Het Theosofisch Genootschap

Vervul de geringste plicht goed

Robert Treat

In het leven van iedereen komen tijden van spanning en vaak van innerlijke strijd voor. Meestal betekent dit niet meer dan een slechte dag op kantoor of dat we door een of andere vervelende situatie of gebeurtenis heen moeten; niettemin gaat er zelden een dag voorbij zonder zorgen, frustraties of gekwetste gevoelens. En soms lopen de spanningen in ons leven door verschillende omstandigheden zo hoog op dat elk moment op een crisis lijkt. Na een tijdje neemt de spanning geleidelijk af, en keren we terug tot onze normale of enigszins gewijzigde leef- en denkgewoonten.

Als we geloven dat de oorzaken van spanning in uiterlijke omstandigheden liggen, dan bekijken we de zaak heel oppervlakkig. Weliswaar zijn uiterlijke problemen heel reëel, en moeten we er voortdurend aandacht aan besteden, omdat ze anders zo kunnen toenemen dat ze ons boven het hoofd groeien, maar in feite is het onze innerlijke houding die ze benauwend maakt. Er bestaat een oud gezegde dat luidt: ‘De macht die een ander heeft om mij te kwellen, gaf ik hemzelf.’ Dit geldt over de hele linie.

Als we ons door onze emotionele reacties op onze omgeving laten meeslepen, omhullen we ons met een sluier en kunnen we die omgeving niet duidelijk zien. We beginnen onze eigen zorgen en spanningen aan onze omgeving toe te schrijven en zien dingen die er niet zijn. Misschien beginnen we ons te verbeelden dat mensen en zelfs dingen opzettelijk vijandig zijn. Op zulke momenten beseffen we de waarde van een echte vriend die ons bijstaat, ons steun geeft, meer licht op de situatie werpt, die ons helpt ons te bevrijden van irreële beelden die vaak alleen in ons eigen hoofd bestaan. Maar daar houdt zijn verantwoordelijkheid op, want anders zou hij misschien proberen dingen voor ons te doen die we zelf moeten doen, ook al maken we daarbij misschien fouten.

Deze perioden zijn op zijn minst onplezierig, maar als we dit ene feit niet te boven kunnen komen, zal de betekenis van de totale ervaring ons ontgaan en zullen we terugvallen in dezelfde denk- en gedragspatronen die daarvoor bestonden en die in feite de geëscaleerde toestand veroorzaakten. Dit is ongetwijfeld de sleutel, want we worden, ondanks alle schijn, tot grotere inspanningen aangespoord die precies overeenkomen met onze innerlijke behoeften en aspiraties. Positieve waarden komen vaak aan de oppervlakte in het heetst van de strijd door de gelegenheid die deze biedt om verborgen bronnen van kracht en begrip te ontdekken en aan te boren. Tijdens dit proces worden we ons misschien voor het eerst ervan bewust dat we door mensen omringd zijn die een last te dragen hebben die vele malen zwaarder is dan de onze.

Allerlei kansen liggen als juwelen verborgen in de duisternis van innerlijke spanningen. Deze kansen kunnen variëren van een eenvoudige oefening van onze geduldspieren tot een ingrijpende verandering van ons hele wezen. Geen enkele kans is van geringe betekenis, want vaak hangen belangrijke zaken af van ogenschijnlijk kleine beslissingen. Elke verborgen gedachte, of zwakheid waaraan we toegeven, heeft zijn uitwerking op ons karakter en daardoor op ons lot. In positieve zin betekent elke poging tot zelfoverwinning, elke edele aspiratie of altruïstische impuls, een grondige verandering van onze innerlijke en ten slotte onze uiterlijke natuur.

Het leven is de grote inwijder en brengt ons precies die dingen die we op onze reis van duisternis naar licht nodig hebben. Vaak herkennen we ze niet als zodanig, want meestal zijn we te veel bezig met onze beleving van vreugde of verdriet om te begrijpen waar deze in onszelf op zouden kunnen wijzen. Dat is een vreemde houding, want wanneer we ons fysiek niet goed voelen, gaan we gelijk op zoek naar de oorzaak en naar hoe we beter kunnen worden. Maar als we psychisch van streek zijn, beginnen we om ons heen te slaan, en vaak anderen of de ‘omstandigheden’ de schuld te geven van iets in onszelf waaraan we aandacht moeten schenken. De uiterlijke situatie kan inderdaad moeilijk zijn en voor verandering in aanmerking komen, maar de onvolkomenheid zit in onszelf en moet als zodanig worden herkend. Terwijl de evolutie ons voortstuwt, lijkt het alsof het leven tegen die kanten van ons wezen duwt die moeten worden verruimd of verbeterd.

We worden meestal gekwetst door onze gehechtheden aan dingen. Sommige daarvan zijn heel duidelijk: iemand die de laatste mode moet hebben, zijn kopje koffie ’s morgens, of gehoorzame kinderen, raakt van streek als het anders uitpakt. Zij die altijd hun zin willen krijgen, of die op anderen steunen voor raad, waardering of aandacht, zullen zeker op problemen stuiten. Misschien rekenen we op de ‘vruchten van handeling’ en zijn we teleurgesteld wanneer de dingen anders lopen. Deze en duizend andere alledaagse gehechtheden veroorzaken de meeste psychologische ups and downs van het dagelijks leven. We kennen die ups and downs maar al te goed, maar hoevelen van ons doen iets aan de oorzaken die daaraan ten grondslag liggen?

Gehechtheden kunnen heel subtiel zijn en toch elk aspect van ons leven beïnvloeden. We zijn misschien op een volledig vanzelfsprekende en onbewuste manier verknocht aan ons geloof, aan onze kijk op anderen of onszelf. Dit is in feite een vorm van egoïsme die we allemaal in velerlei graden ervaren. Het lijkt wel alsof we zoveel van onszelf houden dat we verontwaardigd zijn wanneer de een of andere verstorende persoon, gedachte of invloed onze kleine innerlijke kosmos binnendringt. En als onze dierbare denkwijzen of gevoelens, of onze ongetoetste motieven door het leven onder druk worden gezet, kan ons lijden intens zijn, want dit is de werkelijke arena van ons dagelijks bewustzijn.

Om deze reden is het soms moeilijk om door te dringen tot iemand die misschien om hulp bij ons aanklopt wanneer hij zich midden in een toestand van innerlijke onrust bevindt. Net als bij ziekte schijnt het dat de koorts vaak zijn loop moet hebben, totdat zijn wezen is gezuiverd en hij weer openstaat voor wat er om hem heen gebeurt. Als we in een cocon van intense spanning zijn gewikkeld, is dat niet het geschiktste moment voor lange uiteenzettingen; maar toch zijn er een aantal door de tijd beproefde beginselen die ons kunnen helpen. Eén daarvan is het op de juiste manier volbrengen van de dagelijkse plichten. Deze raad klinkt heel triviaal, maar zoals Katherine Tingley het zo mooi zegt: ‘Vervul ook de geringste plicht goed, en als de dag dan voorbij is, zal er geen spijt zijn, geen verspilde tijd. Dan zal er vreugde zijn.’ Het op de juiste manier volbrengen van onze dagelijkse verantwoordelijkheden leidt onze aandacht af van onszelf, en onze zorg wordt op anderen gericht. We ontdekken al snel dat onze eigen problemen zeker niet onoverkomelijk zijn, maar in onze opwinding lijkt dat alleen maar zo. Door van moment tot moment het pad van de plicht te volgen, op een eerlijke en directe manier, zijn we in staat onszelf onmerkbaar langzaam op die plaats te brengen waar we onze eigen toestand kalmer kunnen bezien.

Eén van de voornaamste oorzaken van het menselijk lijden is het verkeerde gebruik van de wil. Zoals met alle energie is hij kleurloos totdat de intelligentie of hartstocht hem in de een of andere richting stuurt. Wanneer hij wordt gebruikt voor egoïstische of onverstandige doeleinden, zal daar lijden op volgen, omdat de zaden die zijn gezaaid vroeg of laat zullen ontkiemen tot gewassen die op zijn minst gezegd onaantrekkelijk zijn. Vaak maken we persoonlijk gebruik van de wil om een of ander plan of geliefd idee erdoor te krijgen, terwijl een zorgvuldig aftasten van de hele situatie ons zou leren dat de tijd er niet rijp voor is, of dat het idee zelf nader overwogen moet worden. Vervolgens mislukt het project of het ontmoet zoveel obstakels dat het ten slotte moet worden opgegeven. De gebeurtenissen, situaties en plichten in ons leven ontvouwen zich voor alle betrokkenen meestal op een heel natuurlijke manier, wanneer er niet al te veel wordt ‘gedirigeerd’. Het patroon dat zich zo ontvouwt, is een uiting van wat de goddelijke wil zou kunnen worden genoemd. Het geheim van waar geluk is de persoonlijke wil zoveel mogelijk in dienst te stellen van de goddelijke wil, zodat we bij het bepalen van de loop van ons leven van moment tot moment en van dag tot dag met de natuur meewerken en niet ertegenin. Er staat geschreven dat Jezus heeft gezegd: ‘Niet mijn wil maar de uwe geschiede.’

Het ware geluk hangt dus niet af van het vermijden van leed en het enkel ervaren van genoegens, anders zouden we het kunnen kopen door onbeperkt toe te geven aan genotzucht. We weten allemaal wat er gebeurt wanneer we onze kinderen de hand boven het hoofd houden en ze steeds hun zin geven, maar is dit niet precies wat wij volwassenen overwegend met ons leven doen? Wat zijn we toch op jacht naar geld, comfort, gemak, waarbij we soms onze goede naam te grabbel gooien en niet willen zien wat we onszelf aandoen. Dan grijpt de natuur stevig in en zorgt voor een paar schokken, en we schreeuwen het uit van verontwaardiging.

Echt geluk komt alleen als we leven naar het beste dat in ons is en we de spaanders laten vallen waar ze willen voor zover het onze persoonlijke omstandigheden betreft. We zullen ontdekken dat zelfzucht en egoïsme de pijn in ons veroorzaken – al die beperkende eigenschappen die ons verhinderen betere mensen te worden. Daarom wantrouw ik al die trainingsmethoden die geluk, of gemoedsrust of zelfs het bereiken van spirituele harmonie als hoofddoel hebben. Ze schijnen met een valse start te beginnen. Er zit iets in dat naar egoïsme riekt. Het enige geluk waar we volgens mij op kunnen vertrouwen is dat wat volgt als een bijproduct, wanneer we het welzijn van anderen boven dat van ons plaatsen.

Er schuilt vreugde in de zuiverheid van elk nieuw moment. Het heeft nooit eerder bestaan, en we kunnen er iets groots van maken als we onze hoogste aspiraties volgen, hoezeer het verleden ook door fouten en zwakheden verduisterd was. Daarom wordt ons op het hart gedrukt nooit tijd te verspillen aan het betreuren van dingen, maar om elk moment dat tot ons komt goed te gebruiken. Het heeft geen zin ons zorgen te maken over dingen waarover we geen macht hebben; in plaats daarvan zouden we ons moeten bezighouden met die dingen waarover we wel macht hebben. Daar kunnen we onze creatieve wil gebruiken en ons verheffen tot een hoger niveau van zijn en handelen – niet voor ons eigen welzijn of geluk, maar omdat het goddelijke dat in ons werkt ons daartoe aanspoort.

Het spirituele pad


Uit het tijdschrift Sunrise december 1973

Herziene vertaling: Impuls (Nieuwsbrief voor leden van het Theosofisch Genootschap), maart 2018, nr. 82.

© 2018 Theosophical University Press Agency