Deel 1 – Haar leven in Rusland
1 – Haar afkomst
Bij het lezen van de vele brieven, interviews en omvangrijke geschriften
van HPB, vindt men maar enkele regels over haar voorouders. Blijkbaar
was ze niet geneigd zich op haar afkomst te beroemen, hoe opmerkelijk
die ook was. Onderzoekers moeten voor informatie andere bronnen raadplegen.
Haar moeder, Helena von Hahn, was een beroemde romanschrijfster. Toen
haar boeken verschenen werden ze ‘beschouwd als uitzonderlijke
gebeurtenissen in de Russische literatuur. . . . Ze werd erkend als
de vrouwelijke gelijke van de grote Lermontov, en beroemde critici zoals
Belinsky wijdden artikelen aan haar.’1
Ze is de George Sand van de Russische literatuur genoemd.2
HPB’s grootmoeder van moederszijde, prinses Helena Pavlovna Fadjejev
– bij wie Blavatsky een groot deel van haar kinderjaren en jeugd
woonde – was een wetenschapper en kunstenares van betekenis. De
prinses behoorde tot een van de oude families van Rusland, de Dolgoroeki’s,
die tien eeuwen teruggaat tot vikingvorst Roerik, stichter van wat later
het Russische keizerrijk is geworden. Hij staat ook bekend als de prins
van Roes, waaraan Rusland zijn naam ontleent.
Onder de directe voorouders van HPB zijn Russen, Franse hugenoten en
Duitsers. Gaat men ver terug, dan vindt men ook Scandinaviërs,
want wonderlijk genoeg was Roerik geen Slaaf maar een viking. In de
National Geographic van maart 1985 staat onder het hoofd ‘When
the Rus Invaded Russia . . . Viking Trail East’ te lezen:
De vikingen hadden zich tot diep in Rusland gevestigd
toen Scandinavische krijgers en handelaars, die bekendstonden als
de Roes, de eerste georganiseerde staat in het land stichtten en hun
naam aan een toekomstig rijk gaven. De legendarische Roerik van de
Roes werd in 862 n.Chr. vorst van Novgorod. Duizend jaar later siert
zijn bronzen gestalte een kolossaal monument op het Kremlinplein van
die stad. Omstreeks de elfde eeuw strekte [een handelsweg en] een
Roes-staat, met Kiev als centrum, zich uit van de Oostzee tot de Zwarte
Zee.
De oudste kronieken vermelden dat Roerik en zijn twee broers Rusland
niet waren binnengevallen, maar waren uitgenodigd
om te komen. Zelfs een Amerikaanse reisgids voor de Sovjetunie maakt
hier melding van.3
Blavatsky vertelt het legendarische verhaal in haar artikel over Vader
en Zonen van Toergenjev: ‘Nadat de Slaven hem hadden gesmeekt
te komen en over het land te regeren, werd Roerik naar men zegt door
de afgevaardigden met deze onheilspellende woorden toegesproken: ‘Ga
met ons mee, grote vorst . . . want ons moederland is omvangrijk; maar
er is weinig orde in te vinden.’’’ HPB voegt hieraan
toe: ‘Hun nakomelingen zouden deze woorden met evenveel, zo niet
met meer recht kunnen herhalen’.4
Vorst Jaroslav de Wijze en Michael van Tsjernigov, een vorst die heilig
werd verklaard, behoren tot de afstammelingen van Roerik in de stamboom
van HPB. Later kwam vorst Jakov, de bekende gunsteling van Peter de
Grote.
Het Franse element kwam in de familie toen HPB’s overgrootvader
vorst Paul trouwde met Henriette de Plessis, dochter van een Franse
adellijke hugenoot, die naar Rusland emigreerde en aan het hof van Katharina
de Grote diende. Aan dit Franse hugenotenbloed in het voorgeslacht van
Blavatsky wordt door schrijvers gewoonlijk stilzwijgend voorbijgegaan,
maar de moed van de hugenoten tijdens wrede godsdienstvervolging moet
zeker zijn invloed hebben gehad.
De dochter van vorst Paul en Henriette was HPB’s grootmoeder
van moederszijde, prinses Helena Pavlovna. Ze was in haar tijd iets
bijzonders. Academies en universiteiten waren toen in Rusland niet toegankelijk
voor vrouwen en ze was in hoofdzaak autodidact. Helena Pavlovna was
een voortreffelijke kunstenares en musicus en sprak vloeiend vijf talen.
Ze studeerde zowel klassiek als modern Grieks en onderwees later de
grondbeginselen van beide aan HPB, die ook heel vaardig was in vreemde
talen.5
Het wetenschappelijke werk van haar grootmoeder betrof plantkunde en
archeologie. Een beroemde Britse wereldreiziger, Lady Hester Lucy Stanhope,
schreef in een boek over Rusland:
In dat barbaarse land ontmoette ik een bijzondere
vrouwelijke wetenschapper, die in Europa beroemd zou zijn, maar .
. . er was niemand die de betekenis van haar wetenschappelijke kennis
besefte.6
Het wetenschappelijke werk van Helena Pavlovna werd door verschillende
wetenschappers van betekenis erkend, onder wie Alexander von Humboldt.
Ze voerde een uitvoerige briefwisseling met geoloog Sir Roderick Murchison,
een van de stichters van de Royal Geographic Society in Engeland.7
De Franse geoloog Hommaire de Hell, die zeven jaar in Rusland doorbracht,
schreef over haar gastvrijheid en haar prestaties,8
en noemde om haar te eren een nieuw ontdekt fossiel, Venus Fadjejev.
Zelfs nu nog wordt Helena Pavlovna in Rusland gewaardeerd, zoals een
van onze vertalers, Cathy Young, meedeelt.
In 1813, op drieëntwintigjarige leeftijd, trouwde de prinses met
Andrej Fadjejev, die een bestuursambt bekleedde en tenslotte gouverneur
van een provincie werd.9
Zijn overgrootvader, kapitein in het leger van Peter de Grote, sneuvelde
in de slag van Poltava, toen de Zweedse koning Karel XII Rusland was
binnengevallen. De grootvader van Andrej bezweek aan de wonden die hij
in een van de Turkse oorlogen had opgelopen, terwijl zijn oom sneuvelde
tijdens de inval van Napoleon in 1812. Het moet voor HPB meer dan een
puur theoretische geschiedenisles zijn geweest toen ze over deze afschuwelijke
oorlogen las waarin haar eigen bloedverwanten omkwamen.10
Hoewel het huishouden bedienden had, voedde prinses Helena haar kinderen
zelf op: eerst Helena Andrejevna, de moeder van Helena Petrovna; daarna
Katharina, de toekomstige moeder van graaf Witte, die de eerste premier
van Rusland werd; vervolgens Rostislav, in zijn tijd bekend als generaal
in het leger, historicus en sociaal hervormer;11
en tenslotte Nadja of Nadjezjda, die maar drie jaar ouder was dan Helena
Petrovna en haar geliefde kameraad in hun jeugd. Helena Andrejevna zei
eens over haar moeder: ‘Zelfs als ik u vertelde dat onze moeder
onze voedster, oppas, lerares en beschermengel was, dan zou dat toch
niet al haar opofferende, eindeloze, onzelfzuchtige aanhankelijkheid
beschrijven waarmee ze voortdurend ons leven verblijdde.’12
Later zou ze hetzelfde doen voor haar kleinkind, de toekomstige Helena
Blavatsky.*
*Met drie Helena’s in de familie van HPB is het
voor de identificatie gemakkelijk dat in Rusland de tweede naam altijd
de eerste naam van de vader is met een uitgang die ‘zoon van’
of ‘dochter van’ betekent. Zo werd Helena Pavlovna genoemd
naar Paul; Helena Andrejevna naar Andrej; en Helena Petrovna naar haar
vader, Peter. In Rusland spelt men Helena gewoonlijk als Elena (uitspraak:
Jelena).
Haar goede daden beperkten zich niet tot haar eigen familie: als weldoenster
van de armen heeft Helena Pavlovna veel gezinnen van de hongerdood gered
en heeft ze een toevluchtsoord voor kinderen gesticht.13
Als Russisch orthodoxe christen was de grootmoeder diep religieus, en
Helena Petrovna werd in die geest opgevoed. De oude dame zei vaak: ‘God
is alwijs, de algoede, die alles in de wereld prachtig en nuttig heeft
geschapen.’14
Een negentiende-eeuwse schrijver vermeldde dat de prinses ‘een
heel hoge leeftijd bereikte [!] . . . ze werd 72 jaar’.15
* * *
Men kan de Duitse afkomst van HPB terugvoeren via haar vader, Peter
von Hahn, tot de beroemde middeleeuwse kruisvaarder graaf Rottenstern,
van wie het leven eens werd gered door het kraaien van een haan toen
een Saraceen zijn tent binnenkwam om hem te doden. Uit dankbaarheid
voegde de graaf aan zijn naam het Duitse woord voor haan toe.16
Als graven en gravinnen waren de Von Hahns bekend in Duitsland en later
in Rusland, waarheen de voorouders van Peter enkele generaties voor
zijn geboorte waren geëmigreerd. Gedurende de zeventiende en achttiende
eeuw oefende niet alleen de Nieuwe Wereld maar ook Rusland aantrekkingskracht
uit op vervolgden en avonturiers. HPB spreekt over deze westerse ent
op Russische stam. De namen van de emigranten ‘werden in sommige
gevallen zo verrussischt dat ze niet meer te herkennen waren. Zo werden
bijvoorbeeld de Engelse Hamiltons de ‘homutovs’!’17
Peter von Hahn volgde een militaire loopbaan en bracht het voor zijn
pensionering tot kolonel. Zijn vader, generaal Alexis von Hahn, verwierf
speciale erkenning omdat hij een beslissende veldslag in Zwitserland
had gewonnen, waar hij tijdens de Russische bezetting commandant van
Zürich werd. Hij trouwde met gravin Elizabeth Maksimovna von Pröbsen,
Helena Petrovna’s Duitse grootmoeder, van wie de kleindochter
haar zilverachtige, krullende haar en haar levendige, opgeruimde, onbezorgde
aard erfde.18
Helena Petrovna’s vader gaf blijk van een ander soort humor,
het sarcasme van een verstokte scepticus. Hij was ontwikkeld en belezen
en had weinig behoefte aan religie en occulte zaken – hij noemde
ze ‘gebazel van kindermeisjes’. Zijn reacties op de ontluikende
psychische vermogens van zijn dochter zullen later interessante lectuur
vormen.
Aan vaderszijde was Helena Petrovna’s oudtante,19
gravin Ida Hahn-Hahn, een bekende Duitse schrijfster, van wie zowel
in Engeland als op het vasteland boeken werden uitgegeven. Door een
vreemde samenloop van omstandigheden hielden Helena Petrovna’s
moeder en deze oudtante zich bezig met een gemeenschappelijke zaak.
In het voorwoord van de tweede uitgave van haar moeders Volledige
Werk, dat in 1905 werd uitgegeven, staat het volgende:
In de jaren dertig van de vorige eeuw verschenen
in Frankrijk, Duitsland en Rusland kort na elkaar verschillende romans,
waarin voor het eerst in de geschiedenis vragen over de sociale positie
van de vrouw in al haar aspecten werden behandeld. Men zou het begin
van de zogenaamde feministische beweging en het vrouwenkiesrecht
in de westerse wereld in feite kunnen terugvoeren tot deze romans.
Drie schrijfsters waren hiervoor verantwoordelijk: de beroemde George
Sand in Frankrijk, gravin Ida H. Hahn-Hahn in Duitsland en Helena
Andrejevna Hahn [de moeder van HPB] in Rusland, die schreef onder
het pseudoniem Zenaida R-va. Ze probeerden in hun geschriften het
ongelukkige lot en de ellendige sociale positie van vrouwen aan te
tonen, die óf door de omstandigheden werden gedwongen buiten
de kring van het huwelijksgeluk te blijven, óf de volledige
schipbreuk van hun huwelijk te overleven.20
Helena Andrejevna hield zich in haar boeken ook bezig met andere onrechtvaardigheden
dan die vrouwen werden aangedaan, en ze was een van de eersten die dat
in Rusland deed. De heldin in haar veelgeprezen roman, Theophania
Abbiadzjio, tuurt terwijl ze op een avond langs de huizen van de
rijken loopt, door de ramen naar binnen en ziet daar dames, die opzichtig
gekleed zijn met veren en briljanten. Onwillekeurig vraagt Theophania:
‘Waaraan verdienen ze deze voorrechten? Hoe rechtvaardigen ze
die? Waarom krijgen zij alles, terwijl anderen als verschoppelingen
rondzwerven, verstoken van alle vermaak en vreugde . . . maar toch drukt
al het werk, alle inspanning op deze verschoppelingen?’ Als ze
daarna door een arme straat gaat met kleine, armzalige, half in de grond
verzonken huizen, ziet ze ‘de afschrikwekkende gezichten van de
kolenstokers. . . . Daar wonen de mensen die het leven van de hele stad
gaande houden, maar ze zijn onzichtbaar en door iedereen vergeten.’
Niet ver weg genieten de rijken van vuurwerk, terwijl ‘honderd
stappen verder een heel gezin op een stuk vochtige grond van honger
omkomt, en geen enkel vonkje verandert in hemels manna en valt op hun
hoofd om hen te redden’.21
In de boeken van HPB vinden we dezelfde diepe bewogenheid voor het lijden
van anderen. In De Stem van de Stilte, een boek dat naar men
zegt op Tennysons nachtkastje lag toen hij stierf,22
vinden we de volgende regels:
Laat uw ziel het oor lenen aan iedere kreet van smart,
zoals de lotus zijn hart opent om de morgenzon in te drinken.
Laat niet de felle zon één traan van
smart drogen vóór u die zelf van het gezicht van iemand
die lijdt heeft afgewist.
Maar laat elke brandende menselijke traan uw hart
raken en daar blijven bestaan en wis hem nooit af voordat het leed
dat hem deed vloeien is weggenomen.23
Deze tranen, u met een groot meedogend hart, zijn
de stromen die de velden van onsterfelijke barmhartigheid bevloeien.
Op die grond ontluikt de middernachtelijke bloem van Boeddha,* die
moeilijker is te vinden en nog minder vaak voorkomt dan de bloem van
de vogayboom. . . . Weet dat de stroom van bovenmenselijke kennis
. . . die u heeft verkregen, uit uzelf . . . in een andere bedding
moet worden geleid. . . . Zijn reine zoete wateren moeten worden gebruikt
om de bittere golven van de oceaan te verzachten – die machtige
zee van smart, gevormd uit de tranen van mensen.24
*Adeptschap: de ‘bloesem van bodhisattva’.
(HPB)
De loopbaan van Helena Andrejevna als schrijfster begon pas toen haar
dochter Helena Petrovna vijf jaar was. We richten onze aandacht nu op
de geboorte van haar eerste kind, toen de moeder nog maar zeventien
was.
HPB: Het bijzondere
leven en de invloed van Helena Blavatsky, blz. 3-7
© 2008 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag