HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

7 – Kerstmis in de Oekraïne

 

Het volgende voorjaar werd de familie Von Hahn herenigd in Malarossa in de Oekraïne, waar het klimaat aangenaam en warm was. Helena Andrejevna had ruime vertrekken waar ze kon schrijven. Vera vertelt dat ‘schrijven de enige ontspanning van haar moeder was; haar enige troost en vreugde waren de opgroeiende kinderen, op wie al haar hoop en zorg zich richtten.’53

Helena Petrovna besloot Duits te gaan leren en Antonia gaf haar drie keer per week les. Ze maakte zulke uitstekende vorderingen dat haar vader uitriep: ‘Een waardige nakomelinge van haar roemrijke voorouders, de Duitse ridders van Hahn-Hahn von der Röter Hahn, die nooit een andere taal dan Duits kenden.’54*

*De biografie van Meade schildert niet alleen HPB’s moeder als onverschillig tegenover haar dochter, maar ook haar vader als iemand die niet in haar was geïnteresseerd. Om zijn afwijzende houding goed te maken zou Helena, volgens Meade, hebben gefantaseerd dat hij haar meenam op een reis van drie maanden naar Londen en Parijs.

In de herfst werd Helena Andrejevna ernstig ziek. Dr. Benzenger adviseerde haar onmiddellijk naar Charkov te gaan voor een medische behandeling, maar ze besloot te wachten tot de lente en dan naar Odessa te gaan, waar ze veel vrienden had.

De autobiografie van Vera, Toen ik klein was,† geeft het volgende intieme beeld van de laatste Kerstmis die de kinderen met hun moeder vierden.55

†Vera schreef haar verhalen eerst voor haar kinderen. Een paar jaar later lazen Russische kinderen in het hele land de avonturen van Vera en Helena (Ljolja of Lolo).

De winter kwam. Alle velden en wegen waren nu ondergesneeuwd. . . . Deuren en ramen waren afgesloten en vergrendeld, het fel brandende hout knetterde in de kachels; de avonden waren lang en de dagen grijs en zo kort dat we onze lessen bij kaarslicht moesten afmaken. Tot vlak voor de kerstvakantie gebeurde er niets dat ik me kan herinneren om de eentonigheid van ons leven te doorbreken. Vóór Kerstmis maakte papa een reis naar Charkov en kwam terug met veel cadeautjes voor ons. Hij bracht ook veel mee dat als ‘keukenvoorraden’ naar mama’s kamer werd gebracht. Omdat we druk bezig waren met het bekijken van onze plaatjesboeken, letten we daar helemaal niet op.

Die avond werden we in de zitkamer geroepen. We zagen iedereen daar bijeen bij het licht van één kaars en papa doofde zelfs die zodra we binnenkwamen.

‘Wat is er? Waarom zijn er geen lichten aan?’ vroegen we.

‘Wacht maar af, dan zie je waarom’, antwoordde mama.

‘Beweeg je niet!’ zei Antonia, terwijl ze me bij de schouders omdraaide. ‘Sta stil en kijk recht voor je uit.’ We stonden stokstijf in doodse stilte. Ik staarde met wijd open ogen maar kon niets zien.

Plotseling knetterde er iets en een vurig blauw patroon schoot als bliksem over de muur.

‘Wat is dat?’ riepen we uit.

‘Kijk! Kijk wat een vurig potlood mama heeft! Kijk eens wat ze tekent!’ klonk de vrolijke stem van papa.

Een gezicht met een arendsneus en ezelsoren flitste op de muur, toen een andere vorm, een derde. . . Terwijl mama haar hand snel bewoog, verschenen en gloeiden er patronen en tekeningen. . . . ‘Lees het!’ zei ze.

En we lazen de vurige, ogenblikkelijk verdwijnende woorden, ‘Lolo [HPB] en Vera zijn kleine dwazen!’

‘Dat is prachtig!’ riep Ljolja [HPB] en barstte in lachen uit. Ze vloog naar moeder toe. ‘Laat me dat zien, mama! Wat is dat? Waar schrijft u mee?’

‘Kijk!’ zei mama en ontstak met een forse streek over de muur de eerste fosforlucifer die we ooit hadden gezien. Zwavellucifers werden in Rusland voor het eerst gebruikt in het begin van de jaren veertig. Daarvóór werd vuur gemaakt met vuursteen. . . .

Toen kwam de kerstavond van januari 1842 [het Russische Kerstmis]. Wat was dat een saaie, grijze, droevige dag! . . . We waren bijna de hele dag alleen; er werd ons verteld dat mama ziek was, en omdat we wisten dat ze vaak in haar slaapkamer bleef als ze zich niet goed voelde, waren we ook niet verbaasd dat Antonia de hele dag bij haar bleef, of zelfs dat papa bijna voortdurend afwezig was. Hij kwam pas toen we het avondeten gebruikten met juffrouw Jeffers, at haastig zijn borsjtsj, keek ons stralend aan door zijn brilleglazen, kneep me in mijn wang, plaagde Ljolja en zei toen dat hij het erg druk had en ging weer weg. Na het avondeten was ook juffrouw Jeffers nergens te bekennen.

Ljolja en ik gingen stilletjes in de halfdonkere kamer zitten en verlangden heimelijk naar de feestelijkheden van vorig jaar. We dachten weer aan de cadeautjes van grootmoeder en het schitterende kerstfeest in Gorov en vroegen ons af of ze in Saratov kerstfeest zonder ons zouden vieren of dat ze Nadja te groot vonden voor zo’n kinderlijk vermaak als een kerstboom. . . .

Buiten in de gelige schemering vlogen sneeuwvlokken rond en huilde de wind al in de schoorsteen en zong klaaglijk zijn mistroostige nachtelijke lied.

Zelfs Ljolja, die altijd zo onbezorgd en opgewekt was, zag er wat bedrukt uit.

Plotseling ging de deur open en kwam Annoesjka binnen met Leonid in haar armen, geflankeerd door haar dikke zuster Marja . . . onze naaister en huishoudster. Beiden gingen bij de muur zitten, glimlachten en keken nu eens naar ons, dan weer naar de deur, alsof ze op iets wachtten. . . . Toen de deur weer openging, kwam mama’s kamermeisje Masja binnen. . . .

‘Schiet op, jongedames!’ zei ze. ‘Mama wil jullie zien!’

‘O!’ riep Ljolja uit en sloeg zich tegen het voorhoofd. ‘Ik weet wat er aan de hand is!’ Ze stoof naar de deur en naar de kamer van mama. Natuurlijk rende ik achter haar aan, maar pas toen ik de slaapkamer bereikte, besefte ik wat er aan de hand was. Een onverwachte, prachtig versierde kerstboom met lichtjes stond midden in de kamer te fonkelen. Er lag speelgoed onder de boom en mama, Antonia, papa, juffrouw Jeffers en alle anderen stonden eromheen en glimlachten bij de gedachte dat ze de hele dag druk in de weer waren geweest met de kerstboom en er toch zo goed in waren geslaagd ons voor de gek te houden!56

 

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 21-23

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag