Brieven die me hebben geholpen / William Q. Judge

Deel 1 bevat brieven die werden gepubliceerd in The Path, december 1888 – maart 1890. Deze verschenen voor het eerst in boekvorm in 1891.

Vertaling van Letters That Have Helped Me, 1943

isbn 9789070328580, paperback, bestel boek

Eerste druk 2001

Uit deze uitgave mag alleen met toestemming van de uitgever iets worden overgenomen.

© 2001  Theosophical University Press Agency, Den Haag

 

 

   
      Inhoudsopgave     

 

Brief 19

 

Je hebt gelijk als je denkt dat de essentiële beginselen van de theosofie vaak worden uiteengezet zonder gebruik te maken van die naam, want het is het enige universele fundamentele stelsel dat ten grondslag ligt aan de religies van elk tijdperk. Wanneer het Nieuwe Testament op de juiste manier wordt opgevat, onderwijst het theosofie, en we weten dat zowel Jezus als Paulus ingewijden waren. Natuurlijk begrijpt men in de theosofie evenals in elke andere wetenschap meer naarmate men meer leest, en ik raad je aan die boeken van ons te lezen en door te werken die je gemakkelijk kunt verkrijgen.

Laat ik over de vragen die je stelt zeggen dat theosofie van niemand verlangt dat hij een manier van leven loslaat die op zichzelf niet verkeerd is. Het volgen van een dieet met vlees is geen zonde; het is zelfs geen overtreding; het is een gewoonte waaraan de meeste mensen nu gewend zijn, en het is niet een kwestie van ethiek of van wat juist is. In een bepaald gevorderd stadium als chela of discipel moet het gebruik van vlees worden opgegeven op grond van zijn psychische en fysiologische invloed. Maar je hebt dat stadium nog niet bereikt, en het is waarschijnlijk dat je dat nog lange tijd niet zult bereiken. Omdat het gebruik van vlees geen overtreding is, kan het anderen ervan voorzien dat evenmin zijn, zodat het helpen bij het doden van varkens voor de markt op geen enkele manier in strijd is met jouw plicht als mens of als theosoof. Omdat het in de huidige omstandigheden je plicht is, raad ik je aan die zonder aarzelen te vervullen.

Mannen en vrouwen vullen elkaar wat karakter betreft aan, en zijn daarom aan elkaar aangepast. Het spreekt vanzelf dat elk geslacht het gezelschap van het andere met plezier zou moeten beleven, en wat natuurlijk is kan niet verkeerd zijn. Bovendien is het volkomen gepast dat wanneer een geschikte partner wordt gevonden een man zou moeten trouwen en zich vestigen als huisvader, een gezin grootbrengen met juiste opvattingen en verheven doeleinden. Hij bewijst de mensheid een dienst als hij ervoor zorgt dat er na zijn dood kinderen zijn die zijn plaats innemen en zijn ware en altruïstische levensopvatting voortzetten. Daarom, als je een geschikte partner vindt en wilt trouwen, dan kan er geen enkele reden zijn waarom je dat doel niet zou realiseren. Evenals het zich onthouden van vlees is het celibaat essentieel om na een bepaald stadium verder te komen, maar dat stadium is door jou nog niet bereikt, en je kunt daarom niet aan de voorwaarden ervan worden onderworpen. Er kan niet één regel zijn die voor alle mensen geldt, omdat de temperamenten en verlangens zo verschillen. Ieder moet het probleem van het leven op zijn eigen manier oplossen. Als je aspiraties zó op hogere dingen zijn gericht dat je de lagere een belemmering vindt, is het duidelijk dat je je niet in de laatstgenoemde moet uitleven; maar als je daardoor niet wordt gehinderd, dan heb je niettemin een plicht. Je hebt gelijk dat je denkt dat het essentiële van alle ware vooruitgang een wens is om je volkomen te voegen naar de goddelijke wil, waarbij we er zeker van zijn dat we evenredig aan onze behoefte zullen worden geholpen.

 

 


Brieven die me hebben geholpen, blz. 152-153

© 2001  Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag