Het Theosofisch Genootschap

Buddhi*

*Vertaald uit Encyclopedic Theosophical Glossary.

Buddhi (van de wortel budh, ontwaken, verlichten, weten): De spirituele ziel, het onderscheidingsvermogen, het kanaal waardoor goddelijke inspiratie van de atman naar het ego stroomt, en dus het vermogen dat ons in staat stelt om onderscheid te maken tussen goed en kwaad – het spirituele geweten. De vermogens van het ontwaakte buddhische beginsel zijn: hoger inzicht, direct begrip, onderscheidingsvermogen, intuïtie, grenzeloze liefde, en daaruit voortvloeiend, universele vergevensgezindheid.

In het theosofische schema van de samenstelling van de mens is het van onderaf geteld het zesde beginsel: het voertuig van zuivere, universele geest, dus een onlosmakelijk gewaad of voertuig van atman. In haar essentie van het hoogste gebied van akasa of alaya, staat buddhi in dezelfde verhouding tot atman als mûlaprakriti tot parabrahman op kosmische schaal.

Buddhi gebruikt manas als haar gewaad, en in eerstgenoemde ligt de oogst van de vele incarnaties op aarde opgeslagen; daarom wordt buddhi vaak zowel het zaad als de bloem van manas genoemd. Buddhi is het centrum van spiritueel bewustzijn, en daarom zijn haar vermogens blijvend. Het zuiverder en hogere deel van manas moet ontwaken door zich te verheffen naar deze essentiële energie die inherent is aan buddhi, zodat deze actief kan worden in iemands leven. Boeddha en Christus zijn voorbeelden van wijzen die menselijke belichamingen zijn geworden van de gewoonlijk sluimerende vermogens van buddhi. Buddhi wordt op dit gebied min of meer bewust door de oogst die ze na elke incarnatie van het ego binnenhaalt uit manas.

Buddhi zou slechts een onpersoonlijke geest blijven zonder dit element dat ze aan de menselijke ziel ontleent, die van haar, in dit illusoire heelal, iets maakt dat gedurende de hele periode van de incarnatiecyclus als het ware gescheiden is van de universele ziel. – De sleutel tot de theosofie, blz. 148

Geen zuiver spirituele buddhi (goddelijke ziel) kan een onafhankelijk (bewust) bestaan hebben voordat de vonk die voortkwam uit de zuivere essentie van het universele zesde beginsel – of de OVERZIEL – (a) door elke grondvorm van de verschijnselenwereld van dat manvantara is heengegaan, en (b) individualiteit heeft verkregen, eerst instinctief en daarna door zelf teweeggebrachte en zelfbedachte inspanningen (beperkt door haar karma), terwijl ze zo opklom door alle graden van intelligentie heen, van het laagste tot het hoogste manas, van mineraal en plant tot aan de heiligste aartsengel (dhyani-boeddha). – De geheime leer, 1:47

In de samenstelling van de mens is buddhi een straal uit het kosmische beginsel mahabuddhi of adi-buddhi, een synoniem voor alaya, pradhana, of de tweede logos, terwijl akasa in zijn hogere regionen identiek is met alaya.

Andere artikelen over de mens (ontstaan en samenstelling van)


Uit Impuls (Nieuwsbrief voor leden van het Theosofisch Genootschap), maart 2017, nr. 78.

© 2017 Theosophical University Press Agency