Brieven die me hebben geholpen / William Q. Judge

Deel 1 bevat brieven die werden gepubliceerd in The Path, december 1888 – maart 1890. Deze verschenen voor het eerst in boekvorm in 1891.

Vertaling van Letters That Have Helped Me, 1943

isbn 9789070328580, paperback, bestel boek

Eerste druk 2001

Uit deze uitgave mag alleen met toestemming van de uitgever iets worden overgenomen.

© 2001  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

 

   
      Inhoudsopgave     

 

Brief 16

 

In antwoord op je vragen:

(1) Kleren en de astrale vorm.

Antwoord: Je hebt geen gelijk als je aanneemt dat kleren geen astrale vorm hebben. Alles in de natuur heeft zijn dubbel op andere gebieden; in feite kan niets in de materie of de ruimte zonder zo’n grondslag worden voortgebracht. Zowel de kleren als de persoon worden gezien omdat zij evengoed als hijzelf op het astrale gebied bestaan. Bovendien worden mensen op het astrale gebied gezien met kleding van verschillende snit en kleur, omdat het denken en het verlangen van de persoon hem op die manier kleedt. Iemand kan dus in het astrale licht worden gezien met een kostuum dat volkomen verschilt van de kleren die hij aanheeft, omdat zijn gedachten en verlangens bij een ander pak waren, dat gemakkelijker zit, of geschikter is, of wat al niet.

(2) Wat kunnen ware en oprechte theosofen doen tegen het Zwarte Tijdperk of kaliyuga?

Antwoord: Niets ertegen maar wel veel erin; want men moet bedenken dat het feit alleen al dat dit het ijzeren of basistijdperk is, gelegenheden schept die in geen ander tijdperk worden verkregen. Het duurt maar een kwart van de tijd van het langste van de tijdperken, en is daarom vier keer zo volgepropt met leven en activiteit. Vandaar de snelheid waarmee alle dingen daarin gebeuren. Een kleine oorzaak brengt gigantische gevolgen mee. Om nu maar een klein beetje naar het hogere te streven zal grotere en meer blijvende gevolgen ten goede teweegbrengen dan op enig ander moment. En evenzo heeft een kwade bedoeling veel grotere mogelijkheden tot het kwade. Deze grote krachten nemen zichtbaar toe aan het einde van bepaalde cyclussen in het kaliyuga. De huidige cyclus, die sluit tussen 17 november 1897 en 18 februari 1898, is een van de belangrijkste die er zijn geweest. Kansen om een blijvend effect ten goede in henzelf en in de wereld als geheel tot stand te brengen worden op dit moment geboden aan theosofen, die ze misschien nooit weer krijgen als ze deze laten voorbijgaan.

 

 


Brieven die me hebben geholpen, blz. 147-149

© 2001  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag