Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Voorwoord

Leer deze wijsheid kennen door te dienen, door er volhardend naar te zoeken, door vragen te stellen en door bescheidenheid; en de wijzen die de waarheid zien, zullen deze aan u duidelijk maken; en als u deze kent, zult u nooit meer fouten maken. . . . Er is in deze wereld geen zuiverend middel dat spirituele kennis overtreft; en hij die volledig toegewijd is, merkt dat na verloop van tijd spirituele kennis vanzelf in hem opwelt.
Bhagavad Gita, 4:34-5, 38 (naar Engelse vertolking W.Q. Judge)

Een mysterieschool is een universiteit voor de ziel, een school voor de studie van de mysteries van de innerlijke aard van de mens en van de ons omringende natuur. Als de leerling deze mysteries begrijpt, beseft hij zijn eigen innige verwantschap met het goddelijke, en streeft ernaar door zelfdiscipline en toewijding één te worden met zijn innerlijke god.

Dit boek doet een poging om bepaalde basisleringen onder de aandacht te brengen die hopelijk een min of meer duidelijk beeld geven van wat een mysterieschool werkelijk is. Volledige en gedetailleerde gegevens over de mysteriescholen – waar ze bestonden, waar ze nu actief zijn, wat de voornaamste kenmerken ervan zijn – zijn nooit bekendgemaakt. Hedendaagse historici over de Griekse mysteriecentra verbazen zich bijvoorbeeld erover hoe goed het aan de kandidaten opgelegde voorschrift van geheimhouding werd nageleefd. Dit had geen betrekking op de openbare kant, zoals de veertien-mijl-processie langs de Heilige Weg van Athene naar Eleusis, waaraan mannen, vrouwen en kinderen deelnamen. Maar ‘de rituelen van de grote mysteriën . . . de werkelijke geheimen van de teletai [eigenlijke inwijding] en de epopteia [visioen bij het bereiken van het hoogtepunt daarvan] zijn nooit openbaar gemaakt.’1

1. Mircea Eliade, A History of Religious Ideas, 1:294.

Demeter, Triptolemos en Persephone

Groot reliëf van Eleusis:
Demeter, Triptolemos en Persephone
5de eeuw v.Chr.

De onderzoeker kan echter een ruime hoeveelheid informatie vinden die in de literatuur van het verleden hier en daar verspreid ligt, en voor zichzelf een samenhangend beeld opbouwen van het grootse schouwspel dat de mysteriescholen boden. Dit beeld zal alleen in werkelijke ervaring worden omgezet als hij daarop innerlijk is voorbereid door levens van toewijding en door het bestuderen en toepassen van de oude wijsheid.

Wat de oprechte onderzoeker kan ontdekken is misschien te vergelijken met wat we weten over het atoom. Wie heeft bijvoorbeeld ooit echt een atoom gezien? Welke microscoop is doorgedrongen in het geheim van zijn bestaan? Toch weten we nu meer over het atoom met zijn elektronen dan eeuwenlang werd onthuld. Hoewel het zowel voor het oog als voor een lens onzichtbaar is, hebben wetenschappers de lichtflits van zijn baan waargenomen, zijn ‘pad van licht’; ijverig en volhardend hebben ze dit lichtpad onderzocht totdat ze, op basis van logische redeneringen en feiten, de structuur van het atoom, zijn samenstellende delen, zijn bijna spirituele oorsprong, hebben onthuld.

Zo is het ook met de mysteriën: als we de bladzijden van de geschiedenis bekijken en verder teruggaan in de nevelen van de niet beschreven tijd, zien we niet de scholen zelf, maar door onderzoek en toewijding vangen we misschien een glimp op van hun spoor, hun pad van licht. Door logisch te redeneren en op grond van spirituele getuigenissen kunnen we het spoor volgen van de stoet van lichtdragers zoals ze eeuw na eeuw zijn voorbijgetrokken en de grote religies en filosofieën van de mensheid hebben ingeluid. Een aantal van deze lichtende voorbeelden stralen met onmetelijke luister, anderen minder sterk, terwijl weer anderen slechts een vaag schijnsel van halfbegrepen waarheid vormen.

Een natuurkundige kan het fysieke atoom niet aanwijzen, maar hij weet dat het bestaat als basis, als grondslag van alle materie; de onderzoeker van de theosofie kan u geen mysterieschool laten zien, maar hij weet dat ze bestaat als het hart of het atomaire centrum van het spirituele en verstandelijke leven van onze planeet. Wie zou dan durven beweren dat de mysteriën niet bestaan, dit machtige atoom van esoterie, als we over de hele wereld verspreid lichtsporen van spirituele kracht zien? Als ons fysieke lichaam zijn wortels heeft in onzichtbare vlammende levens, waarom zou dan ons menselijke, spirituele, verstandelijke en morele lichaam niet eveneens zijn oorsprong hebben in de spirituele en verstandelijke vuurnevel van onze planeet?

Een ononderbroken geschiedenis van het occulte netwerk van de mensheid is in deze tijd voor ons niet beschikbaar, want die opgetekende verslagen zijn de beloning voor de door gelofte gebonden discipel; maar met de krachtige lens van de oude wijsheid kunnen we het lichtspoor bestuderen dat iedere lichtdrager in de loop van de eeuwen heeft laten opvlammen; kunnen we de sfeer van de oude tempels doen herleven; kunnen we het doel van de scholen, hun manier van onderwijs onderscheiden; en als laatste, maar niet minder belangrijk, kunnen we de strenge discipline leren kennen die wordt opgelegd aan de kandidaten die streven naar inwijding in de kennis over hun verborgen oorsprong en hun nog meer verborgen bestemming.

De schrijfster is onmetelijk veel dank verschuldigd aan de theosofie zoals H.P. Blavatsky die heeft gebracht. Ze kan alleen maar hopen dat dit boek degenen voor wie haar geschriften nieuw zijn, zal aanmoedigen om met grote teugen te drinken bij de bron.

– G.F.K.

Pasadena, Californië
2 oktober 1999


Mysteriescholen door de eeuwen heen, blz. vii-ix

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag