HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky / Sylvia Cranston, Carey Williams (research assistent)

bestel boek

Tweede, herziene druk 2008

© 2008  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

      Inhoudsopgave     

 

4 – Een plezierige adempauze

 

In het voorjaar van 1836 kwam het geweldige nieuws dat Peter en zijn compagnie naar St. Petersburg waren overgeplaatst. In Rusland waren nog geen spoorwegen. De 1500 kilometer lange reis met paard en wagen was voor Helena Petrovna waarschijnlijk een groot avontuur, maar voor haar moeder die voor een baby en een vijfjarige moest zorgen, was het een andere zaak. Ze vond het echter een opwindend vooruitzicht deel te kunnen nemen aan het culturele leven van de hoofdstad van het land – de meest Europese stad in Rusland, bijna op één lijn te stellen met Londen en Parijs.

St. Petersburg was voor Peter niets nieuws. Hij was daar opgegroeid en zijn familie woonde er nog steeds. Als hij door zijn werk afwezig was, gingen zijn broers graag met hun schoonzuster naar museums, de schouwburg en de opera. ‘Hier in Petersburg’, zo merkt de schrijfster Nekrasova op, ‘kon het voorkomen dat men plotseling oog in oog stond met mensen die men alleen uit boeken kende; het was mogelijk ‘grote dichters’ in eigen persoon te zien.’33 In een privégalerie werd Helena Andrejevna zeer verrast en ze schreef aan Katharina:

Ik liep iemand tegen het lijf die me bekend voorkwam. . . . Toen ik nog eens keek, herkende ik Poesjkin. Ik had me hem voorgesteld met donkerbruin haar, maar zijn haar is niet donkerder dan het mijne – het is lang en verward. Hij is kort van stuk en heeft bakkebaarden en is niet knap, maar zijn ogen fonkelden onophoudelijk als gloeiende kooltjes. . . . Hij keek verschillende keren naar me en glimlachte – blijkbaar toonde mijn gezicht een uitdrukking van bewondering.34

Nekrasova schrijft dat de moeder, ondanks al deze opwindende mogelijkheden, haar kinderen niet verwaarloosde: ‘Evenals vroeger speelde ze pianoduetten met Lolo [Helena], zong ze liedjes met haar, leerde haar lezen en schrijven en schepte ze veel genoegen in de buitengewone begaafdheden en de intelligentie van haar vijfjarige dochter.’35 (De koosnamen van Helena Petrovna – Lolo, Ljolja en Ljolinka – zijn verkleinwoorden van Helena.36)

Vanaf haar geboorte was Helena ‘het voorwerp van haar moeders liefhebbende zorg’, en ‘ondanks haar zeventien jaar voedde en verzorgde Helena Andrejevna het kind zelf’, schrijft Katharina Nekrasova in haar biografische schets van de moeder, die in de jaren tachtig van de 19de eeuw werd gepubliceerd in Russkaja Starina, een historisch tijdschrift. Deze is nooit vertaald om te gebruiken in een biografie van HPB en heeft een bijzondere waarde, omdat ze grotendeels is gebaseerd op brieven van Helena Andrejevna aan haar oudere zuster Katharina, blijkbaar de enige brieven van HPB’s moeder die bewaard zijn gebleven. Tot op heden kon iedere biograaf van HPB naar hartelust speculeren over de relatie tussen HPB en haar moeder. Zo kon Marion Meade in haar biografie uit 1980, Madame Blavatsky: The Woman Behind the Myth, ongestraft vermelden dat de moeder, die in beslag werd genomen door haar loopbaan als romanschrijfster, ‘altijd op enige afstand stond’ van Helena Petrovna en haar opvoeding overliet aan de zorg van gouvernantes. Meade doet dan de uitzonderlijke uitspraak dat het kind altijd ‘vijandig stond tegenover haar moeder’ en vastbesloten was ‘haar vroegtijdig te doden’.37

Terwijl ze in St. Petersburg woonde, zette de moeder haar eigen studie voort. Ze las boeken in het Duits, Italiaans, en Engels, talen die ze zichzelf had aangeleerd. Ze hield vooral van Engels. Na het lezen van de nieuwste roman van Bulwer-Lytton, Godolphin, besloot Helena Andrejevna fragmenten ervan in het Russisch te vertalen en schuchter zond ze haar werk in voor publicatie in een populair tijdschrift, Leesbibliotheek. Ze was verrukt toen het werd opgenomen en de redacteur haar aanmoedigde zelf iets te schrijven. Zo begon haar loopbaan als schrijfster.

Verschillende romans van Helena Andrejevna houden zich bezig met de positie van vrouwen met een ongelukkig huwelijk. Ze waren deels autobiografisch, want haar leven met Peter, die twee keer zo oud was als zij, bleek een grote teleurstelling te zijn.38 Ze schreef in Het oordeel van de wereld:

Het uitstekende, scherpe en snelle verstand van mijn echtgenoot dat in de regel gepaard gaat met een bijtende ironie, vernietigde elke dag een van mijn mooiste, onschuldigste en zuiverste aspiraties en gevoelens. Om alles wat ik bewonderde, om alles waarnaar ik vanaf mijn jeugd had gestreefd, om alles wat me heilig was, werd gelachen of het werd me getoond in het meedogenloze en cynische licht van zijn koude en wrede redeneertrant.39

De tijd naderde dat Peter van St. Petersburg naar de Oekraïne zou worden overgeplaatst, en zijn vrouw werd door die gedachte met schrik vervuld. In haar laatste brief uit St. Petersburg aan haar zuster Katharina schreef ze: ‘Ik geef toe dat het een vreselijke gedachte is dat ik naar een of ander Romankov of Oskol terug zal moeten keren! O, God, geef me de kracht vol te houden.’ Maar al snel concludeerde ze dat het niet nodig was; de tijd was gekomen om van haar echtgenoot te scheiden, tenminste tijdelijk, en ze ging bij haar ouders wonen.

Haar beslissing viel samen met een belangrijke verandering in het leven van de familie Fadjejev. Andrej was pas benoemd tot commissaris van de boeddhistische Kalmukse stammen in Astrakan en ook van de Duitse kolonisten daar. Deze half oosterse stad ligt strategisch aan de monding van de Volga, waar de rivier in de Kaspische Zee stroomt. Eeuwen tevoren waren HPB’s vikingvoorouders hier langsgekomen op weg naar handelsmarkten in Iran en het Verre Oosten.

Andrej had van zijn superieuren bevel gekregen naar St. Petersburg te komen om instructies te ontvangen voor zijn nieuwe positie, en hij kwam daar toevallig aan op het moment dat de Von Hahns er waren. Toen hij naar Astrakan vertrok, gingen Helena Andrejevna en haar kinderen met hem mee. De moeder van HPB schrijft: ‘Ze vertrok onder bescherming van haar vader naar het andere eind van Rusland. Noch de afstand van 1600 kilometer, noch de moeilijke, moordende wegen joegen haar schrik aan.’40 Door Andrej Fadjejevs commissariaat over honderdduizend boeddhisten kwam Helena Petrovna voor het eerst met een oosterse religie in aanraking.

De Kalmukken waren in de zeventiende eeuw oorspronkelijk uit China gekomen. Toen de Fadjejevs en Von Hahns in Astrakan woonden, bezochten ze de leider van de Kalmukken, vorst Tumen, die in een fabelachtig mooi paleis woonde op een van de eilanden in de delta. Hij bracht zijn dagen door in gebed in een boeddhistische tempel die hij had laten bouwen. Toen hij jong was, had hij, na de nederlaag van Napoleon tegen de Russen, uit zijn volk een regiment gevormd en had hij zich bij het Russische leger aangesloten toen het triomfantelijk Parijs binnenmarcheerde, waarvoor de vorst van de tsaar veel onderscheidingen ontving.41

Helena Andrejevna woonde een jaar in Astrakan en schreef daar twee romans, een over het Kalmukse leven – die later in het Frans werd vertaald – en een die speelde in de Kaukasus, waar de familie kort tevoren naartoe was gegaan voor minerale baden in de warme bronnen, waar dat gebied beroemd om is.

 


HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 13-14

© 2008  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag