Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

1888

[‘1888’, Lucifer, januari 1888, blz. 337-8; CW 9:3-5]

Mensen wensen hun vrienden meestal een gelukkig Nieuwjaar toe, en soms wordt daaraan nog ‘voorspoedig’ toegevoegd. Het is onwaarschijnlijk dat zo’n duister getal als 1888 veel geluk of voorspoed te bieden heeft aan degenen die voor de waarheid leven. Niettemin wordt het jaar ingeluid door de schitterende ster Venus-Lucifer die zo prachtig schijnt dat ze soms wordt verward met die nog zeldzamere bezoeker, de ster van Bethlehem. Dit zal ook nu wel gebeuren, en onder zulke omstandigheden zal zeker iets van de christos-geest op aarde worden geboren.

Zelfs als geluk en voorspoed ontbreken, kan er het komende jaar iets gebeuren dat van groter belang is. Venus-Lucifer is de beschermster van ons tijdschrift, en omdat we ervoor hebben gekozen om onder haar auspiciën te verschijnen, wensen we ook haar adeldom te benaderen. Dit is voor ieder van ons mogelijk, en in plaats van onze lezers een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar toe te wensen, zijn we meer geneigd hen te vragen om het tot een jaar te maken dat haar schitterende aankondiger waardig is. Dit kan tot stand worden gebracht door hen die moedig en vastberaden zijn.

Thoreau wees erop dat er in het leven kunstenaars zijn, personen die de kleur van een dag kunnen veranderen en deze mooi kunnen maken voor de mensen met wie ze in contact komen. Wij beweren dat er adepten zijn, meesters in het leven die dit goddelijk maken, zoals in alle andere kunsten. Is dit niet de grootste kunst van alle, een kunst die op de hele atmosfeer waarin we leven een invloed uitoefent? Dat dit de belangrijkste kunst is, zien we onmiddellijk als we bedenken dat iedereen die de levensadem inzuigt de verstandelijke en morele atmosfeer van de wereld beïnvloedt, en mede de kleur van de dag bepaalt voor de mensen om hem heen. Degenen die de gedachten en levens van anderen niet verheffen moeten hen noodzakelijkerwijs óf verlammen door onverschilligheid, óf actief omlaaghalen. Als dit punt wordt bereikt, wordt de kunst van het leven omgezet in de wetenschap van dood; we zien een zwarte magiër aan het werk.

Niemand kan volledig inactief zijn. Hoewel er veel slechte boeken en schilderijen worden gemaakt, staat toch niet iedereen die niet goed kan schrijven of schilderen erop om zulk slecht werk te leveren. Stel u eens voor wat het resultaat zou zijn als ze dat deden! Toch gaat het in het leven wel zo. Iedereen leeft en denkt en spreekt. Als al onze lezers die enige sympathie voor Lucifer hebben een poging zouden doen om te leren hoe men het leven niet alleen mooi maar goddelijk kan maken, en zich zouden voornemen om zich niet meer te laten tegenhouden door ongeloof in de mogelijkheid van dit wonder, maar onmiddellijk aan de enorme taak zouden beginnen, dan zou 1888, hoe ongelukkig dat jaar ook is, op een passende manier zijn ingeluid door die glinsterende ster.

Geluk en voorspoed zijn niet altijd de beste vrienden voor zulke onontwikkelde stervelingen als de meesten van ons zijn; ze brengen zelden vrede met zich mee, en dat is de enige blijvende vreugde. Het denkbeeld van vrede wordt meestal in verband gebracht met het levenseinde en een religieuze bewustzijnstoestand. Maar dat soort vrede zal meestal een element van hoopvolle verwachting blijken te bevatten. De genoegens van deze wereld zijn opgegeven, en de ziel wacht tevreden de genoegens van de volgende wereld af. De vrede van een filosofische geest is heel anders en kan vroeg in het leven worden bereikt als van de genoegens van het leven nog nauwelijks is geproefd, maar ook wanneer deze ten volle zijn genoten.

De Amerikaanse transcendentalisten ontdekten dat het leven tot iets verhevens kan worden gemaakt, zonder enige hulp van omstandigheden of uiterlijke bronnen van vreugde en succes. Natuurlijk was dit al vele keren eerder ontdekt, en Emerson heeft slechts het denkbeeld van Epictetus weer opgepakt. Maar ieder mens moet dit feit opnieuw zelf ontdekken, en als hij dit eenmaal beseft dan weet hij dat hij een stumper zou zijn als hij niet zou proberen die mogelijkheid in zijn eigen leven te verwezenlijken. De stoïcijn veredelde zich want hij erkende zijn eigen absolute verantwoordelijkheid en probeerde er niet aan te ontkomen; de transcendentalist ging zelfs nog verder, omdat hij vertrouwen had in de onbekende en onbeproefde mogelijkheden die in hem verborgen lagen. De occultist erkent zijn verantwoordelijkheid volledig en maakt aanspraak op zijn titel omdat hij de kennis van zijn eigen mogelijkheden zowel heeft verworven als getest.

De theosoof die ook maar enigszins serieus is, beseft zijn verantwoordelijkheid en streeft naar kennis, terwijl hij intussen leeft volgens de hoogste standaard waarvan hij zich bewust is. Lucifer groet al zulke mensen! Het leven van de mens ligt in zijn eigen handen, zijn lot wordt door hemzelf beschikt. Waarom zou 1888 dan niet een jaar van grotere spirituele ontwikkeling zijn dan enig ander jaar? Het hangt van onszelf af om dit te realiseren. Dit is een feit, niet een religieus gevoel. In een tuin met zonnebloemen keert elke bloem zich naar het licht. Waarom doen wij dat niet ook?

En laat niemand denken dat het slechts inbeelding is om belang te hechten aan de geboorte van het jaar. De aarde gaat door haar duidelijk afgebakende fasen samen met de mens; en zoals een dag kan worden gekleurd zo geldt dat ook voor een jaar. Het astrale leven van de aarde is jong en sterk tussen Kerstmis en Pasen. Zij die nu hun wensen formuleren zullen extra kracht hebben om ze consequent in vervulling te laten gaan.


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 3: 1887 – 1889, blz. 259-61
isbn 9789491433191, paperback, eerste druk 2017, bestel boek

© 2017 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag