HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

2 – Occulte wonderen

 

Vera Zjelikovsky schrijft in een reeks artikelen over haar zuster in het Russische tijdschrift Rebus:

Mensen die kranten en tijdschriften lezen zijn de naam Helena Petrovna Blavatsky meer dan eens tegengekomen. Het zou onmogelijk zijn alle lasterpraatjes en absurditeiten op te sommen die haar eigen landgenoten haar hebben toegeslingerd – van bedrog en kwakzalverij tot ernstige misdaden. H.P. is ons heel vertrouwd want we kennen haar van dichtbij vanaf haar vroegste kindertijd tot haar jaren van volwassenheid. We hebben lang naar een gelegenheid gezocht om enkele korte artikelen over haar te schrijven voor hen die in deze voortreffelijke persoonlijkheid belangstellen. Of ons ware verhaal zal worden geloofd of niet, kan ons niet schelen; het is ons voldoende te weten dat we de waarheid vertellen – de enige waarheid, zo lijkt het, die over haar in Rusland is verteld.

Beide reeksen waren zo populair dat ze al snel in twee boekjes verschenen.

Vera vertelt dat toen HPB in 1860 naar Rusland terugkeerde, ‘ze was omgeven door een geheimzinnige atmosfeer van zichtbare en hoorbare manifestaties, waarneembaar maar volslagen abnormaal en onbegrijpelijk voor allen om haar heen’.7 Later vertelde HPB aan W.Q. Judge, een medestichter van de Theosophical Society, dat ‘dit een periode was waarin ze haar paranormale krachten vrij spel liet en die volledig leerde begrijpen en beheersen’.8

Vera schrijft:

Allen die in het huis woonden, merkten dat er vreemde dingen plaatsvonden. Geklop en gefluister, geluiden, geheimzinnig en onverklaard, werden nu voortdurend overal gehoord waar de pas aangekomen medebewoonster ook heen ging. Ze gaf toe dat dit geklop kon toenemen of afnemen en soms zelfs helemaal kon worden gestopt, alleen door de kracht van haar wil. Ze bewees haar bewering meestal ter plekke. . . .

De geluiden waren niet zomaar tikken . . . want ze toonden buitengewone intelligentie, en onthulden zowel het verleden als de toekomst aan degenen met wie door middel daarvan gesprekken werden gevoerd. . . . Meer dan dat, ze gaven blijk van de gave om onuitgesproken gedachten te onthullen, d.w.z. onbelemmerd door te dringen in de meest geheime uithoeken van de menselijke geest, en daden uit het verleden en nu levende bedoelingen aan het licht te brengen.

De familieleden van Mw. Blavatsky’s zuster leidden een mondain leven en ontvingen in die tijd heel wat mensen. Haar aanwezigheid trok een aantal bezoekers, en niemand verliet haar ooit zonder voldoening, want [soms] gaven de klopgeluiden die ze teweegbracht antwoorden die uit lange verhandelingen in verschillende talen bestonden, waarvan sommige [aan HPB] onbekend waren.

Ze had de gewoonte rustig en onbekommerd op de sofa of in een leunstoel te zitten, bezig met wat borduurwerk, ogenschijnlijk zonder de geringste belangstelling voor, of een actief aandeel in, de opschudding die ze om zich heen veroorzaakte. En de opschudding was inderdaad groot. Gewoonlijk zei één van de gasten het alfabet op, terwijl een ander de ontvangen antwoorden noteerde en de overigen tot taak hadden in gedachten vragen te stellen.9

Het klopverschijnsel was een traag proces. [Mijn] zuster had rechtstreeks schrift kunnen gebruiken, wat veel sneller was, maar ze was ‘bang gebruik ervan te maken uit vrees, zo lichtte ze toe, voor onnodige achterdocht van dwaze mensen die het proces niet begrepen’.10

Wat de klopgeluiden betreft, gaf HPB deze verklaring voor het proces:

Telkens wanneer iemands gedachte moest worden overgebracht door middel van kloppen . . . moest ze eerst . . . de gedachte van de vraagsteller lezen, en zich die daarna goed herinneren, vaak nadat die al was verdwenen; op de letters van het alfabet letten terwijl die werden gelezen of aangewezen, de wil-stroom opwekken die bij de juiste letter de tik moest teweegbrengen en die dan op het juiste moment laten tikken op de tafel of een ander voorwerp dat voor het overbrengen van geluiden of geklop was gekozen. Een erg moeilijke manier van werken en veel minder gemakkelijk dan rechtstreeks schrijven.11

Vera zegt:

Sceptici voerden de meest onzinnige hypothesen aan. Er werd bijvoorbeeld verondersteld dat ze haar harde klopgeluiden voortbracht met een apparaat in haar zak; of dat ze met haar nagels tikte; de vindingrijkste theorie was dat ‘als haar handen zichtbaar bezig waren met een of ander werkje, ze het met haar tenen deed’.

Om aan dit alles een einde te maken, onderwierp ze zich aan de meest dwaze eisen; ze werd gefouilleerd, haar handen en voeten werden met een touw vastgebonden, ze stond toe dat ze op een sofa werd gezet, dat haar schoenen werden uitgetrokken en haar handen en voeten zo werden vastgehouden op een zacht kussen dat iedereen ze kon zien; en dan werd haar gevraagd het kloppen en tikken aan het andere einde van de kamer te laten gebeuren. Ze verklaarde het te willen proberen, maar niets te willen beloven; haar orders werden niettemin onmiddellijk uitgevoerd, vooral als de mensen serieus belangstelling toonden. Die tikken werden op haar bevel voortgebracht tegen het plafond, op de vensterbanken, op ieder meubelstuk in de aangrenzende kamer en op ver van haar verwijderde plaatsen.

Soms nam ze op een ondeugende manier wraak door grappen uit te halen met degenen die aan haar twijfelden. Zo kwam bijvoorbeeld het getik op een dag vanuit de binnenkant van de brilleglazen van de jonge professor M——, terwijl ze aan de andere kant van de kamer zat, en was het zo krachtig dat het de bril bijna van zijn neus sloeg, wat hem bleek van angst maakte. Een andere keer kreeg een dame, een esprit fort, heel ijdel en koket, op haar ironische vraag over wat de beste geleider voor het teweegbrengen van zulke klopverschijnselen was en of ze overal konden worden gedaan, een vreemd en raadselachtig antwoord. Het woord ‘goud’ werd uitgetikt en toen volgden de woorden ‘we zullen het u onmiddellijk bewijzen’.

De dame bleef glimlachen met haar mond een beetje open. Nauwelijks was het antwoord gekomen of ze werd doodsbleek, sprong van haar stoel en bedekte haar mond met haar hand. Haar gezicht was verwrongen van angst en verbazing . . . de dame had een heftige beweging en getik gevoeld in het goud van haar kunsttanden! De vrouw vluchtte de kamer uit, nu haar geheim was onthuld.12

In die tijd schreven Vera en de meeste anderen deze verschijnselen toe aan de mediamieke vermogens van haar zuster, maar HPB heeft dat altijd ontkend:

Mijn zuster bracht het grootste deel van haar tienjarig verblijf in het buitenland door in India, waar men, zoals de meeste mensen weten, diepe minachting heeft voor de spiritistische theorieën die zeggen dat men in contact met de doden kan komen. De verschijnselen die we mediamiek noemen, worden daar aan volkomen andere oorzaken toegeschreven – mijn zuster acht het beneden haar waardigheid van die bron gebruik te maken. . . . Ze zegt nog steeds dat ze toen evenals nu werd bezield door een andere kracht – van de soort die door de hindoe-wijzen, de rajayogi’s, wordt gebruikt. Ze beweert zelfs dat de schaduwen die ze haar leven lang heeft gezien, geen spoken of geesten van de doden waren, maar verschijningen van die almachtige vrienden van haar in hun astrale lichaam.

Door welke kracht deze verschijnselen ook werden teweeggebracht, ze vonden voortdurend plaats, de hele tijd dat mijn zuster Helena en ik bij de Jachontovs logeerden, voor de ogen van zowel gelovigen als ongelovigen, en ze verbijsterden iedereen.13

Twee uitzonderingen waren Peter von Hahn, hun vader, en Leonid, hun broer. De twijfels van laatstgenoemde werden op een avond verbrijzeld toen de salon van de Jachontovs vol bezoekers was. Het verhaal van Vera is bekort; we geven hier alleen haar eigen woorden:

De broer was een sterke, gespierde jongeman, vol van de Latijnse en Duitse wijsheid van de universiteit, en hij geloofde tot dusver in niets en niemand. Hij bleef achter de stoel van zijn zuster staan en luisterde naar haar verhalen over hoe sommige mensen, die zich mediums noemen, lichte voorwerpen zo zwaar konden maken dat het niet mogelijk was ze op te tillen; terwijl andere, die van nature zwaar waren, juist opmerkelijk licht werden.

‘En wil jij beweren dat je dat kunt?’ vroeg de jongeman spottend.

‘Mediums kunnen het en ik heb het af en toe gedaan; maar ik kan er niet altijd voor instaan dat het lukt,’ antwoordde Mw. Blavatsky koeltjes.

‘Maar zou u het willen proberen?’ vroeg iemand in de kamer; en onmiddellijk sloten allen zich bij dit verzoek aan.

‘Ik zal het proberen,’ zei ze, ‘maar denk eraan dat ik niets beloof. Ik zal eenvoudig dit schaaktafeltje vastzetten. Laat degene die de proef wil nemen het nu optillen, en het dan weer proberen nadat ik het heb vastgezet.’

‘Wil je zeggen dat je het tafeltje helemaal niet aanraakt?’

‘Waarom zou ik het aanraken?’ antwoordde Mw. Blavatsky kalm glimlachend.

Na het horen van die uitzonderlijke bewering liep een van de jongemannen vastberaden naar het tafeltje en tilde het op als een veertje.

‘Goed,’ zei ze. ‘Blijf er nu alsjeblieft af en ga wat achteruit!’

Het bevel werd dadelijk gehoorzaamd en er viel een diepe stilte over het gezelschap. Allen hielden de adem in en keken nauwlettend naar wat Mw. Blavatsky vervolgens zou doen. Ogenschijnlijk deed ze echter helemaal niets. Ze richtte alleen haar grote blauwe ogen op het schaaktafeltje en bleef met gespannen blik ernaar kijken. Zonder haar blik af te wenden nodigde ze toen zwijgend dezelfde jongeman met een handbeweging uit het te verplaatsen. Hij kwam naderbij en greep het tafeltje zelfverzekerd bij de poot. Er kwam geen beweging in het tafeltje! Toen greep hij het met beide handen vast. Het tafeltje stond als vastgenageld aan de vloer. Hij werd rood van inspanning, maar alles vergeefs!

Een luid applaus barstte los. De jongeman keek erg verward en zei langzaam: ‘Nou, dat is een goede grap!’

‘Inderdaad, een goede!’ herhaalde Leonid. Hij had argwaan gekregen dat de jonge bezoeker heimelijk met zijn zuster samenspande. ‘Mag ik het ook eens proberen?’ vroeg hij haar plotseling.

‘Ga je gang, lieverd’ was het lachende antwoord.

Haar broer kwam daarop glimlachend nader en pakte het tafeltje bij de poot. Maar de glimlach verdween ogenblikkelijk en maakte plaats voor een uitdrukking van stomme verbazing. Hij gaf er een enorme schop tegen, maar het tafeltje bewoog niet eens. Toen legde hij zijn sterke borst op het bovenblad en omklemde het. ‘Wat vreemd!’ zei hij met een wilde uitdrukking van verbazing.

HPB richtte zich tot hem met haar gewone zorgeloze lach en zei: ‘Probeer het nu nog eens op te tillen.’ Leonid trok het aan een poot omhoog en ontwrichtte bijna zijn arm. Het ging als een veertje omhoog!14

Sinnett bericht:

Mw. Blavatsky verklaart dat dit verschijnsel op twee verschillende manieren kan worden teweeggebracht: 1. door gebruik te maken van haar eigen wil die de magnetische stromen richt, zodat de druk op de tafel zo groot wordt dat geen fysieke kracht deze kan laten bewegen; en 2. door bemiddeling van die wezens met wie ze voortdurend in verbinding stond en die, hoewel onzichtbaar, de tafel tegen iedere weerstand in konden vasthouden.15

 

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 67-70

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag