al die tijd groeide de verbazing van mijn broer. En, zoals de dromer het zelf verwoordde, uiteindelijk zei ‘de kleine man in het zwart met het kale hoofd en serene gezicht: Ken je me niet? Ik ben de man die je hebt vermoord in een prenatale bestaanstoestand, en ik wacht tot je komt en zal wachten zonder te slapen. Er is geen bewijs van die gemene daad in jouw toestand van het menselijk bestaan, dus hoef je je in je sterfelijke leven geen zorgen te maken – sluit me weer op in de duisternis.’

De dromer begon, terwijl hij nadacht, de stenen weer in hun oorspronkelijke positie te plaatsen, en maakte toen tegen de kleine man de volgende opmerking: ‘Dit is allemaal een droom van jou, want er is geen prenatale bestaanstoestand.’ De kleine man, die steeds kleiner leek te worden, zei: ‘Bedek mij en ga heen.’ Op dat moment werd de dromer wakker.

Jaren verstreken, en de droom werd vergeten in de gebruikelijke zin van het woord; en zie! zonder enige voorafgaande gedachte eraan, droomde hij dat hij in de zon stond, voor een oude tuinmuur die hoorde bij een groot onbewoond landhuis, toen de stenen aan de voorkant ervan met een zacht glijdende beweging eruit begonnen te vallen, en al snel werd dezelfde mysterieuze persoon zichtbaar, en alles met betrekking tot hem – waaronder zijn verbale uitingen – was hetzelfde als bij de eerste gelegenheid, hoewel een onbekend aantal jaren waren verstreken. Precies dezelfde droom heeft zich sindsdien op onregelmatige momenten nog twee keer voorgedaan; maar er was geen verandering in de gelaatsuitdrukking van de kleine man in het zwart.


Aantekening van de redactrice:

We voelen ons niet bevoegd om deze specifieke droom te verklaren. De interpretatie ervan kan gerust worden overgelaten aan de Daniels van de fysiologie, die evenals W.A. Hammond, md, uit New York, dromen en slaapwandelen uitleggen als het gevolg van een verheven toestand van het ruggenmerg. Het kan een betekenisloze, toevallige droom zijn geweest, veroorzaakt door een aaneenschakeling van gedachten die het denken automatisch bezighouden tijdens de slaap

Die vage schemering van het denken,
Wanneer de stralen van het verstand, halfverborgen achter
De wolken van de zintuigen, elke schimmige vorm
Die door de verbeelding wordt gemaakt, vaag laat glinsteren.

– wanneer onze mentale activiteit doorgaat, onafhankelijk van onze bewuste wil.

Onze fysieke zintuigen zijn de instrumenten door middel waarvan de astrale geest of het ‘bewuste iets’ binnenin ons, door contact met de uiterlijke wereld, kennis verkrijgt van het feitelijke bestaan; terwijl de spirituele zintuigen van de astrale mens de middelen zijn, de telegraafdraden, door middel waarvan hij contact heeft met zijn hogere beginselen, en daaraan de vermogens ontleent tot heldere waarneming van, en inzicht in, de gebieden van de onzichtbare wereld.1 De boeddhistische filosoof is van mening dat door het beoefenen van de dhyana’s ‘die verlichte staat van het denkvermogen kan worden bereikt die wordt gekenmerkt door onmiddellijke herkenning van heilige waarheid, zodat bij het opslaan van teksten [of welk boek dan ook?] hun werkelijke betekenis onmiddellijk in het hart doordringt.’2

1. Zie het volgende artikel: ‘Zijn dromen slechts zinloze beelden?’
2. Samuel Beal, A Catena of Buddhist Scriptures from the Chinese, 1871, blz. 255.

Als de bovengenoemde droom de eerste keer zonder betekenis was, dan kan deze de drie keer daarna zijn teruggekomen door het plotseling ontwaken van dat gedeelte van de hersenen waaraan deze is toe te schrijven. Want tijdens het dromen of bij het slaapwandelen zijn de hersenen slechts gedeeltelijk in slaap, en worden geactiveerd door de werking van de uiterlijke zintuigen, als gevolg van een of andere oorzaak. Een gesproken woord, een gedachte, of een beeld dat sluimerend is blijven hangen in een van de geheugencellen, ontwaakt door een plotseling geluid, het vallen van een steen, die in de half-dromerige verbeelding van de slaper onmiddellijk de gedachte oproept van metselwerk, enz. Wanneer iemand plotseling in zijn slaap wordt gestoord, zonder helemaal wakker te worden, begint en eindigt hij zijn droom niet met dit ene geluid dat hem gedeeltelijk deed ontwaken, maar ervaart hij in zijn droom vaak een lange reeks gebeurtenissen, samengeperst in de korte tijd die het geluid duurt en die alleen aan dat geluid kunnen worden toegeschreven.

Dromen komen gewoonlijk tot stand door associaties in de waaktoestand die eraan voorafgaan. Sommige van deze maken zo’n indruk dat de vaagste gedachte in de richting van een onderwerp dat met een bepaalde droom in verband staat, jaren later een herhaling daarvan kan veroorzaken. Tartini, de beroemde Italiaanse violist, was geïnspireerd door een droom toen hij zijn ‘duivelssonate’ componeerde. Tijdens zijn slaap dacht hij dat de duivel aan hem verscheen en hem uitdaagde om een proeve van bekwaamheid af te leggen op zijn eigen persoonlijke viool die hij uit de regionen van de hel had meegebracht, welke uitdaging Tartini aannam. Toen hij wakker werd, was de melodie van de ‘duivelssonate’ zo levendig op zijn denkvermogen afgedrukt, dat hij haar onmiddellijk op papier zette; maar toen hij bij de finale was gekomen, was alle verdere herinnering eraan plotseling uitgewist, en hij legde het onvolledige muziekstuk opzij. Twee jaar later droomde hij precies hetzelfde, en probeerde zich in zijn droom voor te nemen zich de finale bij het ontwaken te herinneren. De droom herhaalde zich doordat een blinde straatmuzikant zijn instrument bespeelde onder het venster van de kunstenaar. Coleridge maakte op dezelfde manier in een droom zijn gedicht Kublai Khan, dat bij het ontwaken zo levendig op zijn denkvermogen bleek te zijn afgedrukt dat hij de beroemde regels neerschreef, die nog steeds bewaard zijn gebleven. De droom was ontstaan doordat de dichter in zijn stoel in slaap was gevallen bij het lezen van de volgende woorden in Purchas’ Pilgrimage: ‘Toen beval de Khan Kublai dat hier een paleis moest worden gebouwd . . . omsloten door een muur.’

Het volksgeloof dat er onder het grote aantal zinloze dromen sommige zijn waarin vaak voorspellingen van komende gebeurtenissen worden gedaan, wordt door veel goed ingelichte personen gedeeld, maar niet door de wetenschap. Toch zijn er talloze voorbeelden van officieel vastgelegde dromen die door latere gebeurtenissen werden bevestigd, en daarom profetisch kunnen worden genoemd. De Griekse en Romeinse klassieken staan vol met verslagen van opmerkelijke dromen, waarvan sommige historisch zijn geworden. Geloof in de spirituele aard van dromen was even wijdverspreid onder de heidense filosofen als onder de christelijke kerkvaders. En geloof in waarzeggerij en droomuitleggingen (oneiromantie) was niet beperkt tot de heidense Aziatische volkeren, want de Bijbel staat er vol mee. Éliphas Lévi, de grote hedendaagse kabbalist, zegt over zulke voorspellingen, visioenen en profetische dromen het volgende:

Somnambulisme, voorgevoelens en het tweede gezicht zijn slechts een gesteldheid om – door toeval of als gewoonte – te dromen in de waaktoestand, of tijdens een vrijwillige, zelf teweeggebrachte of ook wel natuurlijke slaap – d.w.z. om de overeenkomstige beelden uit het astrale licht waar te nemen [en door intuïtie te raden]. . . . De attributen die bij waarzeggerij worden gebruikt, zijn slechts middelen voor [magnetische] communicatie tussen de waarzegger en degene die hem raadpleegt: ze dienen om twee wilscentra [in dezelfde richting werkend] te vestigen en te concentreren op hetzelfde teken of voorwerp; waarbij de vage, complexe, bewegende figuren een hulpmiddel zijn om de spiegelbeelden uit het astrale fluïdum te verzamelen. Op die manier is men soms in staat om in koffiedik, in de wolken, of in het wit van een ei, enz., voorspellende vormen waar te nemen, die slechts bestaan in het translucide, of de verbeeldingskracht van de ziener. Het waarnemen van visioenen in het water wordt veroorzaakt door de vermoeidheid van de verblinde oogzenuw, die uiteindelijk zijn functies overdraagt aan het translucide, en een droombeeld teweegbrengt in de hersenen, dat de spiegelbeelden van het astrale licht voor werkelijke beelden houdt. Daarom zijn de geschiktste personen voor dit soort waarzeggerij mensen met een gevoelig zenuwstelsel, die een zwak waarnemingsvermogen en een levendige verbeelding hebben; kinderen zijn hiervoor het meest geschikt. Maar we willen hier niet dat men een verkeerde indruk krijgt over de aard van de functie die door ons wordt toegeschreven aan de verbeelding in de kunst van het waarzeggen. We zien ongetwijfeld door middel van onze verbeelding, en dat is het natuurlijke aspect van het wonder; maar we zien werkelijke en echte dingen, en hierin ligt het wonderbaarlijke van het natuurlijke verschijnsel. En ter bevestiging van wat we beweren, beroepen we ons op het getuigenis van alle echte adepten.1

1. Dogme et rituel de la haute magie, deel 1, blz. 356-7.

En nu bieden we ruimte aan een tweede brief die ons vertelt over een droom die werd bevestigd door onweerlegbare feiten.

 


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 1: 1874 – 1882, blz. 481-6

© 2015  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag