Transcendente fysica1
1. Transcendental Physics, Londen 1880. Een
verslag van experimenteel onderzoek uit de wetenschappelijke verhandelingen
van Johann Karl Friedrich Zöllner, professor in de fysische astronomie
aan de universiteit van Leipzig; lid van de Royal Saxon Soc. of Sciences,
enz., uit het Duits vertaald, met een voorwoord en appendices, door
Charles Carleton Massey van Lincoln’s Inn, advocaat (vice-voorzitter
van de Theosophical Society).
[‘Transcendental physics’, The Theosophist, februari
1881, blz. 95-7; CW 3:14-20]
Zoals vorige maand werd opgemerkt, is het nu wereldbekende boek van
prof. Zöllner over zijn experimenteel onderzoek naar de theorie
van een vierde dimensie van de ruimte, met medewerking van dr. Henry
Slade, het Amerikaanse spiritistische medium, een van de meest waardevolle
boeken die ooit over mediamieke verschijnselen zijn verschenen. Het
moderne spiritisme heeft bijna evenveel boeken voortgebracht als een
vrouwelijke haring eieren; en op een paar na hadden ze allemaal net
zo goed niet hoeven te verschijnen. Maar zo nu en dan brengt het onderzoek
naar dit onderwerp een werk voort dat een blijvende bijdrage levert
aan de vooruitgang van de wetenschap. En prof. Zöllners boek behoort
tot die categorie. Het is het verslag van een reeks zittingen of seances
met een van de meest begaafde ‘mediums’ van onze tijd.
Slade is iemand die omgeven schijnt te zijn door een aura of magnetische
sfeer waarvan de voorwerpen om hem heen zo doordrenkt raken dat ze uiteen
kunnen vallen en zich ook weer tot een geheel kunnen verenigen afhankelijk
van de wensen van een of andere intelligente macht die hoort, toestemt,
wil en uitvoert. Hij gelooft dat het de om hem heen zwevende ziel van
zijn overleden vrouw is, die echter haar plaats tijdelijk aan andere
‘geesten’ zou afstaan om hun eigen boodschappen aan hun
eigen (nog levende) vrienden in hun eigen respectieve talen te geven
– talen die noch Slade noch zij ooit heeft gekend. De meeste mediums
brengen een of twee soorten verschijnselen voort die karakteristiek
voor hen zijn. Zo bracht William Eddy wandelende en soms sprekende figuren
van overleden mensen voort; de dames Thayer uit Amerika en Guppy-Volckmann
uit Engeland produceren bloemenregens; de gebroeders Davenport lieten
losse handen uit het raam van hun kabinet verschijnen, en muziekinstrumenten
die door de lucht vlogen; Foster laat met bloed geschreven namen verschijnen
onder de huid van zijn arm, en pikt dezelfde namen uit een aantal beschreven
briefjes die op een tafel zijn uitgestrooid, enz.
Slade’s belangrijkste specialiteit is om automatisch schrift
op een lei voort te brengen onder de strengste testomstandigheden; maar
soms is hij ook helderziend, laat etherische figuren in de kamer verschijnen,
en in het bijzijn van prof. Zöllner bracht hij een reeks ongewone
en verbazingwekkende verschijnselen teweeg die aantonen dat stof door
stof heen kan gaan. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze geleerde
uit Leipzig een van de meest eminente astronomen en natuurkundigen is.
Hij is ook een diepzinnig metafysicus, de vriend en gelijke van de knapste
Duitse denkers van deze tijd. Hij heeft lang het vermoeden gehad dat
er, naast lengte, breedte en dikte, een vierde dimensie van de ruimte
zou kunnen zijn, en dat, als dit zo is, dit een andere bestaanswereld
zou betekenen die verschilt van onze driedimensionale wereld, met haar
eigen bewoners die passen bij haar vierdimensionale wetten en omstandigheden,
zoals wij bij de onze van drie dimensies. Hij was niet de grondlegger
van deze theorie; Kant en later Gauss, de metafysische meetkundige,
hadden eerder op de mogelijkheid ervan gewezen. Maar zolang het niet
experimenteel was aangetoond, bleef het zuiver verstandelijke speculatie,
totdat het Zöllner lukte om het vraagstuk op te lossen en zijn
prominente collega’s Weber, Fechner en Scheibner te overtuigen.
De publicatie van de resultaten van deze experimenten heeft in de hele
wetenschappelijke wereld grote belangstelling gewekt, en de discussie
tussen de groepen vooruitstrevende en conservatieve denkers wordt druk
en zelfs fel voortgezet. Onze ruimte laat niet toe dat we prof. Zöllners
boek uitgebreid bespreken, en omdat het in de bibliotheek van iedereen
die beweert verstand te hebben van de onderwerpen kracht, stof en geest
niet mag ontbreken, kan het aan de lezer worden overgelaten om het grootste
deel van de verbazingwekkende inhoud van het boek daarin zelf te vinden.
Samengevat zijn dit de feiten: Zöllner begint met de stelling
dat als we ter wille van de redenering uitgaan van het bestaan van een
wereld met vier dimensies en vierdimensionale bewoners, laatstgenoemden
in staat moeten zijn het eenvoudige experiment te verrichten om stevige
knopen in een touw zonder einde te leggen. Want de vierde dimensie van
de ruimte – of, laten we zeggen, de vierde eigenschap van de stof
– moet doordringbaarheid zijn. Daarom nam hij, toen hij wist dat
het medium Slade naar Leipzig zou komen, een touw, bond de twee uiteinden
samen, en verzegelde ze met was waarop hij zijn eigen zegel stempelde.
Slade kwam en de professor ging met hem aan een tafel zitten, in helder
daglicht, met hun vier handen op de tafel. Slade’s voeten waren
in het zicht, en het touw ‘zonder einde’ met het verzegelde
uiteinde lag op de tafel onder de duimen van de professor, en de lus
ervan hing naar beneden en rustte op zijn schoot. Het was de eerste
keer dat Slade van dit soort experimenten had gehoord, en niemand had
ze ooit met een medium gedaan. Binnen enkele seconden voelde de professor
een lichte beweging in het touw – dat niemand aanraakte –
en toen hij ernaar keek, zag hij tot zijn verrassing en vreugde dat
zijn wens was vervuld. Maar in plaats van één waren er
vier knopen in zijn touw gelegd. Voor een wetenschapper zoals hij was
dit resultaat, hoewel veel minder sensationeel dan honderden mediamieke
verschijnselen, een even definitief en belangrijk bewijs voor de theorie
van vier dimensies, als de val van een appel voor Newton om zijn onsterfelijke
theorie over de zwaartekracht te bevestigen. Hier was duidelijk een
voorbeeld van stof die door stof heen gaat, kortom, de hoeksteen van
een heel stelsel van kosmische filosofie. Dit experiment heeft hij vaak
en in het bijzijn van verschillende getuigen herhaald. Als extra proef
bedacht hij om twee ringen te maken uit twee soorten massief hout –
één van eikenhout en één van elzenhout –
die hij reeg aan een darmsnaar. Hij reeg er ook een bandje zonder einde
aan, dat hij als ring uit een blaas had gesneden. Daarna verzegelde
hij de einden van zijn snaar zoals in het vorige experiment, en net
als toen hield hij het zegel op de tafel onder zijn beide duimen, en
liet de lus met de beide houten ringen en het bandje of de ring, die
van de blaas afkomstig was, tussen zijn knieën hangen. Slade en
hij zaten – ook nu in het volle daglicht – aan twee kanten
van de tafel, met alle handen in het zicht, en de voeten van het medium
waren waar de professor ze kon zien. Vlakbij de achterkant van de tafel
stond een theetafeltje waarvan het ronde blad rustte op een stevige
middenpoot die uitliep in drie pootjes. Na een paar minuten hoorde hij
gerammel bij de kleine drievoet, alsof hout tegen hout aansloeg; dit
geluid werd drie keer herhaald. Ze stonden op van hun stoel en keken
rond; de houten ringen waren verdwenen uit de darmsnaar zonder einde;
men ontdekte dat er in de snaar zelf twee losse knopen waren gelegd
waardoorheen het bandje zonder einde van de blaas onbeschadigd hing.
En waar waren de twee massief houten ringen? Ze zaten om de middenpoot
van de drievoet, zonder enige scheuren in hun vezels of in die van de
tafelpoot zelf! Hier was een blijvend, onomstotelijk bewijs dat stof
door stof heen kon gaan; kortom, voor de gewone mens een ‘wonder’.
Talrijke andere soortgelijke verschijnselen werden verricht tijdens
de 30 zittingen die prof. Zöllner met Slade hield. Hiertoe behoren
munten die uit een hermetisch verzegelde doos worden gehaald, en die
door het tafelblad heen op een lei komen te liggen, die horizontaal
tegen de onderzijde van het tafelblad werd gehouden; terwijl tegelijkertijd
twee griffels die bij het begin van het experiment op de lei waren gelegd,
na afloop in de verzegelde doos werden teruggevonden. Ook gebeurde het
dat twee afzonderlijke leren banden zonder einde die losjes onder de
handen van prof. Zöllner op de tafel waren gelegd, onder zijn eigen
handen in elkaar werden gevlochten, zonder dat de zegels werden verbroken
of enige schade aan de vezels van het materiaal werd toegebracht. Een
boek uit zijn bibliotheek dat op een lei werd geplaatst die Slade half
onder de rand van de tafel hield, verdween; en nadat de aanwezigen vijf
minuten lang vergeefs in de hele kamer ernaar hadden gezocht en weer
aan de tafel waren gaan zitten, viel het onmiddellijk met een smak van
het plafond van de kamer op de tafel. De kamer was verlicht, de seance
was om acht uur ’s ochtends, en het boek viel uit de tegenovergestelde
richting van die waar Slade zat; een menselijke hand kon het dus niet
hebben neergegooid. Het tafeltje dat eerder werd genoemd, begon bij
één gelegenheid, terwijl niemand het aanraakte, langzaam
heen en weer te schommelen. Wat er verder gebeurde, zullen we dr. Zöllner
zelf laten beschrijven:
De bewegingen werden al snel groter, en het hele
tafeltje dat zich in de richting van de speeltafel bewoog, ging daaronder
liggen, met de drie pootjes naar mij toegekeerd. Noch ik, noch Slade
leken te weten hoe het verschijnsel zich verder zou ontwikkelen,1
want een minuut lang gebeurde er helemaal niets. Slade stond op het
punt om de lei en griffel te pakken om de ‘geesten’ te
vragen of we nog iets mochten verwachten, toen ik nog eens beter wilde
bekijken hoe het tafeltje onder de speeltafel lag. Tot mijn eigen
en Slade’s grote verbazing zagen we dat de ruimte onder de speeltafel
volkomen leeg was, en we konden het tafeltje dat slechts een minuut
eerder voor onze zintuigen aanwezig was, ook niet in de rest van de
kamer terugvinden. In de verwachting dat het weer zou verschijnen,
gingen we weer aan de speeltafel zitten. Slade zat vlak naast mij
aan dezelfde kant van de tafel tegenover de kant waar het ronde tafeltje
eerst had gestaan. We hadden daar misschien vijf of zes minuten gespannen
zitten wachten op wat er zou gebeuren, toen Slade plotseling opnieuw
zei dat hij lichten in de lucht zag. Hoewel ik zoals gewoonlijk niets
van dien aard kon zien, volgde ik toch automatisch met mijn blik de
richtingen waarin Slade zijn hoofd wendde, en al die tijd bleven onze
handen voortdurend op tafel liggen, over elkaar (über einander
liegend); onder de tafel rustte mijn linkerbeen bijna voortdurend
over de hele lengte tegen Slade’s rechterbeen aan, wat geheel
onopzettelijk gebeurde en kwam doordat we zo dicht naast elkaar zaten
aan dezelfde kant van de tafel. Toen ik vol verwachting en verbazing
in verschillende richtingen de lucht inkeek, vroeg Slade me of ik
de grote lichten niet zag. Ik antwoordde duidelijk ontkennend; maar
toen ik mijn hoofd draaide om Slade’s blik naar het plafond
van de kamer achter me te volgen, nam ik plotseling op een hoogte
van ongeveer 1,5 m de tot dusver onzichtbare tafel met zijn poten
omhoog waar, die snel door de lucht naar beneden schoot bovenop de
speeltafel. Hoewel we instinctief ons hoofd opzij bogen, Slade naar
links en ik naar rechts, om niet door het vallende tafeltje te worden
verwond, kregen we beiden toch, vóór het ronde tafeltje
bovenop de speeltafel landde, zo’n harde klap aan de zijkant
van ons hoofd dat ik de pijn aan de linkerkant vier uur na de gebeurtenis,
die om ongeveer half twaalf plaatsvond, nog voelde.
1. Het gebeurde zo vaak dat zware voorwerpen in beweging
kwamen terwijl Slade ze onmogelijk kon aanraken, dat we de beweging
van het tafeltje beschouwden als slechts het begin van meer verschijnselen
[voetnoot van Zöllner].
Het Engels sprekende publiek is veel verplicht aan Massey voor zijn
vertaling en samenvatting van de Duitse uitgave van dr. Zöllners
werk. Zijn zelfopgelegde en geheel belangeloze taak (hij heeft er geen
financieel voordeel bij) was des te moeilijker omdat hij het Duits bijna
volledig zelfstandig had aangeleerd, en zijn goede vertaling van het
werk van die schrijver is daarom nog bewonderenswaardiger. In een voorwoord
van 40 bladzijden introduceert Massey de verschillende personen die
bij de gedenkwaardige experimenten in Leipzig betrokken waren, en toont
duidelijk aan dat ze oprecht en betrouwbaar zijn; terwijl hij in een
aanhangsel van nog eens 20 bladzijden helder en duidelijk het punt behandelt
van de twee kanten van de stelling dat bewijsmateriaal, voordat het
aanvaard wordt, in verhouding moet staan tot de waarschijnlijkheid of
onwaarschijnlijkheid van het te bewijzen feit.
Het zal onze lezers, en misschien het publiek, interesseren de omstandigheden
te vernemen die aanleiding gaven tot Slade’s bezoek aan Europa
in 1877, dat zulke opzienbarende resultaten heeft opgeleverd. In de
winter van 1876-77 besloten de professoren aan de Keizerlijke Universiteit
van St. Petersburg – op aandringen van een hoge autoriteit –
een commissie te vormen voor wetenschappelijk onderzoek van mediamieke
verschijnselen. De Russische keizerlijke staatsraad, Alexander Aksakov,
die nu een officiële functie in de Theosophical Society vervult,
en het onderwerp lange tijd had bestudeerd, werd uitgenodigd om hen
daarbij te helpen. Daarom vroeg hij aan kol. Olcott en de redactrice
van dit tijdschrift, die toen beiden in Amerika waren, om uit de beste
Amerikaanse mediums iemand te kiezen die ze aan de commissie konden
aanbevelen. Een zorgvuldig onderzoek vond toen plaats, en Slade werd
om de volgende redenen uitgekozen: (1) Al zijn verschijnselen vonden
plaats in het volle licht; (2) Ze waren van zodanige aard dat ze wetenschappers
konden overtuigen dat daarbij feitelijk een kracht optreedt, en dat
er geen bedrog en goochelarij in het spel was; (3) Slade was bereid
om aan alle redelijke testomstandigheden te voldoen en aan wetenschappelijke
experimenten mee te werken, en hij was intelligent genoeg om zich bewust
te zijn van de waarde daarvan. Nadat hij zich drie maanden lang had
onderworpen aan een onderzoek door een bijzondere commissie van onze
leden, speciaal voor dat doel door voorzitter Olcott gekozen uit de
sceptici in onze Society, en nadat de commissie een gunstig rapport
had uitgebracht, werd hij aan Aksakov aanbevolen. Na enige tijd werd
de keuze goedgekeurd, het geld voor Slade’s reis werd ons toegestuurd,
en het medium vertrok vanuit New York via Engeland naar Rusland. Zijn
verdere avonturen, waaronder zijn arrestatie en terechtstelling in Londen
na een kwaadwillige beschuldiging van een poging tot bedrog, zijn vrijlating
en de triomfantelijke bevestiging van zijn paranormale vermogens in
Leipzig en verschillende Europese hoofdsteden – zijn alle welbekend.
Het is niet overdreven te zeggen dat in dit ene geval de bemiddeling
van de Theosophical Society gevolgen had voor de relatie tussen de exacte
wetenschap en het psychologisch onderzoek, waarvan de betekenis nog
vele jaren zal worden gevoeld. Niet alleen werd Slade oorspronkelijk
door theosofen voor het Europese experiment uitgekozen en uitgezonden,
maar bij het Londense verhoor werd hij door Massey, een theosofische
advocaat, verdedigd; in St. Petersburg werd hij aan een andere theosoof,
Aksakov, toevertrouwd; en nu heeft Massey aan toekomstige generaties
van Engelse lezers het volledige verslag over zijn verbazingwekkende
paranormale gaven nagelaten.
H.P. Blavatsky:
Geselecteerde artikelen, Deel 1: 1874 – 1882, blz. 333-9
© 2015 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag