Eén leven – één wet
Het is een wonder te zien hoe de oude godswijsheid van de mensheid alle verschijnselen in de natuur herleidt tot een algemeen en majestueus plan, zodat alles onder een enkele wet valt die voor de mens begrijpelijk is: want de goddelijke wijsheid toont ons dat, zoals wij worden geboren, ons korte leven leiden en dan sterven, de werelden dat ook doen, evenals de zonnen in die werelden en de planeten en de vele rijken van de verschillende zonnen, de atomen waaruit alle dingen bestaan en de elektronen in de atomen. Ze zijn alle periodiek, niet alleen in de zin van cyclisch, maar in de zin dat ze perioden doormaken: een begin, een hoogtepunt en een einde en, na de cyclus in de onzichtbare werelden te hebben volbracht, vangt een nieuw begin aan, een tweede hoogtepunt, waarna een heengaan volgt, wat niet meer betekent dan dat ze opnieuw in de onzichtbare werelden verdwijnen om daar nieuwe en veel grootsere avonturen te beleven dan ons kleinere zonnestelsel ons kan verschaffen.
Alle dingen werken op dezelfde manier omdat de natuur één wet kent, één hoogste wet die in haar bron, een goddelijke bron, een en al energie is; en gewoonten, gedragingen, werkwijzen, worden alle beheerst door dezelfde kosmische krachten en intelligentie, wat eenvoudig wil zeggen dat alle dingen op overeenkomstige wijze deze basiswetten volgen, alle onder het bestuur van het kosmische leven, en dat alle uitdrukking geven aan de vele variaties die de natuur zo rijkelijk verschaft en die onze bewondering en hoogste eerbied wekken. Want hoewel alle dingen en alle wezens dezelfde fundamentele wetten volgen en hetzelfde verloop hebben, heeft elke eenheid, juist omdat ze een eenheid en een individu is, tot op zekere hoogte haar eigen wil – noem het vrije wil als u dat wenst – en kan daarom haar eigen richting min of meer veranderen of wijzigen, maar altijd binnen de alomvattende energie van het heelal.
Dit betekent dat, hoewel alle wezens deze algemene regels of analoge processen volgen – en daarom vormt analogie de belangrijkste sleutel van het leven – alle wezens toch, juist omdat ze wezens zijn, door hun eigen ingeboren aan de kosmische bron ontleende kracht min of meer wijzigingen aanbrengen in de details van de werkwijzen en bewegingen. Een zon wordt dus geboren zoals een kind wordt geboren, maar de bijzonderheden verschillen. Details zijn niet zo belangrijk als de hoofdgedachte. Geboorte, groei, dood, de onzichtbare werelden, de nieuwe avonturen, het zich opnieuw belichamen, een nieuw hoogtepunt op een wat hoger gebied, een nieuwe dood die zal worden gevolgd door dezelfde rondgang op het levenswiel – maar steeds vooruit, altijd groeiend, altijd zich uitbreidend. Alles ontwikkelt zich stap voor stap.
Als men dus wil weten wat het lot, de geboorte, de oorsprong en het tijdelijke einde van een zon is, moet men, zoals het occultisme, de wijsheid van de goden, aangeeft, de mens bestuderen van geboorte tot dood. En als men dat kan, moet men zijn avonturen na de dood bestuderen en dan zal men zien wat de zonnegodheid ervaart, maar natuurlijk op uitgebreidere en hogere gebieden in de onzichtbare werelden. Ja, deze zichtbare wereld van ons is maar een omhulsel, slechts het lichaam, de buitenste schil, de huid van de dingen. Het leven, de individualiteit, de kracht, de wil, het denken, het werkelijke wezen, is niet dit buitenste omhulsel. Of het gaat om een mens, een zon, een zonnestelsel of een melkweg of een heel universum: de werkelijkheid zit vanbinnen; en het lichaam geeft min of meer weer, zij het op zwakke wijze, wat de innerlijke krachten op dit uiterlijke gebied voortbrengen.
Voor diegenen van u die de wetenschappelijke experimenten hebben gevolgd, zal dit duidelijker zijn dan voor hen die ze niet hebben bestudeerd. Maar als u een ogenblik nadenkt weet u allen dat u van uur tot uur uw kracht uitstraalt, lichamelijke kracht en mentale kracht. Iemand die een groots idee naar voren brengt doet de grondslagen van de beschaving schudden. En als iemand een verheven kosmisch filosofisch stelsel voortbrengt en onbetwistbaar een gids voor de mensheid is – brengt zijn levenskracht de mensen dan niet in beweging? Dit zijn feiten. Het enige verschil tussen een zon en een mens zit in de details, waarvan sommige groots zijn, ongetwijfeld majestueus; maar het proces verschilt alleen in de details. Het hoofdbeginsel van de fundamentele wet is voor alles hetzelfde. Ieder mens is in feite een embryozon, een zon in de maak voor de verre toekomst – niet zijn lichaam, want dat is de mens niet. Zijn lichaam is alleen zijn huid waarover in Genesis wordt gesproken als de rokken van vellen. De mens is de kracht vanbinnen, de geest of de monade; door deze energie of kracht blijft de mens van geboorte tot dood dezelfde, behoudt de zon zijn vorm en verricht zijn werk, van geboorte tot dood. Een atoom, een bloem, een boom of een dier – alle zijn onderworpen aan dezelfde kosmische wet van overeenkomst, zo niet van duidelijke gelijkheid. Alleen de details verschillen.
De wijste en edelste mensen uit de oudheid hebben erop gewezen dat Vader Zon inderdaad Vader Zon is, maar tegelijk onze oudere broeder; onze ouder en toch onze broeder. Het dier en de plant zijn in zeker opzicht onze kinderen omdat zij naar ons opzien, zoals wij opzien naar de goden. Ze zijn in zekere zin onze kinderen en ze volgen ons voetspoor naar de mensheid, naar de menselijke toestand en het menselijke peil. De dieren kruipen langzaam naar ons omhoog, terwijl wij ons richten op de goden, onze ouders en grootouders; en als hun levenskracht en een vonk van hun stralende intelligentie eenmaal onze ziel vervult en opwekt, dan worden wij als god-mensen op deze aarde, omdat onze gedachten en gevoelens dan goddelijk zijn; en onze daden, die op onze gedachten en gevoelens volgen, worden ook goddelijk.
De atomen van het lichaam, de moleculen en protonen en elektronen die het fysieke materiaal van het lichaam vormen, zijn dus in zeker opzicht de kinderen daarvan en ondergaan de invloed van ons denken en onze gevoelens. Ze lijden verhoudingsgewijs door onze zonden, en komen door onze deugden op een hoger niveau, zo nauw is alles verbonden, een levensweb waarvan elke draad tot stand komt door geestelijke magie.
Wij zijn zelfs voor de atomen die ons lichaam vormen verantwoordelijk, of we hun aanzien bezoedelen of zuiveren. Als we het aanzien van de atomen die ons samenstellen bezoedelen, zullen ze eens naar ons terugkeren om te worden gereinigd, gezuiverd van de zonde die wij tegenover hen hebben begaan. En dat geldt voor alle innerlijke gebieden van de menselijke constitutie, de voertuigen van zijn bewustzijn, zijn gevoelens en zijn gedachten.
Geboorte en dood: wat betekenen die veranderingen? Geboorte in het lichaam is de dood voor de ziel, want ze verlaat haar eigen innerlijke sferen, haar eigen innerlijke toestand van leven daar, en daalt als het ware af of valt als een ster omlaag naar de aarde; ze wordt geboren in het fysieke lichaam van een hulpeloze menselijke baby, en ondergaat tijdelijk de karmische vergelding voor haar hele verleden. En als we sterven worden we bevrijd; vliegen weg, omhoog, op de vleugels van onze ziel en die sterke vleugels voeren ons door alle planetaire woningen naar de troon van Vader Zon zelf. Dat is wedergeboorte voor de ziel, zoals wedergeboorte op deze aarde de dood is voor de ziel. Zo gaat het ook met de zon en de werelden die worden geboren en sterven. Als de zon zich op dit gebied belichaamt is hij ontdaan van veel van zijn pracht. Wanneer voor de zon het uur slaat en hij uit dit gebied weggaat, vliegt hij als een goddelijke gedachte regelrecht naar de onzichtbare gebieden, stijgt hij op tot een hoogte die wij ons slechts vaag kunnen voorstellen. De bloem die haar ziel in geur en schoonheid tot uitdrukking brengt herhaalt slechts dezelfde kosmische wet bij haar geboorte uit het zaad. Bloemen zijn de jongere broeders van de mens. Sommige zijn voor ons giftig. Op een of andere manier hebben wij ze in vroegere tijden giftig gemaakt. Nu vergiftigen ze ons als een karmische vergelding.
De geboorte van een gewoon mens tot een mahatma is een innerlijke geboorte. De groei van mahatma tot het boeddhaschap of tot een bodhisattva of, zoals de volgelingen van de Vedanta zeggen, het één worden met atman: deze groei ligt in uw handen en in de handen van niemand anders. U heeft het in uw macht om op deze aarde een god-mens te worden; of, ieder van ons heeft het in zijn macht zijn leven zo te ruïneren en te vernietigen dat hij wordt als het door razernij opgejaagde slachtoffer uit de Griekse legende dat werd vervolgd door onuitsprekelijke wroeging en werd gekweld door het gevoel: ik heb mijn spel gespeeld en heb verloren. Te laat, het is te laat! Maar theosofie zegt: het is nooit te laat. Als u uw spel verkeerd heeft gespeeld, neem de kaarten dan weer op en speel als een man, speel met de duivel voor de verlossing van uw eigen ziel, de duivel van uw eigen lagere zelf, en win! Als u wint, ligt het goddelijke voor u. Over de bergtoppen van dat mystieke oosten, het oosten in het hart van ieder mens, daagt de zon van de waarheid die genezing met zich voert. De waarheid zal u vrijmaken!