Theosophical University Press Agency

Discipline gaat vooraf aan de mysteriën

Kirby Van Mater

Wat was het doel van het theosofische centrum in Point Loma, en werd dat doel daar bereikt? Het centrum werd gestart als de School for the Revival of the Lost Mysteries of Antiquity, en werd aangekondigd bijna onmiddellijk nadat Katherine Tingley in 1896 de leiding van de Theosophical Society op zich had genomen. Het was een poging om de atmosfeer van de mysteriescholen van de oudheid in het leven van deze tijd te brengen, en theosofische idealen in praktische zin te demonstreren. Hoe ontwikkelde deze school zich, en op welke manieren slaagde ze erin haar missie te vervullen?

In haar jeugd vormde Katherine Tingley zich een beeld van scholen waar studenten zo werden opgevoed dat hun ware geestelijke eigenschappen werden ontwikkeld naast het volgen van het gewone lesprogramma. Het kleine meisje sprak de denkbeeldige studenten toe in haar ‘Witte Stad’ die in ‘het westen’ zou worden gebouwd. Haar grootvader, de mysticus en vrijmetselaar Nathan Chase, en zijn buurman John Greenleaf Whittier begrepen haar dromen en moedigden haar aan. Later leerde ze van generaal John C. Frémont over een plaats in het westen zoals ze zich die had voorgesteld. Hij vertelde haar over een landpunt in Californië die zich naar het westen uitstrekte en dan naar het zuiden afboog zodat deze aan de ene kant San Diego Bay omsloot en aan de andere kant grensde aan de Stille Oceaan. Door de atmosfeer ervan, zei hij, werd hij telkens opnieuw naar die plek aangetrokken wanneer hij in dat deel van het land reisde.

Op Point Loma zou Mw. Tingley haar ‘school in het westen’ bouwen. Bij de ceremonie toen de hoeksteen ervan werd gelegd, zei ze:

Weinigen kunnen de enorme betekenis van wat hier vandaag is gedaan beseffen. In de oudheid werd het oprichten van een tempel gezien als iets van wereldwijde betekenis. Koningen en prinsen uit verafgelegen landen woonden de ceremonies van de oprichting ervan bij. Wijzen uit alle delen van de wereld kwamen vooraf bijeen om bij zo’n gebeurtenis aanwezig te zijn; want het bouwen van een tempel werd terecht beschouwd als een weldaad voor de hele mensheid.

Mannen, vrouwen en kinderen kwamen van overal in de wereld naar de School of Antiquity, waar de hele persoon werd blootgesteld aan niet alleen academisch onderwijs maar ook aan toneel, muziek en leefregels voor het dagelijkse werk die via klank, schoonheid en handelingen tot uiting brachten wat woorden niet konden overbrengen.

In overeenstemming met de innerlijke missie ervan waren de leidende gedachten van het leven op de School discipline en leven volgens de theosofische idealen. Met de woorden van Mw. Tingley:

Laten we niet vergeten dat we samenwerken voor het doel de mensheid te dienen en haar de kennis te verschaffen die ze nodig heeft; dat dit werk niet van commerciële aard is, zelfs niet van gewoon opvoedkundige aard, maar dat het een geestelijke poging is in de hoogste zin van het woord; en daarom moeten we geestelijk worden begiftigd met die eigenschappen die de ware adel aankweken. . . .

We kunnen hoge idealen niet op concrete wijze tot uitdrukking brengen zolang wij niet zelf de levende uitdrukking van die idealen zijn. We kunnen de toestand van de wereld niet zo verbeteren dat er geestelijk aan de toekomst wordt gebouwd, vóór wij een volstrekt juiste grondslag voor ons eigen leven hebben gevonden. De naties zijn tegenwoordig op de verkeerde weg, . . . maar niemand kan ze blijvend helpen als zijn eigen kleine natie – het individuele leven – in geestelijk opzicht niet is wat het zou moeten zijn.
Theosofie: het pad van de mysticus, blz. 52, 70

Bewoners werden herinnerd aan de waarde van harmonie, stilte, voortdurende aspiratie, en de noodzaak om de kleinste plicht met volle aandacht te vervullen. Er werd van hen verwacht dat ze deelnamen aan de culturele, educatieve en praktische activiteiten, om overdag te werken en ’s avonds de bijeenkomsten en cursussen bij te wonen. Regelmatig vroeg Mw. Tingley hen allen om een bepaald denkbeeld, zoals broederschap, tijdens hun dagelijkse taken voortdurend in gedachten te houden, zodat men innerlijk zou zijn verenigd:

Onze opgave is meer en meer van onszelf in te zetten op het werkelijke slagveld. Dat slagveld bestaat uit de gevoelens en gedachten van de mens; daarom wordt de strijd door juiste gevoelens en gedachten volgehouden. Onze kracht ligt daarin dat we positief blijven; dat we een standvastige vreugde in ons hart bewaren; dat we kort mediteren over alle zwevende grootse ideeën tot we ze begrijpen en ons eigen hebben gemaakt; een meditatie waarbij de verbeelding zich uitstrekt naar het toekomstige leven van de mensheid en de grootsheid ervan — dat we nadenken over het idee van broederschap.
Op.cit., blz. 22

Hoe kunnen wij het blijvende belang van het theosofische werk dat in Point Loma werd gedaan evalueren? Meer dan dertig jaar vond het opvoedkundige en menslievende werk plaats onder leiding van Mw. Tingley. Mensen van overal op de wereld, bekende en onbekende, bezochten het terrein, woonden concerten en toneeluitvoeringen bij, en hoorden lezingen door persoonlijk erbij aanwezig te zijn of via de radio, of lazen ze in boeken en tijdschriften. Haar werk voor vrede, internationalisme, het afschaffen van de doodstraf, en onderwijshervormingen kregen in brede kring aandacht. Ze legde nadruk op de praktische toepassing van de theosofie, in tegenstelling tot de intellectuele studie of de psychische ontwikkeling, terwijl ze het fundamentele onderscheid liet zien tussen het doel van de theosofie en dat van enige andere organisatie of aanspraak.

Na Katherine Tingley’s dood werd de nadruk van het theosofische werk verschoven. Zij werd als theosofische leider opgevolgd door Gottfried de Purucker die jarenlang haar medewerker was geweest. Op 5 december 1929 riep hij een congres bijeen in Point Loma om de constitutie van de Universele Broederschapsorganisatie te wijzigen, die haar oorspronkelijke naam weer aannam: The Theosophical Society. Veel activiteiten werden geleidelijk stopgezet, en uiteindelijk bleef van de rajayoga-scholen alleen de Theosophical University over. In juni 1942 verhuisde het Internationale Hoofdkwartier naar Covina, Californië, nabij Los Angeles.

James A. Long wijst erop dat het werk van de theosofische leiders drie basisaspecten heeft: het uiterlijke, het innerlijke, en het zaaien van zaden:

Oppervlakkig gezien zou het werk van KT in Point Loma door haar critici en door hen die een kortzichtig standpunt innemen gemakkelijk als een mislukking kunnen worden bestempeld. Maar KT was zaden aan het zaaien – niet alleen in het denken en het hart van de leerlingen van de rajayoga-school, want dat was maar een ondergeschikt aspect ervan, het meest uiterlijke aspect. Ze was zaden aan het zaaien in het fundament van de beschaving zelf. En we hebben gezien dat die zaden vruchten dragen, . . .

bijvoorbeeld in de toenemende roep om wereldvrede, in het groeiende gevoel van mensen dat ze burgers zijn van de hele aarde, in het protesteren tegen de doodstraf, in een meer verlichte zorg voor gevangenen, in verschillende hervormingen van het onderwijsstelsel in de Verenigde Staten, in het behandelen van de jeugd en in de organisaties die zich bezighouden met hun problemen. Zoals Long opmerkt ‘kunnen mensen het al of niet in naam van de theosofie doen, en ze doen het misschien ook niet op een theosofische manier zoals wij waarschijnlijk zouden willen dat ze het doen, maar ze doen het’.

Maar de inspanningen in Point Loma, en vooral de rajayoga-school, hadden nog een ander aspect:

er waren maar relatief weinigen die erin slaagden de training die het met zich meebracht te doorstaan. Het was niet zoals veel, heel veel leden dachten, een zuiver opvoedkundige aangelegenheid. Het was een verschrikkelijke test voor de ziel van het individu die naar die School ging; . . .
Opmerkingen op een bijeenkomst, mei 1951, Stockholm, Zweden

Mw. Tingley’s inspanningen waren een experiment. Ze liet zien dat de meeste mensen nog geen voordeel kunnen trekken uit zo’n intensieve training, en dat het moeilijk maar cruciaal is om gekwalificeerde leraren en ander personeel te vinden om zulke opvoedkundige idealen in praktijk te brengen. Maar in beginsel was de School of Antiquity een nieuwe uitdrukking van de mysteriën, die scholen van het leven en van kennis die in de oudheid bestonden. Zoals er in het verre verleden overal bekende mysteriecentra waren, zo zullen ze door de karmische wet na verloop van tijd terugkeren. De inspanningen van Katherine Tingley hielpen om de zaden te zaaien voor de uiteindelijke herinvoering van die universele geestelijke instituten in het openbare leven.

Meer rechtstreeks leidde Mw. Tingley’s inspanning tot het vestigen van discipline, aspiratie en het vertalen van theosofische leringen naar de praktijk van het dagelijks leven, wat haar opvolger, G. de Purucker, ertoe bracht zijn uitgebreide toelichting op de theosofische filosofie te geven die hij grotendeels gaf aan studenten die door hun training onder Mw. Tingley waren voorbereid om hem te begrijpen. Want inderdaad, discipline en ‘het leven leven’ gaan vooraf aan de mysteriën: ‘Zodra we ons denken afstemmen op de grootse beginselen van broederschap en dienstverlening gaat ons hart open, wordt ons denken helder, en zal het nieuwe licht waarnaar wij verlangen doorbreken’ (Het pad van de mysticus, blz. 46). De innerlijke atmosfeer van de Point Loma School wordt goed samengevat in Katherine Tingley’s parafrase van de gayatri:

O mijn godheid! U vermengt u met de aarde en vormt voor uzelf tempels van grote kracht.

O mijn godheid! U leeft in het hartenleven van alle dingen en straalt een gouden licht uit dat voor altijd schijnt en zelfs de donkerste hoeken van de aarde verlicht.

O mijn godheid! Vermeng U met mij opdat ik van het vergankelijke onvergankelijk moge worden; opdat ik van onvolmaaktheid tot volmaaktheid moge komen; opdat ik vanuit de duisternis in het licht moge gaan.

Katherine Tingley


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 1998

© 1998 Theosophical University Press Agency