Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud

Narada*

*Een toespraak, op 22 maart 1942 gehouden door G. de Purucker, in Point Loma, Californië, maar nog niet eerder in zijn gepubliceerde boeken opgenomen.

Narada is hier, daar en overal; en toch maakt geen van de Purana’s de ware aard van deze grote vijand van fysieke voortplanting bekend. Wat die aard in de esoterie van de hindoes misschien ook is, Narada – die in het occultisme aan deze kant van de Himalaya Pesh-Hun wordt genoemd, de ‘boodschapper’ of het Griekse angelos – is de enige deelgenoot en de uitvoerder van de universele decreten van karma en adi-budh: een soort actieve en altijd weer incarnerende logos, die van het begin tot het einde van de kalpa de menselijke aangelegenheden leidt en er richting aan geeft.

‘Pesh-Hun’ is algemeen bezit en niet speciaal van de hindoes. Hij is de mysterieuze leidende verstandelijke macht, die de impuls geeft aan en de stuwkracht regelt van cyclussen, kalpa’s en universele gebeurtenissen. Hij is de zichtbare vereffenaar van karma in het algemeen; de bezieler en de leider van de grootste helden van dit manvantara. In de exoterische boeken wordt hij aangeduid met enkele weinig vleiende namen, zoals ‘kalikaraka’, ruziezoeker, ‘kapivaktra’, apengezicht, en zelfs ‘pisuna’, de spion, hoewel hij elders Deva-Brahma wordt genoemd.
De geheime leer, 2:52

Narada, zoals de hindoes hem noemen, Pesh-Hun, zoals de Tibetanen hem noemen, is in de wereld. Dit werktuig van het lot, dat de christenen, naar ik aanneem, de engel van de wraak van de Heer zouden noemen, is in ieder land aanwezig. Zijn karmische werk is in volle gang: hij maait opdat toekomstige gewassen kunnen worden gezaaid. Narada of Pesh-Hun is het vreeswekkende werktuig van wat de christenen de goddelijke wraak zouden noemen, maar toch de grootste vriend van de mens voor hen die hem willen herkennen. Zijn werk is niet dat van het noodlot, maar dat van het lot dat de mens zelf weeft. Zelfs al verstoort hij de levenswijze van de mens, opdat de beschikkingen van de goddelijke gerechtigheid kunnen worden uitgevoerd, hij is ook de vredebrenger en hersteller van harmonie. Om een mooie joodse zegswijze te gebruiken, het is uiteindelijk Narada of Pesh-Hun die ‘alle tranen wegwist’.

HPB spreekt over Narada, zoals de hindoes hem noemen, of Pesh-Hun zoals zij hem aanduidt met zijn naam uit de Atlantische tijd (in andere tijden en landen staat hij onder andere namen bekend), maar ze zegt eigenlijk weinig over hem eenvoudig omdat zijn taak in de natuur aan een wereld die volstrekt niet gewend is aan de spirituele en intellectuele leringen van de theosofie zo moeilijk te verklaren is, dat ze slechts op enkele feiten wees en het daarbij liet.

Wie is Narada, wie is deze Pesh-Hun? In de eerste plaats is hij een rishi. Hij is ook een prajapati. Prajapati betekent een ouder van nakomelingen; er wordt niet gezegd wat voor soort nakomelingen, misschien uit het denken geboren kinderen, misschien uit het lichaam geboren kinderen, want prajapati betekent zowel het een als het ander, of beide. Hij is ook een manu, wanneer het alleen gaat om zijn werk met betrekking tot de mensenrassen. Hij is een dhyani-chohan of wat de christenen een aartsengel zouden noemen. Natuurlijk betekent die verwijzing in deze tijd niet veel, omdat de christenen zelf nauwelijks weten wat ze met die term bedoelen. Maar ik geef enkele namen uit verschillende denkrichtingen. In de Griekse en Latijnse mythologie zou hij een god zijn of misschien een van de hoogste daimonen, kosmische geesten. Laten we het zo zeggen: Narada is een dhyani-chohan, ook prajapati door bepaalde taken die hij verricht, ook een rishi of groot spiritueel leraar, op grond van bepaald werk dat hij verricht. Ook een manu door zijn nauwe band met het lot van de mensheid. Daarom worden deze drie namen gebruikt, want elke naam past bij een ander deel van zijn activiteiten. Hij is een dhyani-chohan van de hoogste of op een na hoogste klasse. Ik doel nu niet alleen op de drie grote klassen van dhyani-chohans boven de mens. Ik heb het over klassen van een andere categorie. Alle mogelijke klassen van dhyani-chohans in aanmerking genomen, behoort Narada tot het op een na hoogste type.

Wat zijn de werkzaamheden van Narada? Typisch die van het voltrekken van het karmische lot. Hier heeft u de sleutel tot al zijn activiteiten. Wat de lipika’s hebben opgetekend, wordt door Narada, als individueel werktuig of als individualiteit, als aartsengel, uitgevoerd. Hij is het werktuig van het karmische lot. Het gevolg daarvan is dat, omdat het lot voor ons mensen vaak zo onplezierig is door onze eigen fouten en tekortkomingen in het verleden, aan Narada weinig complimenteuze namen zijn gegeven door hen die zijn werk in de wereld en in de wereld van de mens hebben gezien en dat niet waarderen. Als ze zijn werk wel op prijs stellen, als het iets is dat de mensen bevalt, krijgt hij zeer vleiende namen zoals: de weldoener, de goede helper, de strijder voor de mensheid, hij die al het goede van het lot teweegbrengt. Maar als hij als een onpartijdig, onpersoonlijk werktuig van het karmische lot de mensheid tegenspoed bezorgt, dan krijgt hij weinig complimenteuze namen, zoals bijvoorbeeld kalikara, de ruziezoeker, omdat het in het lotsverloop van de mensheid zijn werk is om oorlog en vrede tot stand te brengen.

Kunt u nu zien waarom HPB is voorbijgegaan aan deze functie, deze plicht, deze aard van Narada? Het is een netelig onderwerp omdat wij in het westen niet willen geloven dat de wereld wordt geleid door kosmische en spirituele wetten, en we willen ook niet geloven dat de verschrikkelijke dingen die ons overkomen, onfeilbaar en onvermijdelijk ons zelfverdiende lot zijn. We zeggen liever: het is zijn schuld. Zo schuiven we de verantwoordelijkheid af, maar toon mij iets dat u overkomt en dat, voor zover u kunt zien, niet het gevolg is van uw eigen daden. Zo is de wet.

Narada werkt dus als instrument van karma. Hoe doet hij dat? Omdat hij een dhyani-chohan is, kan hij niet onder ons verschijnen en werken zoals een mens doet, omdat hij tot een veel hoger rijk behoort, tot het allerhoogste van de drie dhyani-chohanische rijken. Hij is een onpersoonlijk, onpartijdig instrument van het lot. Het is zijn taak ervoor te zorgen dat de wereld wordt beschermd, dat de karmische wet, het lot, wordt uitgevoerd ongeacht de gevolgen; want dat is de enige manier om recht, orde, evenwicht, rechtvaardigheid en uiteindelijke wijsheid en vrede te herstellen. Anders zou de natuur een enorme hoeveelheid onuitgewerkt karma opstapelen, dat eens of te zijner tijd de mensheid zou overspoelen en volkomen vernietigen. Geen wonder dat HPB aan dit probleem voorbijging.

Hoe werkt Narada dan wel? Soms overschaduwt hij mensen met de juiste psychische, spirituele, verstandelijke en zelfs fysieke gesteldheid en werkt door hen. Deze mensen worden door HPB ‘men of destiny’ [werktuigen van het lot] genoemd. Dit hoeven zelfs geen goede mensen te zijn, en dat is nog een reden waarom over Narada vaak in niet vleiende termen wordt gesproken; maar het kunnen goede mensen zijn, deze ‘men of destiny’. Maar ze worden als instrumenten en werktuigen gebruikt om bepaalde dingen uit te voeren, tot stand te brengen, die in de schoot van de tijd liggen en naar buiten moeten komen, en er moet een leidende spirituele kracht zijn die erop toeziet dat deze gebeurtenissen zich voltrekken zonder de volledige vernietiging van de mensheid. Dat is het werk van Narada: een beschermer van de mensheid en ook een wreker.

De westerling is eeuwenlang opgevoed in een religieus en filosofisch stelsel dat sinds de vroege middeleeuwen zo volslagen in strijd is met de feiten van de natuur, dat we uit het oog hebben verloren hoe de wereld wordt geleid en bestuurd. Ze wordt bestuurd door spirituele en hoogintellectuele machten. Dat geldt bijvoorbeeld voor onze eigen aardbol, bol D van onze keten. Er gebeurt niets zomaar, bij toeval. Alles wat er plaatsvindt op deze bol of in het zonnestelsel of in de zon of in het melkwegstelsel, gebeurt volgens wetten; en het gebeurt volgens wetten omdat er instrumenten van de wet zijn, instrumenten van karma, die de zaak in de hand houden, om als het ware te voorkomen dat een aardbeving of een vloedgolf of een cycloon geheel uit de hand loopt en zonder onderscheid vernietiging brengt. Ziet u wat ik probeer te zeggen? Het lot ligt stevig in handen van de goden; of – zoals de vroege christenen het op hun wijze uitdrukten in woorden die nu hun betekenis hebben verloren – de wereld wordt geregeerd door de almachtige God door middel van de hiërarchie van engelen, en dat is de theosofische leer zoals die in christelijke vorm werd onderwezen. Deze engelen voeren de bevelen van het lot uit, en we bezitten nu in de christelijke leer overblijfselen van deze oude theosofie van het vroege christendom, zoals men bijvoorbeeld spreekt over de engel van de dood, of de engel van het lot, of de engel van ziekte – of, als we ons tot het Nieuwe Testament wenden, de vier engelen uit de Openbaring. Men zou zich kunnen afvragen, wat zijn ze nu? Oorlog, ziekte of een epidemie, honger en dood: u herinnert zich het beroemde boek dat de Spaanse schrijver Ibáñez schreef, Los cuatro jinetes del Apocalipsis (De vier ruiters van de Openbaring).

Het is Narada die belast is met deze karmische uitwerking van het lot. Geen wonder dat hij kalikara wordt genoemd, de ruziezoeker. Hij brengt dat lot niet uit het niets voort, uit een duivels verlangen de mensheid kwaad te doen. Hij is eenvoudig het werktuig van het karmische lot dat bijvoorbeeld de afbraak teweegbrengt van oude verstarde toestanden die een spiritueel slaapmiddel voor de mensheid worden, of een einde maakt aan dingen die dreigen de mensheid kwaad te berokkenen. U ziet dat een leer als deze ook gevaarlijk zou kunnen zijn als ze onder de aandacht kwam van onverantwoordelijke mensen of van zwakkelingen die haar zouden verdraaien en voor persoonlijke en zelfzuchtige doeleinden zouden gebruiken. Zulke mensen hebben geen idee van de diepzinnige en ingewikkelde aspecten van de theosofische waarheden, die de oude wijsheid-religie van de mensheid zijn.

Laten we ons nogmaals afvragen wie of wat Narada is? Narada is niet alleen het werktuig van het karmische lot, maar ook de redder van de mensheid, die de evolutionaire vooruitgang van de mens teweegbrengt, veranderingen tot stand brengt die op hogere, edeler dingen zijn gericht, en eveneens, hoe paradoxaal dat ook klinkt, de bewerker of hersteller van spirituele en verstandelijke stabiliteit. Er kan namelijk geen stabiliteit zijn als er een opeenhoping van karma ligt te wachten die dreigt de dam te doorbreken en in het wilde weg verwoesting en vernielingen teweeg te brengen.

Laat enkele consequenties van deze gedachten eens tot u doordringen. Ze maken u mild, minder geneigd andere mensen te haten en verkeerd te beoordelen. Neem bijvoorbeeld Napoleon, of Julius Caesar, of Alexander – drie mannen die, als men ze beoordeelt naar de maatstaven van het gewone menselijke recht, boosdoeners zijn, omdat ze allen tradities en de gevestigde orde omverwierpen, vernietigden. De wereld heeft hen overleefd, maar wie waren ze? Gemiddelde mensen, elk met bepaalde karaktertrekken, psychische en van andere aard, waarmee Narada kon werken om de karmische veranderingen teweeg te brengen. Met andere woorden, Narada is een soort Siva, vernietiger en herschepper, maar zijn vernietigingen zijn altijd heilzaam, hij staat altijd aan de kant van vrijheid, van absolute rechtvaardigheid voor allen, zonder onderscheid, en aan de kant van de vooruitgang. Als er iets is dat Narada verafschuwt, dan is het wreedheid, elke vorm van wreedheid, wreedheid tegenover vriend of wreedheid tegenover vijand. Men plaatst zich onmiddellijk onder het waakzame oog van Narada als men toegeeft aan iets dat de mens onwaardig is.

Tussen twee haakjes, laat ik eraan toevoegen dat ik niet naar Alexander, Julius Caesar en Napoleon verwijs omdat ik van mening zou zijn dat deze drie mannen een voorbeeld zijn voor menselijk gedrag, want dat is niet zo, eerder het tegenovergestelde. Maar ze zijn een opmerkelijk voorbeeld uit de geschiedenis van ‘men of destiny’, die juist vanwege hun zwakheden en verkeerd gerichte kracht bijna als pionnen werden gebruikt, om ondanks zichzelf goede dingen tot stand te brengen.

Het is merkwaardig te zien, als men de geschiedenis van de mensheid bestudeert, dat de grote werken van Narada, de grote activiteiten van Narada, altijd vergezeld gaan van, of op de voet worden gevolgd door een grootse uiting van moreel en religieus leven. De grootste religies zijn altijd gesticht tijdens de grootste menselijke omwentelingen. Beide het werk van Narada. Narada bewerkt de grond, geeft leiding aan het zich voltrekken van het karmische lot, en wenkt als het ware met zijn hand naar de onderrichtende goden om langs de door hem geopende weg naderbij te komen.

Sommigen vragen zich misschien af of Narada dezelfde is als de stille wachter. Nee, de stille wachter staat boven alles. Misschien kunnen we, althans in figuurlijke zin, zeggen dat Narada het Siva-aspect is van de stille wachter. Narada is een soort logos voor deze bol gedurende de hele kalpa. En wat is de functie van de logoi, grotere of kleinere, hogere of lagere? Elke logos moet al zijn kinderen een schitterende toekomst van voleinding binnenleiden.

Laat ik op een ander aspect wijzen. Stel dat er in de wereld een edele religie zou zijn, die de oorspronkelijke bezieling, de theosofische inspiratie van haar meester, van haar stichter had verloren, en die kerkelijk en theologisch was geworden in plaats van vitaal en levend te blijven, een machtige en spiritueel leidende kracht in het leven van haar volgelingen. Stel dat deze religie – een van de edelste drijfveren in het menselijk denken en gedrag – enkel een vormendienst en ritus was geworden, en er zelfs over werd getwist of de leer van de stichter werkelijk moest worden aanvaard zoals we haar hebben ontvangen. Wat doet Narada dan? Narada breekt die schaal open, bevrijdt opnieuw de gekerkerde geest. Natuurlijk zijn er talloze problemen. Mensen zijn op religieuze punten bijna fanatiek; als men hun verstarde geloof afbreekt, kunnen ze soms bijna duivels worden. Maar Narada heeft een grootser werk op het oog dan de louter conventionele gevoelens van veel van deze coryfeeën en hun miljoenen volgelingen. Het werk van Narada is er in zo’n geval op gericht de gekerkerde en misschien vergeten geest van de stichter te bevrijden en zijn oorspronkelijke kracht en invloed te herstellen. Het kan vlug gebeuren, in één klap, door een catastrofe. Of het kan gebeuren in de loop van vele, vele jaren van langzame uitbreiding en het openbreken van de oude schaal. Narada werkt op verschillende manieren, maar altijd in overeenstemming met het lot en altijd op de gunstigste manier waarop hij kan werken, want hij is een vernieuwer en een bouwer. Dat is het allerbelangrijkste. Hier volgt een voorbeeld. De religie was in dat geval een gevaar geworden. Het was een bedwelmend middel geworden. Het suste de mensen in slaap. De ziel van de mensen was als dominerende factor in het menselijk leven zo slaperig, zo negatief geworden, dat de mensen in feite door hun ziel niet langer werkelijk werden bezield. Ze waren weinig meer dan lichamen die blindelings louter conventionele praktijken volgden. Maar Narada bezielt deze mensen weer. Hun ziel ontwaakt. Ze beginnen te denken en vragen te stellen. Ze zoeken de geest. Ze breken de schaal open; ze werpen de vormen omver. En in zo’n geval ontstaat er een grote religieuze opleving of vernieuwing.

Maar het is natuurlijk een pijnlijk proces. De coryfeeën houden er niet van. Miljoenen van hun volgelingen houden er niet van. Hun rustige, comfortabele, zelfvoldane geloof wordt omvergeworpen. Ze weten niet dat ze de oude, bezoedelde kleding verwisselen voor het levende spirituele kleed, dat ze het lichaam verwisselen voor de geest. Dat beseffen ze nog niet. Dat gebeurt pas nadat de tijd, de magische middelaar, de pijn van de tegenslagen, van de openbarstende schaal, heeft verzacht, en zelfs zij die gekwetst zijn kunnen inzien en zeggen: ‘Het is het beste wat kon gebeuren. Nu begrijpen we de leer van de meester. Nu is de religie een levende, vitale kracht in mijn hart geworden. Ze leidt mijn leven. Ze is iets om in te geloven en naar te leven.’ Ziet u? Het werk van Narada! Maar wat deed Narada in die tijd? Hij was een kalikara, een ruziezoeker, hij moest de schaal openbreken.

En dat is ook het werk van de logos, welke logos u ook bedoelt, de logos van onze bol of van onze keten of van het zonnestelsel. Maar maak wel onderscheid tussen het werk van Narada en van slechte mensen. Slechte mensen kunnen door Narada worden gebruikt voor karmische doeleinden en dat gebeurt voortdurend, zoals Narada ook goede mensen gebruikt. En waak ervoor uzelf niet tot rechter te verheffen. Maar het verschil tussen het werk van een slecht mens die niet door Narada wordt geleid en het werk van Narada is dit: de slechte mens werkt altijd voor zichzelf, uit egoïstische zelfzucht, de wortel van alle kwaad; terwijl het werk van Narada, ongeacht het kanaal, altijd voor de wereld is, zelfs al denken zijn menselijke werktuigen dat ze in hun eigen belang werken. We zien het misschien niet altijd, maar het is wel zo. Wanneer Narada bijvoorbeeld een grote organisatie doet ineenstorten door haar te vernieuwen, zijn het openbarsten van de schaal en de pijn die de betrokkenen lijden voor hen een kwelling, en ze denken dat ze door de hel gaan. Maar dat is in werkelijkheid niet zo, het is een redding, en dat zullen ze na een poosje gaan begrijpen; maar het proces is voor hen een hel. We moeten daarom heel, heel voorzichtig zijn in ons oordeel, zeer mild en begrijpend.

Het werk van Narada is in essentie dus zó spiritueel en verstandelijk en ook psychisch, dat een voorbereidende studie van de wijsheid-religie bijna noodzakelijk is om de mensen erop voor te bereiden te begrijpen wie Narada precies is en wat zijn functies in de wereld zijn. Het belangrijkste punt dat we eerst moeten begrijpen is dat ons heelal wordt beheerst door wet en orde, die ontspringen aan intelligente en spirituele bronnen, en dat dus alles wat in dat heelal gebeurt onder de macht van die wet en die orde valt en dat er daarom geen toeval bestaat, een woord dat voor theosofen geen enkele wezenlijke betekenis heeft; en dat alles wat gebeurt een oorzaak heeft – karma. Het eerste wat dit ons leert is dat we moeten ophouden over andere mensen te oordelen. Het leert ons dat we moeten ophouden onszelf de bevoegdheid aan te matigen anderen te veroordelen. Oordeel niet opdat niet over u wordt geoordeeld. Houd in gedachten dat Narada op die manier werkt, of we hem een engel van het lot noemen, een aartsengel van het lot, of een dhyani-chohan die in de wereld als taak heeft om met de sterke hand van een vriend de mensheid en ook de andere rijken te leiden; om de mensheid op haar weg door tegenslagen en leed, veroorzaakt door haar eigen dwaasheid, te leiden naar vrijheid, wijsheid en liefde, omhoog en voorwaarts door lijden en pijn, door vreugde en vrede, door oorlog en verwarring, door welslagen en vooruitgang, altijd omhoog en vooruit.


Bron van het occultisme, blz. 766-73

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag