48. Amida-boeddha, Kuan-shih-yin, en Kuan-yin – Wat het ‘Boek over Dzyan’ en de lamakloosters van Tsongkhapa zeggen
[‘Amita Buddha, Kwan-Shai-yin and Kwan-yin – What the ‘Book of Dzyan’ and the Lamaseries of Tsong-Kha-pa say’, SD 3:407-8; CW 14:425-6]
Als aanvulling op de Toelichtingen zijn er veel geheime folioboeken over het leven van de boeddha’s en bodhisattva’s, waaronder een over prins Gautama en een over zijn reïncarnatie in Tsongkhapa. Deze grote Tibetaanse hervormer uit de 14de eeuw, die een directe incarnatie van Amida-boeddha zou zijn, is de oprichter van de geheime school bij Shigatse, verbonden aan het persoonlijk verblijf van de tashi lama. Met hem begon het stelsel van periodieke lamaïstische incarnaties van boeddha (sangs rgyas), of van Shakyathubpa (Sakyamuni). Amida of Amita-boeddha wordt door de schrijver van Chinese Buddhism een mythisch wezen genoemd. Hij spreekt over
Amida-boeddha (A-mi-to Fo), een fabelachtige figuur die, evenals Kuan-yin, door de noordelijke boeddhisten met veel toewijding wordt vereerd, maar in Siam, Birma en Sri Lanka onbekend is.1
Waarschijnlijk. Toch is Amida-boeddha geen ‘fabelachtige’ figuur, omdat (a) ‘Amida’ de Senzar-vorm van adi’ is; terwijl ‘adi-buddhi’ en ‘adi-boeddha’,2 zoals gezegd, al eeuwen geleden als Sanskriettermen voor ‘oerziel’ en ‘oerwijsheid’ bestonden; en (b) vanaf de 7de eeuw, toen het boeddhisme in Tibet werd geïntroduceerd, werd de naam aan Gautama Sakyamuni, de meest recente boeddha in India, gegeven. ‘Amitabha’ (in het Chinees ‘Wu-liang-shou’) betekent letterlijk ‘grenzeloze eeuw’,3 een synoniem van ‘ain sof’, de ‘oude van de dagen’, en is een naam die hem rechtstreeks in verband brengt met de grenzeloze adi-buddhi (oorspronkelijke en universele ziel) van de hindoes, evenals met de anima mundi van alle oude volkeren van Europa en het grenzeloze en oneindige van de kabbalisten.
Als Amitabha een verzinsel van de Tibetanen is, of een nieuwe vorm van Wu-liang-shou, ‘een fabelachtige figuur’, zoals de schrijver en samensteller van Chinese Buddhism zijn lezers vertelt, dan moet de ‘fabel’ heel oud zijn. Op een andere bladzijde zegt hij namelijk zelf dat
de mahayana-boeken met de legenden over Kuan-yin en over de westelijke hemel met zijn boeddha, Amitabha, vóór het concilie van Kashmir, kort voor het begin van onze jaartelling, aan de canon werden toegevoegd.4
En hij plaatst
de oorsprong van de oorspronkelijke boeddhistische boeken die de noordelijke en zuidelijke boeddhisten gemeen hebben . . . vóór 246 v.Chr.
Aangezien Tibetanen het boeddhisme pas in de 7de eeuw na Christus hebben aangenomen, hoe komt het dan dat ze ervan beschuldigd worden Amida-boeddha te hebben verzonnen? Daarnaast wordt Amitabha in Tibet Öpame (’od dpag med) genoemd, wat aantoont dat men aanvankelijk niet de naam maar het abstracte denkbeeld heeft aangenomen van een onbekende, onzichtbare, en onpersoonlijke macht – die bovendien werd ontleend aan de ‘adi-buddhi’ van de hindoes, en niet aan de Chinese ‘Amitabha’.5 Er is een groot verschil tussen de bij het volk geliefde Öpame (Amitabha), die volgens het Mani Kambum – het oudste historische geschrift in Tibet – op de troon zit in devachan (Sukhavati), en de filosofische abstractie genaamd Amida-boeddha, een titel die nu is overgegaan op de aardse boeddha, Gautama.
Noten
- Eerw. J. Edkins, Chinese Buddhism, 1880, blz. 171.
- ‘Buddhi’ is een Sanskrietterm voor ‘onderscheidingsvermogen’ of intellect (het zesde beginsel), en ‘boeddha’ is ‘wijs’, ‘wijsheid’, en ook de planeet Mercurius (Budha).
- Edkins, Op.cit., blz. 233-4.
- Deze merkwaardige tegenstrijdigheid is te vinden in Chinese Buddhism, 1880, blz. 171, 273-4. De eerwaarde schrijver verzekert zijn lezers dat ‘voor de filosofische boeddhisten . . . Amitabha Yoshi Fo en de anderen niets anders dan symbolen van denkbeelden zijn’ (blz. 236). Heel juist. Maar dat geldt ook voor alle andere goddelijke namen, zoals Jehovah, Allah, enz., en als ze niet eenvoudig ‘symbolen van denkbeelden’ zijn, zou dit alleen maar aantonen dat denkers die ze anders opvatten, niet ‘filosofisch’ zijn; het zou geen enkel serieus bewijs opleveren voor het bestaan van persoonlijke, levende goden met deze namen.
- De Chinese Amitabha (Wu-liang-shou) en de Tibetaanse Amitabha (Öpame) zijn nu persoonlijke goden geworden, die heersen over en leven in het hemelse gebied Sukhavati, of Tushita (Tibetaans: devachan, bde ba can); terwijl de adi-buddhi van de filosofische hindoe, en de Amida-boeddha van de filosofische Chinees en Tibetaan, namen zijn voor universele, oorspronkelijke denkbeelden.