Idealen en het kind
De cyclus van de kinderen
Het is onmogelijk de betekenis van deze tijd te peilen, of ons voor te stellen wat de mensheid in de komende eeuw te wachten staat, alleen aan de hand van onze eigen ervaringen en de opgetekende geschiedenis. Want dit is geen gewone tijd. Het is niet slechts het culminatiepunt van de afgelopen honderd jaar, maar van duizenden jaren; de nacht van eeuwen is voorbij, en met de nieuwe dageraad keren ook de herinneringen, vermogens en mogelijkheden van een lang vervlogen tijdperk terug.
De ziel van de mens roept nog om hulp, de duisternis die hem omringt is nog zo dicht dat hij niet weet dat de dageraad nabij is. Maar zij die de heuveltoppen beklommen, hebben de gloed aan de oostelijke hemel en de gouden stralen van licht aan het uitspansel gezien; en even plotseling als het aanbreken van de dag in de tropen, zal het licht in een oogwenk komen, zullen de schellen ons van de ogen vallen, en zullen we zien – niet in het onzekere duister van de nacht, maar in het heerlijke zonlicht.
Zoals het licht van de dag de schaduwen en de krachten van de duisternis verdrijft, zo zal de glans van de nieuwe cyclus doordringen tot de duistere plaatsen van onwetendheid, vooroordeel en onbroederlijkheid in deze nu snel voorbijgaande eeuw. De grote helden van weleer komen opnieuw op aarde terug, de grote musici, schilders, dichters, wijze staatslieden, zij die de mensheid liefhebben, zullen hun zegenrijk werk weer op zich nemen, en de aarde zal bloeien als een tuin. De oude wijsheid, die in de mysteriën werd onderwezen, zal tot nieuw leven worden gewekt; de aarde, de lucht, de ether, heel de natuur, zal haar geheimen onthullen aan hen die zich door loutering en het dienen van de mensheid hebben voorbereid.
Dat is het vooruitzicht dat de toekomst biedt. Om haar te peilen, moet u teruggaan naar de glorie van het oude Egypte en de nog oudere beschaving en nog indrukwekkender werken van het oude Amerika. Zulk een toekomst wacht ons en onze kinderen, en als we trouw zijn, zal ze ons deel worden in de nieuwe tijd, wanneer we, na de korte nacht van de dood, terugkeren om ons werk op aarde te hervatten.
Onze kinderen vragen ons in stilte om een hogere manifestatie van het zielsleven. Laten we hen op een nieuwe manier benaderen – niet slechts als ‘het lieflijkste op aarde, dat ons alleen toebehoort’ – maar als een heilig pand dat aan onze zorg is toevertrouwd. En laat ons in deze geest al onze gedachten en handelingen herzien. We moeten niet slechts een rol spelen; we moeten die rol zijn.
Is zelfs het beste huiselijke milieu wel helemaal wat het zou moeten zijn? Weten we niet heel goed dat zich in een gezin bijna altijd enkele omstandigheden voordoen die met de hoogste belangen van het kind in strijd zijn? Kinderen zijn imitators en de kennis en gewoonten die ze in de huiselijke omgeving door het voorbeeld opdoen, laten een blijvende indruk achter. Het is nutteloos als ouders proberen hun kinderen zelfbeheersing bij te brengen zolang zijzelf niet een voorbeeld zijn van geduld, vastberadenheid, evenwichtigheid en verdraagzaamheid, zolang zij in hun dagelijks leven de deugden, die ze hun kinderen voorhouden, niet voorop stellen.
Kinderen zijn vaak verstandiger dan we denken, en zijn vaak betere opmerkers dan hun ouders. Ze zijn uiterst ontvankelijk en reageren gretig op wat ze horen, zien en voelen, of het goede of slechte dingen betreft. Omdat hun kinderlijke natuur bijzonder gevoelig is, worden ze in veel sterkere mate beïnvloed door de mentale atmosfeer waarin ze leven dan in het algemeen wordt erkend. Kinderen lijden onbeschrijflijk door onenigheid en onvrede in huis. Ze missen de inspiratie waarnaar hun hart hunkert en die een gelukkige en harmonieuze omgeving hun zou kunnen geven. Heel wat jongens en meisjes zijn de verkeerde weg opgegaan, zonder te beseffen wat de gevolgen zullen zijn, omdat ze verstoken waren van de tedere en de ziel versterkende zorg die hun rechtens toekwam en die hun ouders hadden moeten geven.
Onze kinderen kunnen de verlossers van de wereld zijn. Door mijn geloof in reïncarnatie weet ik dat ze naar ons zijn teruggekeerd met het leed van eeuwen in hun hart gegrift. Sla kleine kinderen in hun rustige ogenblikken gade; kijk in hun mooie, onschuldige ogen, en zeg me dan of u daarin niet meer waarheid kunt vinden dan in alle preken die u ooit hebt gehoord. En daarom zeg ik dat naarmate we hun kennis van hogere dingen beperken, naarmate we hen met dogmatische leringen mentaal aan banden leggen, we misdaden begaan.
Kweek in het kind een spiritueel eergevoel aan. Zorg dat zijn denken is vervuld van kleine plichten, want ledigheid vernietigt het zielsleven.
Het geheim van een gelukkige jeugd schuilt niet in het toegeven aan neigingen en verlangens, hoe gematigd en verfijnd die ook zijn, maar in een heilzame, gezonde en rationele zelfbeheersing.
Zelfbeheersing! Dit kan een klein kind in de wieg al worden bijgebracht. Het kan zelfs voor de geboorte in het karakter worden gegrift, als de moeder voortdurend haar eigen voorstelling van het ideale leven voor ogen houdt; door haar aspiraties en door zich steeds af te vragen: Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat zijn mijn hogere plichten? Waarom moet ik naar zelfbeheersing streven?
Laat de moeder zich deze vragen stellen, en dit doet haar direct inkeren tot zichzelf: ze begint orde te scheppen in haar mentale huishouding. Ze gaat misschien in gedachten terug tot haar kinderjaren en gaat beseffen in welk opzicht gebrek aan zelfbeheersing haar natuur in meerdere of mindere mate noodlottig is geweest. Het verheven proces van zelfanalyse en zelfonderzoek, geïnspireerd door zuivere motieven en liefde voor het kind dat tot haar komt, moeten die moeder op natuurlijke manier in een nieuwe toestand van bewustzijn brengen. Ze heeft haar toorts aan het vuur van goddelijke kennis ontstoken; ze is een nieuw en spiritueel pad ingeslagen en niets kan haar weerhouden. Ze heeft het geheim van het nieuwe leven ontdekt.
En ontvankelijk als ze is – zoals het geval is in een tijd dat de geheimzinnige processen van de goddelijke wet bezig zijn aan het wordende leven gestalte te geven, en de overschaduwende ziel van haar kind zelfs dan alom erkenning vraagt – voelt ze zich een andere vrouw. Ze is geheel veranderd, herschapen. En haar kind zal niet de ketens van haar zwakheden hoeven te dragen, zelfs niet die van zichzelf, want de moeder heeft in zijn wezen het geheim van zelfbeheersing geplant. Ze heeft in zijn gemoed, zelfs voor hij het zonlicht heeft ervaren, een inzicht en een kracht geplant die blijvend zijn. Terwijl ze haar verantwoordelijkheid beseft en op een nieuwe manier de kracht ontdekt die uit geduld en vertrouwen wordt geboren, schept ze voor dat kindje een nieuw thuis om in te wonen, want ze draagt het bij zich in de atmosfeer van de ziel.
Als we willen dat onze kinderen niet worden bedorven en ze hun zin voor eenvoudige en gezonde dingen behouden, moeten we hen beschaving bijbrengen, liefde voor orde en reinheid, en een geest van gehoorzaamheid. Onthoud u van dwang bij het kind. Leer het dat gehoorzaamheid een liefdevolle uiting van zijn betere natuur is – niet iets dat blindelings en met geweld wordt opgelegd.
De ouders zouden regelmatig op bepaalde uren van de dag of de avond met hun kinderen samen moeten zijn, los van andere genoegens, bezigheden of plichten. Ouders zouden moeten proberen een geest van echte samenwerking en wederzijds vertrouwen te scheppen, zodat die uren beide partijen ten goede komen. Op die manier zou de ware innerlijke aard van het kind al op jonge leeftijd naar buiten worden gebracht.
Pas wanneer de ouders de tweevoudige natuur van de mens begrijpen, en inzien dat hij het vermogen bezit om de neiging te beheersen aan verleidingen toe te geven, zijn ze in staat hun kinderen gedragsregels voor te schrijven.
De opvoeding en het hartenleven van het kind
Het geheim van een juiste opvoeding? Het schuilt in het hartenleven van het kind.
Iedere belangrijke morele les die men volwassenen kan leren, kan ook kinderen worden bijgebracht; en het is zonder twijfel beter dat de kleintjes hun lessen leren in de sfeer van liefde en toewijding van het gezin, dan dat de wereld hun deze op een ruwere manier bijbrengt op een leeftijd waarop mentale gewoonten een vaste vorm hebben aangenomen.
Aan kleine kinderen hun goddelijke natuur onderwijzen, hen van dit feit doordringen, betekent het leggen van de hoeksteen voor een gezond, gelukkig leven als man of vrouw.
We moeten bedenken dat de eerste levensjaren kostbare mogelijkheden bieden; dat het karakter dan meer ontvankelijk is voor de invloed van gedachten en daden dan op volwassen leeftijd; dat de groei van het kind en zijn geluk afhangen van wat het in het gisteren – in de eerste kinderjaren – meemaakte, en dat het heden moet worden gebruikt als een rationele en verstandige voorbereiding voor morgen.
Men kan filosofische stelsels ontwikkelen, of verenigingen en bonden oprichten voor de verbetering van de mensheid; maar die kunnen weinig goeds van blijvende aard uitrichten, omdat er een universeel opvoedingsstelsel voor de jeugd ontbreekt.
De wereld en de mensheid zijn het zuiver intellectuele leven van deze eeuw moe. Men roept luid om een duidelijke manifestatie van de waarheid, om een gloedvolle, meedogende uiting van het hartenleven.
Een verlichte opvoeding is niet zozeer iets dat wordt gegeven. Het betekent het zich bevrijden van de lagere krachten van de natuur, die een groeiproces belemmeren en tegenhouden dat ongehinderd en spontaan zou moeten plaatsvinden.
We zijn zo lang verkeerd opgevoed, dat het gif ervan ons als het ware in het bloed zit. Het bevindt zich zelfs in de atmosfeer waarin we leven en ademen. Het is overal om ons heen, en ons verstand is zo doortrokken van de verkeerde leringen van deze eeuw, dat we het moeilijk vinden eenvoudige kansen, hoe groots ze op zichzelf ook zijn, aan te grijpen, en te beseffen dat we inderdaad de spirituele kennis kunnen krijgen die ons alle dingen – alle geheimen van het leven – zal onthullen.
Waarachtige opvoeding betekent in feite het kind in de gelegenheid stellen op te groeien zonder de ketens van eigenliefde, die voor altijd uit zijn natuur zullen zijn gebannen als de grondslagen van zijn opvoeding op de juiste manier zijn gelegd. Zijn er niet tal van ouders, die zelfs die fouten in hun kinderen bewonderen die hen, als ze volwassen zijn, in aanraking met de wet kunnen brengen – terwijl ze eigenzinnigheid en ijdelheid in hen aanwakkeren die hun leven zeker zullen schaden?
De wereld beseft nog niet hoeveel waarheid de kinderen al bezitten, en hoeveel van die waarheid we door onze fouten tenietdoen. Er zijn maar weinig kinderen die niet weten dat de natuur een grote leermeester is, totdat we met ons materialisme, en vaak met onze spotzucht, die kennis uit hun geest verdrijven.
Het leven van de kinderen moet zich zo vormen dat ze betere burgers zullen zijn dan u of ik. Laten we een hogere geest van vaderlandsliefde, een dieper spiritueel leven, een krachtiger geest van broederlijke liefde aankweken.
Men moet kinderen leren zichzelf te zien als onverbrekelijke en verantwoordelijke delen van het volk waartoe ze behoren. In hen moet het verlangen worden gekweekt een plaats te bekleden als nationale weldoeners, leraren en helpers, om zo een vertegenwoordiger te worden van de meest waarachtige en verstandige vaderlandsliefde.
In de kleuterklassen en scholen van de wereld schijnt het beginsel van egoïsme vaak tot een deugd te worden verheven. De ‘voorbereiding tot het leven’ schijnt maar al te vaak te bestaan in het aankweken van die aspecten van onze natuur, die al zoveel hebben bijgedragen tot de ellende die we nu om ons heen zien. De gewoonte van eigenbelang en de ‘plicht’ tot wedijver, worden de kinderen vanaf de eerste levensdagen, waarop ze het meest gevoelig voor indrukken zijn, aangeleerd door velen die stellig de laatsten zouden zijn om bewust en met opzet de werkelijke groei van het kind tegen te houden. En kinderen die zo zijn opgevoed en in onwetendheid worden gelaten omtrent hun eigen aard met zijn ingewikkelde structuur, zijn niet in staat onderscheid te maken tussen het hoger en het lager zelf, tussen het echte en het onechte in het leven.
Wil men kinderen behandelen overeenkomstig de feiten en de eisen van het leven, dan zal de liefde die men hun schenkt die meest waarachtige genegenheid moeten zijn, die altijd hun welzijn op het oog heeft, zonder te denken aan de egoïstische vreugde, die ze ervoor kunnen teruggeven. Een kind werkelijk liefhebben betekent het te helpen bij de ontwikkeling van zijn hoogste vermogens, die zich zullen ontwikkelen met en door middel van het bereidwillig dienen van anderen.
Onze zogenaamde spirituele opvoeding beperkt zich maar al te vaak tot een enkel uurtje op één dag in de week – een enkel uur in zeven dagen! Maar weinig ouders, zelfs onder de besten en verstandigsten, rekenen het zich tot hun plicht andere zorgen opzij te zetten om de spirituele wil te oefenen en de overvloed aan energie van hun kinderen in goede banen te leiden – zozeer zijn ze gebonden aan verkeerde normen. Als deze kinderen echter opgroeien tot volwassen mannen en vrouwen, zien we met ontzetting in onze omgeving, zo niet in onze naaste familie, dronkaards, zelfmoordenaars, misdadigers en spiritueel mislukten.
Dat is geen aangenaam beeld, maar we moeten er niet voor terugdeinzen als we er een nuttige les uit kunnen trekken, en we met de daaruit opgedane kennis de komende generaties kunnen helpen. Ik zeg dit niet uit een zucht tot kritiek, geloof me, want deze fouten zijn voornamelijk te wijten aan de onwetendheid van deze tijd, aan verkeerde idealen op het gebied van de opvoeding, en aan de lagere psychologie waarmee het denken van de mens eeuwenlang is gevoed.
Ik besefte al jaren geleden dat er op belangrijke punten iets mis was met ons hele stelsel – onze conventies, ons streven naar hervormingen, onze liefdadigheid. Tot zelfs in de schaduw van de kerken zag ik ondeugd, lijden en gebrek. Erger nog, overal zag ik mensen die hun gang bleven gaan, in zalige onbewustheid of volslagen onverschilligheid.
Nooit heb ik me rustig bij die dingen kunnen neerleggen. Ik wilde ten minste proberen de toestand te verbeteren. Ik zag hoe ondeugd tot lijden voert, en lijden tot ondeugd. Ik besefte dat al onze methoden van hulpverlening volkomen averechts werken. We hielden ons toen, evenals de meeste mensen nu, bezig met de gevolgen in plaats van de oorzaken. We proberen de dingen te herstellen nadat het leed is verricht.
Wat ik wilde, was voorkomen – voorkomen dat er leed wordt verricht. Er waren in de wereld al heel wat toevluchtsoorden voor mensen die door leed en ongeluk zijn getroffen. Ik wilde een instituut tot ontwikkeling brengen, dat de mens de hand kon reiken voor hij in de strijd om het bestaan het onderspit zou delven.
Het meest essentiële en belangrijke in de opvoeding van het kind is zijn aandacht te vestigen op het feit, dat het onsterfelijk zelf voortdurend ernaar streeft zijn hele wezen te vervolmaken. Het wezenlijke geheim schuilt eerder in de ontplooiing van het karakter van het kind dan in het overladen van zijn geest; het is eerder het naar buiten brengen van de vermogens van het kind dan iets eraan toevoegen. Het voornaamste komt van binnen.
Om dat te bereiken, mag niets worden verwaarloosd, en ook de stoffelijke natuur moet ten volle in de nodige zorg en aandacht delen. Ook mag de voortdurende oefening van het intellect niet worden nagelaten; het moet evenwel dienstbaar worden gemaakt aan de krachten van het hart. Het intellect moet de dienaar zijn, niet de meester, als men orde en evenwicht wil bereiken. Vandaar dat het doel en streven van de ware opvoeding gericht moet zijn op het volmaakte evenwicht van alle vermogens – fysieke, mentale en spirituele – kortom van het karakter.
Omdat de kinderen van nu de mannen en vrouwen van de toekomst zullen zijn, kan men de grote betekenis van dit werk zeker niet overschatten. Alleen door een verstandig onderricht, door oefening in zelfvertrouwen, zelfdiscipline, concentratie, en het erkennen van de macht van de stilte, kunnen de lagere eigenschappen van de natuur worden overwonnen en de hogere worden ontwikkeld. Een van de grote doeleinden moet zijn hun de oude, oude leer bij te brengen, dat ze onsterfelijke zielen zijn, die niet los staan van de weldadige natuur, maar daarvan in de meest ware zin deel uitmaken.
Muziek is de zang van de ziel
Muziek is een van de hoekstenen voor een ware opvoeding. De wereld beseft nog niet de waarde ervan als een factor tot veredeling en zuivering van het karakter, vooral in de eerste en de meer ontvankelijke levensjaren.
De mens is in wezen een schepper, en men kan hem niet op een andere manier beschouwen. Daarom is de theosofie, als wetenschap van de onsterfelijke mens, scheppend in de hoogste zin van het woord. Ze brengt de ziel in actie, veredelt de natuur, bevrijdt het denken en inspireert, zodat ze op natuurlijke manier, direct en indirect, haar uitdrukking vindt in de beeldende kunst en de muziek.
Er bestaat een hele grote samenhang tussen muziek aan de ene kant, en gedachten en aspiraties aan de andere, en alleen die muziek verdient die naam, waarin de edelste en zuiverste aspiraties hun weerklank vinden.
Iemand die werkelijk de ziel van de dingen wil doorgronden, gaat steeds met zorg te werk bij de keuze van muziek, let er altijd op welke tonen in het hart van de mensen worden aangeslagen, om te voorkomen dat er grote schade wordt aangericht in plaats dat er iets goeds wordt gedaan.
Er bestaat een wetenschap van het bewustzijn, en daarin kan de muziek een grotere rol spelen dan men doorgaans vermoedt. De kennis van de levenswetten die een van de doeltreffendste krachten over het hoofd ziet, kan noch erg diepgaand, noch breed zijn.
Laten we onze kinderen daarom in nauw contact brengen met de veredelende invloeden van het beste op het gebied van kunst en muziek. Maar wanneer we dat doen, laten we dan wel beseffen dat het vermogen om in deze dingen schoonheid tot uitdrukking te brengen, niet louter een zaak van het intellect is, of van mode of conventie. Het kan evenmin uit boeken worden geleerd. Het is een gevolg van het ontwaken van de innerlijke krachten van de ziel, van die eigenschappen van onze natuur die in overeenstemming zijn met alles wat hoog en zuiver is.
Muziek is de zang van de ziel, en we weten heel goed dat ze haar taak nog niet heeft vervuld. Als ik de miljoenen bezat die jaarlijks aan liefdadigheid worden uitgegeven, zou mijn eerste werk zijn, na de hongerigen te hebben gevoed en de naakten gekleed, de gezinnen van de armen zodanig te helpen, dat zelfs in het nederigste gezin de muziek een rol zou spelen. Want als de ziel door muziek wordt bewogen, als we ons binnen het bereik van de hogere idealen van het leven voelen, dan ontdekken we het licht. Hoe diep worden we niet getroffen zelfs door oude kerkzangen, ondanks het feit dat hieraan een ouderwetse theologie kleeft?
De wereld heeft geen juist idee van de grootsheid van muziek, en pas wanneer daarin verbetering is gebracht, kan ze begrijpen dat ware harmonie nooit kan uitgaan van iemand die deze harmonie niet in zichzelf bezit.
Het zou ideaal zijn als muziek deel uitmaakte van ons dagelijks leven, niet alleen om op gezette tijden en uren te worden beoefend, maar als een beginsel dat een bezielende kracht vormt in al onze activiteiten. De zielskracht, die door een muzikale harmonie wordt opgeroepen wanneer ze goed wordt gebracht en goed wordt ontvangen, gaat niet verloren bij het beëindigen van het stuk. Ze ontlokt aan het innerlijk een weerklank, ons hele wezen stemt zich af op een hogere toon van werkzaamheid, en zelfs de geringste van onze plichten, die welke men gewoonlijk alledaags noemt, zal in een andere geest worden vervuld.
Evenals de muziek, vormen ook de beeldende kunsten een element dat ons hele leven en al onze bezigheden moet doordringen, en dat nauw aansluit bij de wetenschap van de ziel. Deze wetenschap maakt de beeldende kunsten tot de wezenlijke uitdrukking van de idealen van de ziel, waardoor ze niet langer een bijkomstige of willekeurige factor zijn in onze omgeving, maar een integraal deel van dat waartoe ze behoren. Ze worden zelf de uitdrukking van de wet van evolutie en een demonstratie van de realiteit van die wet.
Muziek! Hoe wonderlijk is haar vermogen om ons mee te voeren in het universele leven! Als we ons van de kracht ervan bewust worden, beseffen we dat, wanneer we het eigen ik vergeten, wanneer persoonlijkheden verdwijnen, we vrij zijn – we ons bevinden onder de vrije hemel van gedachten, liefde en hoger streven. Toch is zelfs het beste dat we nu bezitten slechts een materialistische uiting vergeleken met wat ze eens zal zijn. Alles in de muziek is nog zo onvolmaakt: we staan nog slechts aan de grens van de ware harmonie.
Als we de gemoedsstemming konden bewaren die wordt teweeggebracht wanneer we door goede muziek worden bewogen; als we het ruimere vergezicht konden vasthouden dat ze voor ons ontsluit, en ons inzicht konden verruimen in wat het leven werkelijk betekent, dan zouden we de sluier kunnen wegrukken die het zichtbare van het onzichtbare, de schijn van het wezen scheidt; we zouden het leven kunnen zien zoals het werkelijk is, en onszelf zoals we werkelijk zijn.
Het is altijd mijn overtuiging geweest dat muziek een levende kracht voor het volk zou moeten zijn; dat de godin van de muziek in elk huisgezin zou moeten heersen, en dat kleine kinderen, ja het hele gezin, evenveel aandacht aan muziek zouden moeten schenken als aan andere plichten in het leven. Als dat zo was, in welk een prachtige wereld zouden we dan leven! Werden ons slechts de eenvoudige, fundamentele wetten van de muziek onderwezen, dan zouden we al toegang hebben tot de bronnen van de ziel wanneer we in de schaduw van verdriet en beproevingen van het leven verkeren, en met een lied de harmonie en het verlangen te dienen kunnen herstellen en het licht en de vreugde van het leven weer ervaren.
Ware toneelkunst, de tolk van de ziel
Toneelkunst wordt, evenals muziek, door de wereld gezien als een van de middelen tot ontspanning in het leven, omdat ze zich, naar men veronderstelt, met onwerkelijkheden bezighoudt. Het ware toneel leidt juist de aandacht van onwerkelijkheden af en wijst op het ware leven van de ziel. Toneel als zodanig zou de smaak van het publiek moeten richten en leiden door het idealen te geven waarnaar zijn diepste verlangens kunnen uitgaan. Nergens worden de voordelen hiervan op treffender wijze geïllustreerd dan in de dramatische kracht die kan worden opgeroepen zodra persoonlijkheidsbesef en ijdelheid afwezig zijn.
Nergens in het huidige maatschappelijk leven is de behoefte aan hervorming duidelijker dan bij het toneel. In teveel opzichten is het dienstbaar gemaakt aan de heersende zucht naar sensatie en het stimuleren van minderwaardige gedachten, die het juist zo krachtig zou kunnen tegengaan.
De tijd is in zicht waarin het toneel zijn rechtmatige positie zal herwinnen als een van de grote verlossende krachten van de eeuw.
Onderricht in toneelspel is een van de belangrijkste factoren in een goede opvoeding van het kind, want de ware toneelkunst is de tolk van de ziel, de grote scheppende exponent van het spirituele leven.
Toneelspel dringt met zijn boodschap door tot het hart. Daarin schuilt het geheim van zijn herstellende kracht.
Er is in het leven zo’n grote behoefte aan schoonheid en een vrolijke lach! Mijn doel met het opvoeren van dit toneelstuk (As You Like It – Naar het u bevalt) is onder meer deze terug te geven. Ik wilde dat u zich met mij verheugde in de gulden wereld die Shakespeare in dit stuk heeft uitgebeeld. Gezonde vrolijkheid is op zichzelf scheppend van aard. Shakespeare heeft ons de geest van de antieke schoonheid teruggebracht.
De mens kan door preken niet tot deugdzaamheid worden gebracht, of met geweld tot geluk. Hij zal daartoe worden aangetrokken als het hart wordt geraakt. Het hogere drama is een ware hervormer.
Een leven dat door hoop wordt bezield, is een leven dat rijk is aan welslagen, en de mens bezit inderdaad de heerschappij over de natuur in een mate die onvoorstelbaar groot is.
De inertie van sleur en conventie is al doorbroken, en de onrust in de wereld, die zoveel mensen met wantrouwen en vrees bezien, is niet anders dan de beweging van het schip door het opkomende tij van betere en meer zuivere denkbeelden. Er zijn in de wereld idealen uitgezaaid, en omdat het spirituele idealen zijn, zijn ze het denken van de mens binnengedrongen en hebben daarin aantrekkelijke beelden geschilderd van hoe de wereld zou kunnen zijn, indien de mens slechts meester was over zichzelf en over deze wereld. Deze idealen zullen niet verdwijnen voor ze zijn verwezenlijkt en het leven hebben geschonken aan nieuwe idealen, die de weg van het hele toekomstige leven voor altijd zullen verlichten, en de realiteit zullen verkondigen van een rijk van vrede op aarde en van de god in de mens.