8 – Verblijf in Tibet – Deel 3
Tijdens de laatste periode van HPB’s verblijf in Tibet schijnt
ze in het Karakoramgebergte te zijn geweest, dat ten noorden van Kasjmier
ligt en deel uitmaakt van de grote Himalayaketen, ver ten westen van
Shigatse en Lhasa. Volgens haar zuster Vera verbleef ze daar met mahatma
KH die daar met zijn zuster en neef woonde. ‘Mahatma Morya’,
schreef Vera, ‘haar eigen goeroe, had geen vaste woonplaats .
. . , reisde voortdurend en woonde waar men hem op dat moment het meest
nodig had’.65
KH was ook vaak weg om opdrachten uit te voeren en was vaak in Tashilunpo.66
HPB zei dat ze hem voor het eerst in 1868 ontmoette.67
In een brief aan Mw. Hollis Billings (2 oktober 1881) schreef HPB dat
het huis van KH ‘in Klein-Tibet ligt dat nu tot Kasjmier behoort.
Het is een groot houten gebouw in Chinese stijl, als een pagode, tussen
een meer en een prachtige berg.’ Ze voegde eraan toe dat meester
M daar vaak verbleef. Deze beide leraren, zei ze, traden zelden in de
openbaarheid, ‘maar ze kunnen hun astrale vormen overal projecteren.’68
KH’s huis of ashram, zoals Olcott het noemde, diende meer dan
één doel, zoals de hindoe-theosoof Damodar in brieven
aan William Q. Judge meedeelt. Damodar werd in een buiten-het-lichaam
ervaring daarheen meegenomen. Hij schrijft:
Ik was op een merkwaardige plaats. Het was in het
noordelijke deel van Kasjmier aan de voet van de Himalaya. . . . er
stonden slechts twee huizen precies tegenover elkaar en er was geen
ander teken van bewoning. Uit een van deze kwam . . . Koet Hoemi.
Het was zijn huis. Tegenover hem stond [meester M]. Broeder K zei
me hem te volgen. Na een korte afstand van ongeveer 800 meter te hebben
afgelegd, kwamen we bij een natuurlijke onderaardse gang die onder
de Himalaya loopt. [Dit] is een natuurlijk verhoogd pad langs de rivier
de Indus die daaronder woest stroomt. Slechts één persoon
tegelijk kan eroverheen lopen en één verkeerde stap
bezegelt het lot van de reiziger.i.i.i.
Na een aanzienlijke afstand door deze onderaardse
gang te hebben afgelegd, kwamen we in een open vlakte in L——k.
Daar staat een groot massief gebouw. . . . Dit is de voornaamste centrale
plaats waar al diegenen van onze sectie, die worden geacht inwijding
in de mysteriën te verdienen, heen moeten gaan voor hun uiteindelijke
ceremonie en waar ze de vereiste periode moeten blijven. Ik ging met
mijn goeroe naar de grote hal. De grootsheid en rust van de plaats
is genoeg om ieder met ontzag te vervullen. . . . De troon van het
hoofd is onvergelijkelijk mooi [en] is omgeven door een onbeschrijflijke
luister, die bestaat uit een krans van stralen die schijnen uit te
gaan van hem die deze bezette.69
Omdat Damodar onder HPB’s bescherming stond toen hij deze ervaring
onderging – en ook enkele jaren later toen hij dit ook bewust
in het lichaam schijnt te hebben ondergaan,70
kan men vermoeden dat enkele van haar eigen inwijdingen daar hebben
plaatsgevonden, niet alleen tijdens dit verblijf in het Oosten maar
ook tijdens het vorige toen HPB, zoals men zich zal herinneren, beweerde
Tibet via Kasjmier te zijn binnengekomen.
In een brief aan Sinnett gaf HPB ooit een vage indruk van haar opleiding
tijdens dit verblijf in Tibet toen ze in het huis van KH woonde. Deze
werd opgeschreven na een levendige herinneringsdroom die alle bijzonderheden
van haar dagelijks leven daar in het bewustzijn terugbracht.
Veel van Blavatsky’s tijd werd besteed aan het leren van twee
talen. De ene was Senzar, die ze omschrijft als ‘de mystieke naam
voor de geheime priestertaal, of de ‘mysterietaal’ van de
ingewijde adepten over de hele wereld’.71
De stanza’s die de basis vormen van De Geheime Leer en
De Stem van de Stilte zouden oorspronkelijk in deze taal zijn
geschreven.72
De tweede taal was Engels. Het lijkt onlogisch dat HPB helemaal naar
Tibet zou zijn gegaan om Engels te leren! Had ze het niet als kind geleerd
en later in Engeland en Amerika gesproken? Engels als omgangstaal, ja,
maar niet ver boven het niveau van de verhaaltjes van Boer Brown die
haar gouvernante uit Yorkshire haar leerde; en zelfs dit vermeed ze
te spreken, omdat het Yorkshire accent dat ze had aangeleerd de mensen
aan het lachen maakte!
‘Ik herinner me’, vertelt Blavatsky aan Sinnett, ‘hoe
moeilijk het voor me was zelfs nog in 1867 in Venetië een goed
geschreven boek in het Engels te begrijpen.’ Om theosofische ideeën
aan de wereld voor te leggen had ze de ontzettend moeilijke taak de
subtiliteiten van de esoterische filosofie en metafysica weer te geven
in een westerse taal die er niet op is ingesteld zulke ideeën uit
te drukken. Een van haar dagelijkse taken was zinnen uit het Senzar
in het Engels te vertalen. Meester KH, die beide talen kende, corrigeerde
haar. In die tijd sprak HPB uitsluitend Engels, zelfs met haar eigen
leraar. Maar of haar taalgebruik ‘goed of slecht’ was, zegt
ze, ‘maakte voor hem niets uit omdat hij deze taal niet spreekt
maar elk woord dat ik zeg uit mijn hoofd begrijpt. . . .’
In mijn droom, zegt Blavatsky, ‘verandert het tafereel en ga
ik weg met mijn meester die me op pad stuurt, terug naar Europa.’73
Eén bron geeft aan dat het afscheid plaatsvond in de Manasarovarabergen
in Tibet.74
Landkaarten geven aan dat dit beroemde gebied ten zuiden van het Karakoramgebergte
ligt.
HPB: Het bijzondere
leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 101-3
© 2008 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag