Brieven die me hebben geholpen / William Q. Judge

Deel 1 bevat brieven die werden gepubliceerd in The Path, december 1888 – maart 1890. Deze verschenen voor het eerst in boekvorm in 1891.

Vertaling van Letters That Have Helped Me, 1943

isbn 9789070328580, paperback, bestel boek

Eerste druk 2001

Uit deze uitgave mag alleen met toestemming van de uitgever iets worden overgenomen.

© 2001  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

 

   
      Inhoudsopgave     

 

Brief 15

 

Nu is dit, zoals ik zei, een tijdperk. Ik noemde het dat van het westerse occultisme, maar je kunt elke naam eraan geven die je wilt. Maar het is westers. Het symbool is de goedbedoelde Amerikaanse Republiek, die door Tom Paine vooraf werd gezien ‘als een nieuw tijdperk in de wereldgeschiedenis’. Ze was voorbestemd om zoveel mogelijk een broederschap van volkeren te zijn, en dat is de strekking van haar onafhankelijkheidsverklaring en constitutie. De TS is voorbestemd datzelfde te zijn, maar heeft jarenlang in een toestand van wrijving verkeerd. Ze moet, zo mogelijk, daaruit zien te komen. Ze kan geen broederschap zijn tenzij ieder, of sommige, van haar leden in feite een broeder wordt. En broeder was de edele naam die in 1875 aan de meesters werd gegeven. Daarom moeten jij en ik en wij allen daaraan werken. We moeten onze vijanden vergeven en zij die ons aanvallen, want alleen zo kunnen de edele broeders op de juiste manier helpen door via ons te werken. Er schijnt heel wat te vergeven te zijn, maar dat is gemakkelijk te doen omdat we over vijftig jaar allemaal vertrokken en vergeten zullen zijn.

Maak dan een einde aan die gedachten over die ‘dwaze kinderen’ tot er tot op zekere hoogte harmonische trillingen op volgen. Die dwaasheid . . . laat die gaan. Ik heb met opzet afgezien van het aangrijpen van zo’n grote kans. Dus zie je, vergeef, vergeef en vergeet op grote schaal. Vooruit dan, en stimuleer met mij zo snel mogelijk het gevoel van broederschap.

Welnu, je wilt meer licht, en dit is wat je moet doen. Je zult iets moeten ‘opgeven’. Namelijk: laat jezelf een half uur eerder wekken dan gewoonlijk en wijdt dit vóór het ontbijt aan stille meditatie, waarin je over alle grote en verheven ideeën nadenkt. Een half uur! Dat kun je toch wel missen. En eet niet eerst. Als je ook een half uur kunt vrijmaken vóór je naar bed gaat en zonder te beginnen je uit te kleden en de dingen gemakkelijker of meer aangenaam te maken, mediteer dan opnieuw. Welnu, stel me hierin niet teleur. Dit is veel om op te geven, maar geef het op, waarbij je bedenkt dat je niet al die voorbereidingen moet maken waarin mensen zich uitleven. . . . ‘De beste en belangrijkste leraar is iemands zevende beginsel geconcentreerd in zijn zesde. Hoe meer je je ontdoet van het persoonlijke gevoel van afgescheidenheid, en hoe meer je bent toegewijd aan het dienen van anderen, hoe meer maya verdwijnt en hoe dichter je het goddelijke nadert’. Vaarwel dan, en ik hoop dat je die vrede zult vinden die uit het zelf komt.

 

 


Brieven die me hebben geholpen, blz. 146-147

© 2001  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag