Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

De religie van de toekomst

[‘The religion of the future’, The Theosophist, mei 1883, blz. 205-6; CW 4:451-3]

Occultisme leert ons dat denkbeelden die op essentiële waarheden zijn gebaseerd eeuwig cyclisch bewegen, rondgaan en de ruimte vullen binnen de omtrek van de grenzen opgelegd aan onze wereld en het zonnestelsel met planeten; dat ze, zoals Plato’s eeuwige, onveranderlijke essenties, de zintuiglijk waarneembare wereld doordringen, de gedachtewereld doordringen; dat ze, in tegenstelling tot scheikundige affiniteiten, worden aangetrokken tot en geassimileerd door, homogene universele denkbeelden in de hersenen van bepaalde mensen (uitsluitend het product van de menselijke geest, zijn gedachten en intuïtie); dat ze in hun eeuwige stroom hun perioden van intensiteit en activiteit hebben, en ook hun perioden van morbide inactiviteit. Tijdens eerstgenoemde, en wanneer op een bepaald punt van de wereld een sterke impuls aan een van die essentiële waarheden wordt gegeven, en er een krachtig contact ontstaat tussen soortgelijke eeuwige essenties, tussen de innerlijke denkwereld van een filosoof en het gebied van denkbeelden buiten hem, worden verwante zielen op verschillende plaatsen beïnvloed, en identieke denkbeelden zullen worden gegenereerd en in vaak bijna identieke bewoordingen tot uitdrukking komen.

De juistheid van deze leer werd door moderne occultisten vaak vastgesteld, en er wordt op dit moment nog eens aangetoond dat het iets meer is dan slechts een aannemelijk vermoeden. Een correspondent van een krant van deze tijd, de Indian Mirror, die vanuit Italië schrijft (zie het nummer van 31 maart 1883), vertelt ons dat hij sinds hij naar Florence is gekomen, het geluk heeft gehad

om kennis te maken met een man uit Philadelphia, in de Verenigde Staten, die een werk heeft geschreven, getiteld ‘De religie van de toekomst’, dat nog in manuscript is. Deze man, de schrijver, groeide op als een quaker, maar zou door die groep nu niet als orthodox worden beschouwd. Zijn opvattingen zijn door zijn reizen in Engeland, Duitsland en elders zo wezenlijk gewijzigd, dat ze nu als onorthodox zouden worden beschouwd.

De korte samenvatting van het manuscript van ‘De religie van de toekomst’ – die door de correspondent was gemaakt – trok onze aandacht. De naam van de quaker wordt niet genoemd; maar als ons was verteld dat het werk geschreven was door onze ‘leken-chela’, die, wat de door hem uiteengezette basisleringen betreft, de trouwe amanuensis van één van de meesters van de Himalaya is – dan zouden we dat als een feit hebben geaccepteerd. Het is heel waarschijnlijk dat wanneer ‘De religie van de toekomst’ in zijn geheel wordt gelezen, men meer dan één bladzijde, en misschien hoofdstuk, zal vinden die de juist geïnformeerde occultist als grotesk en heterodox zullen toeschijnen. Maar al kan het in de details fouten bevatten, het is, voor zover wij het begrijpen, in zijn essentiële denkbeelden volkomen juist. Laat onze studenten van de occulte wetenschap het zelf beoordelen.

De bijzondere stelling van ‘De religie van de toekomst’ is dat stof en leven beide eeuwig en onverwoestbaar zijn; dat het universele leven het hoogste wezen is, niet noodzakelijkerwijs almachtig, maar met vermogens die oneindig ver uitgaan boven alles waarvan we ons op aarde een begrip kunnen vormen; dat de mens wanneer hij door morele zuiverheid gereed wordt voor opneming, wordt opgenomen in dit universele leven of hoogste wezen, maar, tot die morele zuiverheid is bereikt, vele keren op aarde moet verschijnen; en dat de som van alle ervaringen van de edelste bezielde wezens, uit alle delen van het heelal, voortdurend wordt toegevoegd aan de intelligentie van het universele leven.

We hebben de meest opvallende passages cursief gedrukt. De esoterische leer van de arhats zegt, in duidelijke taal en met toelichting, dat (1) ‘‘stof en leven beide eeuwig en onverwoestbaar zijn’, want ze zijn één en identiek; de zuiver subjectieve – en daarom (voor de natuurwetenschap) onbewijsbare en oncontroleerbare – stof wordt het ene leven, of wat gewoonlijk ‘geest’ wordt genoemd. (2) Over de hypothetische godheid (of God als een persoonlijk wezen) als iets dat onbereikbaar en onbegrijpelijk is voor de logica en het verstand, wordt nooit gespeculeerd of iets onderwezen – want de occulte wetenschap neemt niets aan op geloof – ze wordt gerangschikt onder de hoogste abstracties, en waargenomen en aanvaard in wat we ‘universeel leven’ noemen. (3) Ze is alleen almachtig door middel van, en in samenhang met, de onveranderlijke eeuwige natuurwetten, die dus de basis vormen voor het leven, maar ze is op zich niet ‘noodzakelijkerwijs almachtig’. (4) Dat de mens pas wordt opgenomen in, en één wordt met het universele leven, of parabrahman, nadat hij volledig is gezuiverd, d.w.z. niet meer in de ban verkeert van de stof en het gebied van de zintuigen heeft overstegen, is een leer die door boeddhistische, hindoeïstische en ook andere oude Aziatische filosofieën wordt erkend; en ook (5) dat de mens ‘vele keren op aarde moet verschijnen’, tot zijn dubbele evolutie – ethisch en fysiek – wordt voltooid tijdens de zeven ronden, en hij de uiteindelijke volmaking heeft bereikt. Laatstgenoemde lering wordt in de latere ‘Fragments of occult truth’ door ‘leken-chela’ zorgvuldig verklaard. (6) En als laatste, ‘de som van alle ervaringen’ van de mens uit alle delen van het heelal ‘wordt voortdurend toegevoegd aan de intelligentie van het universele leven’ – betekent eenvoudig deze basislering van de geheime wetenschap: ‘universele intelligentie is het totaal, of de verzameling, van alle intelligenties van het heelal, uit verleden, heden en toekomst.’ Het is de oceaan van intelligentie gevormd uit ontelbare druppels intelligentie, die daaruit voortkomen en erin terugkeren. Als ze allemaal eruit zouden worden weggenomen, tot de laatste druppel toe, dan zou er geen oceaan meer zijn.’ (Book of the Arhats, deel 4, blad 39.)


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 2: 1882 – 1887, blz. 119-21
isbn 9789491433177, paperback, eerste druk 2016, bestel boek

© 2016 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag