HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

6 – Een jaar bij haar grootouders

 

Na het verblijf van de familie in Odessa werd een sombere zomer doorgebracht in Polen, waarheen Peter von Hahn was overgeplaatst. De gezondheid van Helena Andrejevna ging er niet op vooruit. Bovendien was ze weer in verwachting. Vassili Benzenger, een jonge dokter die door haar ouders was aangesteld, was van toen af voortdurend aanwezig en woonde bij de familie in.48 Toen Helena Andrejevna’s ouders verhuisden van Astrakan naar Saratov, een grote stad aan de Volga waar haar vader gouverneur van de provincie werd, lieten zij en de kinderen Peter in Polen achter en gingen bij hen inwonen. Daar hebben ze een gelukkig jaar doorgebracht in een ideale omgeving. Haar gezondheid ging aanmerkelijk vooruit en ze had ruimschoots gelegenheid om te schrijven. In juni 1840 werd een jongetje geboren, Leonid.49

Pas nu, als Helena Petrovna negen jaar is, beginnen we iets over haar persoonlijke eigenaardigheden te weten te komen. Tot dan hebben we weinig aan Vera, omdat ze vier jaar jonger is, maar tante Nadja, die twee jaar ouder is dan Helena, schijnt zich heel wat te hebben herinnerd. Ze lichtte A.P. Sinnett, de eerste biograaf van Helena, in:

[In Helena’s] jeugd ging al haar sympathie uit naar mensen uit de lagere klasse, tot wie ze zich het meest voelde aangetrokken. Ze speelde altijd liever met de kinderen van haar bedienden dan met die van haar eigen stand en . . . er moest voortdurend op worden gelet dat ze niet uit het huis zou ontsnappen om vriendschap te sluiten met haveloze straatjongens. Zo bleef ze zich ook in haar latere leven aangetrokken voelen tot mensen die tot een lagere stand behoorden dan zijzelf en toonde [ze] een uitgesproken onverschilligheid voor de ‘adel’ waartoe ze van geboorte behoorde.50

Ze was een heel vreemd meisje, iemand met een karakteristieke tweevoudige natuur. Aan de ene kant ondeugend, aan de andere kant geneigd tot het mystieke en metafysische. . . . Geen schooljongen was ooit onhandelbaarder of had meer onvoorstelbare streken. . . . Maar als de vlaag van ondeugendheid was geluwd, kon geen oudere leerling met meer volharding studeren; en ze was er niet toe te brengen haar boeken die ze, zolang de impuls duurde, dag en nacht verslond, te laten liggen. De enorme bibliotheek van haar grootouders scheen dan nauwelijks groot genoeg om haar verlangens te bevredigen. . . .51

Eén ding in het bijzonder gaf problemen. Helena had de onaangename gewoonte mensen in hun gezicht te zeggen wat ze van hen dacht – iets wat men in beschaafd gezelschap niet doet. Dit ‘heeft velen in verlegenheid gebracht en haar eigen familieleden kwamen daardoor in een heel vervelende situatie’. Toch ‘was ze zo vriendelijk en moedig, dat ze bereid was alles aan behoeftige mensen weg te geven, alles te doen voor een vriend, en tot iedere actie over te gaan ter verdediging van hen die onrecht is aangedaan’, terwijl ‘ze zich kwaad of onrecht aan haarzelf nooit herinnerde’.52*

*Jaren later herinnerde een van haar leerlingen zich: ‘Een ding was opmerkelijk aan HPB. Ze koesterde nooit, nooit wrok, voelde zich in besloten kring nooit beledigd over kritiek, en gaf niemand ooit het gevoel dat er maar een zweem van ergernis of afkeuring in haar achterbleef, of een schijn van ontstemming over iets dat voorbij was. . . . Alles werd eenvoudig geheel weggewist en totaal vergeten als het eenmaal was gebeurd’ (Bertram Keightley, Reminiscences of H.P. Blavatsky, blz. 25).

 

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 19-20

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag