Redenen om te vasten
[‘The rationale of fasts’, The Theosophist, januari 1883, blz. 88; CW 4:296-7]
[Een reactie op de brief van een correspondent]
De reden om te vasten ligt voor de hand. Als er iets is dat de wilskracht van de mens méér verlamt en daarmee vatbaar maakt voor fysieke en morele aftakeling, dan is het overmatig eten: ‘Gulzigheid is van de zeven doodzonden de ergste.’ Swedenborg, een geboren ziener, vertelt ons in zijn ‘De stank van onmatigheid’, hoe zijn geest-vrienden hem berispten voor een toevallige fout die leidde tot overeten.
Het gebruik om te vasten gaat hand in hand met de erkende feestdagen. Wanneer de levensenergieën te veel onder druk komen te staan door overbelasting van het spijsverteringsstelsel, dan is de enige en beste remedie om het enige tijd rust te gunnen en zich zoveel mogelijk te laten herstellen. De uitgeputte grond moet men braak laten liggen voordat deze een nieuwe oogst kan opleveren. Het vasten werd eenvoudig ingesteld om de slechte gevolgen van het overeten te corrigeren. De juistheid hiervan blijkt uit het feit dat het vasten geen gewoonte is bij boeddhistische priesters, maar dat er van hen wordt verlangd dat ze de middenweg bewandelen en dus elke dag van hun leven ‘vasten’.
Een lichaam dat verstopt en overvol raakt met voedsel, van welke aard ook, gaat altijd samen met een versuft verstand, en de vermoeide natuur vraagt om de rust van slaap. Ook is er een groot verschil tussen het effect op de geest van stikstofhoudend voedsel, zoals vlees, en niet-stikstofhoudend voedsel, zoals fruit en groene groenten. Bepaalde soorten vlees, zoals rundvlees, en groenten, zoals bonen, zijn altijd verboden geweest voor studenten van het occultisme, niet omdat een van deze heiliger of minder heilig was dan andere, maar omdat hun magnetisme een verzwakkende en belemmerende invloed heeft op de ‘spirituele mens’, hoewel ze misschien heel voedzaam zijn en het lichaam in stand houden.