Theosophical University Press Agency

Homeopathie: genezing van het samengestelde wezen

J.T. Coker

Veel genezers – waaronder de Indiase Ayurvedische, de klassieke Chinese, de Tibetaanse, de Indiaanse en de traditionele Afrikaanse – behandelen hun patiënten als samengestelde wezens, van wie het bestaan meer omvat dan alleen het stoffelijke. Ze gebruiken verschillende modellen van de menselijke constitutie, afhankelijk van hun culturele achtergrond, maar ze zijn het er in beginsel over eens dat de mens niet tot slechts stoffelijke mechanismen kan worden gereduceerd.

Hoewel er nu enige belangstelling is voor de wijsheid van andere culturen, wordt ze door moderne, technisch ingestelde westerlingen, die in deze stelsels van denken en genezen geen rationele basis zien, vaak afgedaan als ‘primitief’. Het zijn culturele verschillen die de moeilijkheden vormen. Maar er bestaat een rationele westerse geneeskunde die de niet-mechanistische, niet-beperkende opvatting over de mensheid deelt.

In navolging van de grondgedachten van Hippocrates (ca. 460 v.Chr.) en Paracelsus (1490-1541), publiceerde de Duitse genezer Samuel Hahnemann (1755-1843) in 1810 zijn Organon der rationellen Heilkunde, dat een oude manier van genezen volgens het gelijksoortigheidsbeginsel1 verklaarde en systematiseerde. De samengestelde menselijke aard is daarbij een van de uitgangspunten. Over de ‘Levenskracht’ schreef hij:

§ 9

In de gezonde toestand van de mens regeert de geestelijke levenskracht (autocratie), de dynamische kracht die het stoffelijke lichaam (organisme) bezielt, met onbeperkte macht en houdt alle delen van het organisme op bewonderenswaardige, harmonieuze, vitale wijze aan het werk, zowel wat gewaarwordingen als functies betreft, zodat onze inwonende, met rede begiftigde geest dit levende, gezonde instrument vrijelijk voor de hogere doeleinden van ons bestaan kan gebruiken.

§ 10

Het stoffelijke organisme, zonder de levenskracht, is niet in staat gewaarwordingen te hebben, te functioneren en zichzelf in stand te houden;* het ondergaat alle gewaarwordingen en verricht alle levensfuncties door middel van het onstoffelijke wezen (het levensbeginsel) dat het stoffelijke organisme bezielt als het gezond en ook als het ziek is.

*Het is dood en is nu alleen onderhevig aan de krachten in de uiterlijke, stoffelijke wereld; het vergaat en valt weer uiteen in zijn scheikundige bestanddelen.2

De homeopathische geneeskunde wordt in de meeste delen van de moderne wereld gerespecteerd en toegepast, vooral in Europa. Geneeskundigen in India, ook velen die in de moderne technologische geneeskunde zijn opgeleid, passen het toe als een zeer effectieve geneeswijze die goed in hun traditionele kijk op de mens als een essentieel geestelijk wezen past.

De Griekse homeopaat George Vithoulkas heeft diepgaand over de onderlinge afhankelijkheid van de geestelijke, mentale, emotionele, virale en fysieke aspecten van de mens geschreven en over de noodzaak genezing op alle gebieden te bewerkstelligen, wil een mens werkelijk gezond of ‘heel’ zijn. Volgens de homeopathische ideeën worden ziektesymptomen verklaard als een uitwendige uiting van een innerlijke verstoring. In The Science of Homeopathy zet Vithoulkas deze visie uiteen in het licht van onze samengestelde menselijke natuur, door te putten uit zijn eigen uitgebreide ervaringen die op dat model zijn gebaseerd en op die van de generaties die sinds de tijd van Hahnemann de homeopathie hebben toegepast.3

Voorbeelden van ziekten of gebreken op één gebied en gezondheid op andere gebieden zijn er te over. Stephen Hawking, de briljante Engelse astrofysicus, is er een voorbeeld van; hij heeft een scherp intellect, maar zijn lichaam is bijna volledig verlamd; omgekeerd hebben patiënten die voor een emotionele of mentale ziekte zijn opgenomen gewoonlijk een goede lichamelijke gezondheid. Vithoulkas wijst erop dat in het zeldzame geval dat een emotioneel gestoord persoon een lichamelijke ziekte oploopt, zoals een verkoudheid of griep, zijn emotionele symptomen tijdelijk afnemen, en weer terugkeren als de lichamelijke klacht is verdwenen.

Theosofen hebben zich uitgesproken over de samengestelde natuur van de mens met betrekking tot gezondheid en genezing:

Het idee moet niet zijn om de ziekte terug te dringen of haar in een latente toestand te dwingen, maar haar naar buiten te brengen, haar zo gemakkelijk mogelijk naar buiten te leiden. De geneeskunde van de toekomst zal zich dit zo scherp realiseren, en de kennis van het fysieke lichaam zal zoveel groter zijn dan nu, dat de artsen van de toekomst in staat zullen zijn om een ziekte voorzichtig en zachtjes naar buiten te leiden zodat het lichaam nauwelijks schade wordt toegebracht, en zeker niet te gronde wordt gericht zoals het zonder succes experimenteren bij een medische behandeling tegenwoordig vaak het lichaam te gronde richt. G. de Purucker4

‘mind cure’ en ‘metafysische genezing’ . . . drijven ziekten terug naar onze innerlijke, verborgen levensgebieden, die ons anders via de natuurlijke uitweg, ons fysieke lichaam, zouden hebben verlaten.

. . . Manas [het denkvermogen] bevat de bewerkende oorzaken van de omstandigheden waarin we verkeren, ons ingeboren karakter en de zaden die telkens weer ontkiemen als fysieke en ook als zuiver mentale kwalen . . .

Als deze zaden ontspruiten en hun krachten vrijkomen, vertonen ze zich als ziekten in het lichaam, waar ze uitwerken . . .

De ziektekiemen bevinden zich hoofdzakelijk in het denkvermogen, en beginnen zich uit te werken door middel van de innerlijke stromen die de overeenkomstige trillingen naar het fysieke gebied overbrengen. Indien ze aan zichzelf worden overgelaten – afgezien van middelen om de pijn te verlichten of de ziekte kwijt te raken – verlaten ze het lichaam en verdwijnen in de grote smeltkroes van de natuur, en men is voor altijd van ze bevrijd. Daarom wordt gezegd dat pijn als een goede vriend moet worden beschouwd, die de werkelijke mens van een hoeveelheid zonde afhelpt. William Q. Judge5

Beïnvloeden onze gedachten en emoties de rest van ons wezen? Doe eens een experiment. Herinner u het moment dat u dacht dat er iets ergs zou gebeuren. De gedachte alleen al dat er ‘iets’ was dat ‘u zou overkomen’, riep een sterk gevoel van angst op, dat op zijn beurt meetbare veranderingen teweegbracht in het chemische evenwicht van uw lichaam, wat maakte dat het koude zweet u uitbrak, uw hart sneller ging kloppen en het gevoel ‘vluchten of vechten’ zich in volle omvang deed gelden. En dat alles, hoewel zich nergens een ‘boeman’ had verstopt. . . behalve in uw geest. Wanneer een plotselinge, korte emotie ons zo sterk kan beïnvloeden, welke verstoringen kan dan een regelmatig voorkomende emotie in ons lichaam teweegbrengen? Dit eenvoudige experiment toont de realiteit aan van de denkende en voelende delen van ons ingewikkelde wezen, en de mate waarin ze andere delen van onszelf beïnvloeden en door deze worden beïnvloed.

Dergelijke reacties worden van betekenis geacht door klassieke homeopaten die beginselen van medisch handelen ontwikkelden die op een holistische zienswijze berusten. Constantine Hering (1800-1880), de vader van de homeopathie in Amerika, begreep de veelvoudige, hiërarchische natuur van de mens. Hij formuleerde de homeopathische Wet van Genezing, die o.a. inhoudt dat ziekten zich moeten ontwikkelen vanuit de innerlijke, meer vitale delen (de emotionele en mentale nadrukkelijk inbegrepen) naar het uiterlijke of lichamelijke aspect, anders zou er sprake zijn van louter verlichting – of nog erger, onderdrukking – dan van genezing. Dit centrifugale aspect van genezen is voor de homeopathie van fundamenteel belang en is toepasbaar op alle therapeutische methoden die zich ten doel stellen radicaal of holistisch te genezen. Om van binnen uit te genezen moeten we weten dat er van binnen iets is; we moeten beginnen het te Ieren begrijpen en de betekenis ervan te onderzoeken.

In zijn lezingen en zijn boek Psyche and Substance legt Edward Whitmont, psychiater en arts, verband tussen Albert Einsteins veldtheorie, de opvatting van de theoretische natuurkundige David Bohm over impliciete orde, de theorie van de bioloog Rupert Sheldrake over morfologische resonantie en de homeopathische benadering van Hahnemann. Dr. Whitmont ziet onze gedachten als de wortel van onze ziekteprocessen, net als boeddhistische, hindoeïstische en andere stelsels doen. Hij zegt: ‘ziekte is een kritieke impasse in de dramatische orde van de dingen . . . Wanneer de betekenis wordt begrepen, treedt gezondheid op.’6 Deze psychosomatische benadering van gezondheid ziet de mens als een ongelofelijk gecompliceerd wezen, waarvan de essentiële eigenschappen onstoffelijk zijn. We worden ziek of onevenwichtig door ons denken en voelen, en onze onevenwichtige toestanden van denken en voelen (de twee aspecten van onszelf waaraan we in onze huidige staat van evolutie de grootste betekenis hechten) moeten worden gecorrigeerd, voordat er ‘gezondheid optreedt’. Alles wat minder is dan dat is geen genezing maar eenvoudig een verandering van symptomen en het uitstellen van het onvermijdelijke.

Er is een essentieel verschil tussen mensen en de andere levensvormen waarmee we deze planeet delen: mensen hebben, meer dan andere wezens, de behoefte en het vermogen ontwikkeld om te zoeken naar ingewikkelder en vollediger betekenissen. Als het zoeken naar de zin van het leven – dat ons vitaal, emotioneel, mentaal en geestelijk bevredigt – inherent is aan onze natuur, dan kunnen misschien de inzichten van dr. Whitmont en zijn collega-homeopaten een praktische basis leveren om tot een bevredigender leven te komen. Het toetsen van die inzichten kan ons er misschien ook op voorbereiden de uitspraken van de wijzen van alle tijden te begrijpen dat mensen samengestelde wezens zijn, waarvan de wortel goddelijk van aard is.

We praten zoveel over het geestelijke aspect in ons en ervaren zo weinig bewust daarvan. We zouden de grote werken van de geest moeten overdenken en in ons opnemen: De Bhagavad Gita, Tao Teh King, De stem van de stilte, de Bijbel, de Veda’s, de Upanishads, prachtige werken over kunst en muziek (zelfs het zien van een bloem, wolk of zonsondergang heeft schoonheid en betekenis voor de menselijke ziel). Welke traditie we kiezen is niet zo belangrijk, als het er maar een is waarin we ons willen verdiepen. Zullen we veranderingen ervaren in ons denken, onze begeerten, energieën en ons lichaam? Zij die dat hebben gedaan, zeggen van wel – subtiele maar echte veranderingen in de manier waarop we het leven van de wereld en onze individuele ervaringen als een essentieel onderdeel van dat leven beschouwen.

Klassieke homeopaten beweren niet een wondermiddel op alle vragen over gezondheid en leven te bezitten. Ze bieden een perspectief dat niet in strijd is met onze behoefte aan rationaliteit en dat toch de mens ziet als een innerlijk geleid, rijk geschakeerd wezen, waarvan het leven zich tegelijk op vele gebieden voltrekt. Dit perspectief zou ons kunnen helpen ons los te maken van een wijze van denken in strikt mechanische termen en van het daarmee gepaard gaande streven naar materiële bevrediging dat op dit moment ons leven zo beheerst.

Ervaringen van de ziel en van wat daar bovenuit gaat zijn heilig voor hen die er besef van hebben. Ieder van ons moet zijn eigen pad gaan in het grote mysterie en wonder dat het leven is. Maar dit wordt vaak door hedendaagse, nuchtere rationalisten gezien als speculaties of wensdromen. Is er, ongeacht de vorm of naam die we aan de verschillende facetten van onze ervaringen willen geven, een objectieve, rationele benadering om voor onszelf de samengestelde aard van de mens te bewijzen? Homeopathische genezers, die in hoofdzaak begaan zijn met het lichamelijke welzijn van hun patiënten, zeggen ons dat, door de beginselen toe te passen die door Samuel Hahnemann zijn uiteengezet, de ervaring ons van binnen uit te zuiveren van ziekten, ons ervan zal overtuigen dat we veel meer zijn dan alleen een stoffelijk mechanisme.

Het mens-zijn is een te ingewikkeld proces om het te verlagen tot het mechanisme van een zuiver stoffelijk bestaan. Hoe we onze toestand, als erfenis uit het verleden, ook willen onderzoeken, het is noodzakelijk dat we beginnen en doorzetten. De schijnbaar toegenomen zekerheid van ons stoffelijk welzijn is gekocht ten koste van het beperken of ontkennen van onze andere, meer essentiële en typisch menselijke aspecten. Onze huidige ervaringen laten zien dat we de ingewikkelde, onderlinge afhankelijkheid van het leven negeren, met groot gevaar voor onszelf en onze wereld. Wat willen we degenen die na ons komen nalaten? Is onze huidige visie, ontdaan van het geestelijke – wat velen beginnen te zien als simplistisch en onvruchtbaar – toereikend, of willen we dat onze huidige en toekomstige wereld er een zal zijn die de visie biedt van een oneindig, onderling afhankelijk levensproces, waarvan alle delen elkaar onderhouden? De keuze is aan ons. Zoals we onszelf maken, maken we onze wereld.

Noten

  1. Homeopathische genezing wordt tot stand gebracht door met medicijnen symptomen op te wekken die ‘precies gelijk’ zijn aan alle door de ziekte teweeggebrachte symptomen. Doordat het organisme wordt geprikkeld zich van de door het medicijn opgewekte symptomen te ontdoen, ontdoet het zich tegelijk van de ziektesymptomen, die ‘precies gelijk’ zijn. Hahnemann werkte met de natuur, met het doel het natuurlijke afweersysteem van het organisme te stimuleren zich van de oorspronkelijke storende oorzaak te ontdoen.
  2. Samuel Hahnemann, Organon der rationellen Heilkunde, 5de en 6de editie, B. Jain Publishers, New Delhi, 1970, blz. 33-4.
  3. George Vithoulkas, The Science of Homeopathy, Grove Press, New York, 1979, passim.
  4. Gottfried de Purucker, Dialogen van G. de Purucker, TUPA, Den Haag, 2005, 1:349.
  5. William Q. Judge, ‘Replanting Diseases for Future Use’, The Path, oktober 1892, blz. 225-8, oktober 1892; ‘Teruggedreven ziekten komen weer tevoorschijn’, Theosofische inzichten, TUPA, Den Haag, 2012, blz. 228-32.
  6. Edward C. Whitmont, M.D., ‘On the Psychosomatic Aspects of Healing’, Homeopathy Today (9:8), september 1989; zie ook Psyche and Substance, North Atlantic Books, Berkeley, 1980.

Wetenschap: geneeskunde

Artikelen van J.T. Coker


Uit het tijdschrift Sunrise sep/okt 1990

© 1990 Theosophical University Press Agency