Brief 17
De meesters hebben geschreven dat wij allen samen
in één levend geheel zijn verbonden. Daarom hebben de
gedachten en handelingen van één invloed op allen.
Ervaring heeft aangetoond dat het waar is, zoals
de meesters hebben gezegd, dat elk oprecht lid in elke stad de TS kan
helpen en zijn stadsgenoten van dienst kan zijn. Er is geen verheven
kennis nodig, maar alleen toewijding aan de mensheid, vertrouwen in
de meesters, in het hogere zelf, een begrip van de fundamentele waarheden
van theosofie en een kleine, slechts een kleine, oprechte poging om
die fundamentele waarheden aan de mensen aan te bieden die ze heel erg
nodig hebben. Die poging moet onafgebroken worden gedaan. Geen enkele
vergeefse inspanning om te preken over verschijnselen of ze aan te tonen
zal enige waarde hebben, want, ook dat hebben de meesters geschreven,
één verschijnsel vraagt om nog een en nog een.
De mensen willen een praktische oplossing van de
problemen waarmee ze worstelen, en die oplossing vind je in theosofie.
Wil je niet proberen die steeds meer aan hen te geven en ––
uit het moeras te redden waarin deze zich bevindt?
Ik zou je aandacht met name willen vestigen op broeder
––. Er is niet die volledige sympathie en tolerantie tussen
hem en jou die er hoorde te zijn, en omwille van het werk zou dat anders
moeten zijn. Je kunt zeggen dat het zijn fout is. Dat is niet geheel
het geval, want er is jou ook iets te verwijten, zo niet in dit leven
dan vanuit een ander eerder leven. Kan je ontkennen dat hij lange tijd
de Afdeling daar aan de gang heeft gehouden? Want als hij dat niet had
gedaan zou deze zijn uitgestorven, hoewel jullie ook noodzakelijke werktuigen
waren.
Heeft een van jullie onvriendelijke of wraakzuchtige
gevoelens tegenover hem gehad? Als dat zo is, zou je die dan niet onmiddellijk
uit je hart moeten verdrijven? Want ik zweer je op mijn leven dat als
iets je dwars zit of als je ongelukkig bent geweest, dit komt door de
reactie van zulke of soortgelijke gedachten over hem of anderen. Drijf
ze alle uit je hart, en bied hem die vriendelijkheid en broederlijkheid
zodat hij door de kracht van de vriendelijkheid waaraan je uitdrukking
geeft wordt aangetrokken tot volle eenheid en samenwerking met jou.
Discussie of bewijs om aan te tonen dat je helemaal
gelijk hebt en hij ongelijk halen niets uit. We staan geen van allen
ooit in ons recht, er is altijd dat in ons waardoor de ander geïrriteerd
raakt. De enige discussie zou tot doel moeten hebben om uit te vinden
hoe je aan de wereld in jouw regio één enkel aaneengesloten
front kunt bieden.
Wat de uitdrukking ‘geluiden zien’ betreft,
dit begrijp je natuurlijk voorzover de uitspraak van toepassing is.
Het geeft het feit weer dat op één moment de trillingen
die nu een geluid veroorzaken toen in staat waren een beeld te vormen,
en dit doen ze nog op het astrale gebied.
Brieven
die me hebben geholpen, blz. 149-150
© 2001 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag