Brief 11
Aan ––.
Er is in jouw brief een zin die niet door J. Niemand
wordt verklaard, en die echter toelichting behoeft, want deze is het
uitvloeisel van een verkeerd idee bij jou. Je zegt: ‘Kan ik deze
onwetende elementalen helpen door mentale instructie? Ik heb het geprobeerd,
maar had geen succes.’
In al die gevallen waar de onwetendheid door de
elementalen wordt veroorzaakt, kun je dat niet. Elementalen
zijn niet onwetend. Ze weten even weinig en even veel als jij. Meestal
weten ze meer. Weet je niet dat ze spiegels zijn. Ze weerspiegelen aan
jou òf je eigen bewustzijn òf die mentale lagen die worden
veroorzaakt door het tijdperk, het volk, en het land waarin je je misschien
bevindt. Hun werking is onveranderlijk automatisch en onbewust. Ze geven
niet om wat door jou ‘mentale instructie’ wordt genoemd.
Ze horen je niet.
Weet je hoe ze horen, of welke taal ze begrijpen?
Geen menselijke taal; en ook geen gewone menselijke gedachten gekleed
in mentale spraak. Dat is voor hen helemaal een dode letter.
Er kan alleen door correlaties van kleuren en geluiden
met hen worden gecommuniceerd. Maar terwijl je je tot hen richt, komen
die gedachten tot leven door elementalen die toesnellen en zich aan
die gedachten hechten.
Probeer daarom niet te veel met hen te spreken,
want als je hen informatie geeft dan zouden ze van jou een beloning
of privilege kunnen verlangen, of aan jou gehecht raken, want om ze
iets te laten begrijpen moeten ze jou kennen, en een fotografische plaat
vergeet nooit.
Wees niet bang voor hen, en deins ook niet vol afschuw
of walging terug. De tijd van beproeving moet worden doorgemaakt. Job
moest zijn tijd afwachten totdat al zijn moeilijkheden en ziekten wegtrokken.
Vóór die tijd kon hij niets doen.
Maar we moeten niet werkloos gaan zitten en klagen;
we moeten die beproevingen ondergaan, en intussen nieuwe en goede elementalen
aantrekken zodat we een – om een westerse uitdrukking te gebruiken
– kapitaal hebben waarvan we kunnen leven wanneer de tijd van
beproeving tenslotte volledig voorbij is.
Alle andere punten heeft Niemand heel goed uitgelegd.
Lees beide samen.
Tenslotte; ken deze wet, geschreven op de muren
van de tempel van kennis.
‘Geef vrijelijk wat u heeft ontvangen; als
u eenmaal uw leven in gedachten heeft gewijd aan de grote stroom van
energie waarin zowel elementalen als zielen worden meegevoerd –
en die de polsslag van ons hart veroorzaakt – kunt u dit nooit
meer terugvorderen. Zoek dan die geestelijke toewijding die zich inspant
om te geven. Want in de wet staat geschreven dat we alles moeten weggeven
of we zullen het verliezen: zoals jij mentale hulp nodig hebt, zo hebben
anderen dat ook die in de duisternis rondzwerven op zoek naar licht.’
Brieven
die me hebben geholpen, blz. 141-142
© 2001 Theosophical
University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag