Het verhaal van de drie ringen*
P. Franklin
*Vertaald uit Amerikaanse Sunrise, februari 1954.
De dichter Lessing geeft in een van zijn grote toneelwerken getiteld Nathan de Wijze een opmerkelijke les in de ware geest van religieus inzicht, iets wat men tegenwoordig zelden ziet. Deze bijzondere gebeurtenis is niet algemeen bekend, maar ze lijkt in deze tijd interessant genoeg om na te vertellen.
Tijdens de regering van Saladin, sultan van Egypte, die bij zijn onderdanen zo geliefd was als een welwillende heerser en hervormer, leefde Nathan, een joodse koopman. Door zuinigheid, voorzichtigheid en eerlijkheid, had Nathan grote rijkdom vergaard, maar ondanks dit had hij bij zijn medemensen ook goodwill en liefde gekweekt. Nathan was een diepe denker en filosoof, en werd al snel ‘de Wijze’ genoemd, terwijl hij in de wijde omgeving grote populariteit genoot. Hoewel de koninklijke hofhouding tot de grote beschermers van Nathan werd gerekend, had de sultan de koopman nooit persoonlijk ontmoet, omdat alle zakelijke transacties in het algemeen door Sittah, Saladins zuster, werden verricht.
De dichter greep de gelegenheid van de eerste ontmoeting tussen de sultan en Nathan aan om Nathans karakter, zijn wijsheid, eenvoud en oprechtheid te beschrijven. Als Nathan bij de grote Saladin wordt ontboden, is hij zich door zijn bescheidenheid volledig onbewust van het doel van laatstgenoemde om met hem diepzinnige religieuze en filosofische onderwerpen te bespreken. Hij veronderstelt eerder dat de sultan bepaalde informatie verlangt over benodigdheden voor het koninklijk hof. Daarom is hij verrast als Saladin tegen hem zegt:
‘Nathan, vertel me, welk geloof of welke wet heeft de meeste indruk op u gemaakt?’
Nathan antwoordt: ‘Sultan, ik ben een jood.’
Saladin antwoordt: ‘En ik ben een moslim. De christen staat tussen ons in, en een van de drie religies moet de ware zijn.’
De dialoog wordt daarop plotseling onderbroken door de aanwezigheid van een hoveling die enige noodzakelijke informatie verlangt, en nadat Nathan erover heeft nagedacht hoe hij Saladins vraag zal beantwoorden zonder vijandigheid te wekken, besluit hij een verhaal te vertellen waarmee hij zijn verzoenende doel kan bereiken. Het verhaal gaat als volgt:
Vele jaren geleden leefde er in het verre Oosten een man die een ring van onschatbare waarde bezat, die een innig geliefde vriend aan hem had gegeven. De steen was een opaal die vele mooie kleuren weerspiegelde en de inherente kracht had om iedereen met wie de drager in aanraking kwam te bekoren. Het was dan ook geen wonder dat hij nooit toestond dat deze zijn vinger verliet, en hij liet wettelijk vastleggen dat deze altijd in de familie moest blijven, waarbij de ring in elke generatie altijd zou worden geërfd door de meest geliefde zoon, zonder te letten op leeftijd of positie, en dat haar bezit hem tot hoofd en heer van het huis zou maken.
Na vele generaties kwam de ring ten slotte in het bezit van een vader met drie zonen, die alle drie plichtsgetrouw en door hem geliefd waren. Als gevolg daarvan werd de man zwaar beproefd toen hij probeerde te besluiten aan welke zoon hij de ring zou moeten nalaten. Telkens als hij met één van zijn drie geliefde zonen alleen was, deed het hem veel pijn omdat ieder het recht leek te hebben om hoofd van het huis te worden en de ring te bezitten. In zijn verwarring, en omdat hij geen van hen wilde teleurstellen, ontbood hij in het geheim een goudsmid, en gaf hem de opdracht om twee extra ringen te maken, identiek aan het origineel. Toen de kunstenaar terugkwam met de drie ringen, was de vader erg blij met het resultaat van het werk van de vakman, maar hij was zelf niet in staat om het origineel van de twee kopieën te onderscheiden. Vervolgens riep hij ieder van zijn zonen afzonderlijk bij hem, gaf hem zijn zegen en een ring, en stierf.
Om het effect van zijn verhaal op Saladin waar te nemen, zweeg Nathan even, alsof hij een of twee ogenblikken pauzeerde; maar omdat hij werd aangespoord om zijn verhaal af te maken, antwoordde hij: ‘De rest was heel begrijpelijk. Nauwelijks was de vader dood of iedere zoon kwam naar voren met zijn ring en beweerde het hoofd van het huis zijn. Geschillen en ruzies ontstonden, maar de echte ring was niet te onderscheiden – bijna net zoals voor ons de echte religie haast niet te onderscheiden is.’
‘Wat!’ antwoordde Saladin. ‘Is dit het antwoord op mijn vraag?’
‘Ik wil me alleen maar verontschuldigen. Omdat de vader de bedoeling had dat de ringen niet te onderscheiden zouden zijn, denk ik niet dat ik ze zou kunnen onderscheiden.’
‘De ringen!’ riep de sultan. ‘Speel niet met me. Ik dacht dat de religies die ik heb genoemd zouden moeten worden onderscheiden, en dat dit niets te maken heeft met onderwerpen zoals kleding, eten en drinken.’
Nathans antwoord was als volgt: ‘Alle drie de ringen zijn gebaseerd op de geschiedenis die is doorgegeven door overlevering of geschrift, en de geschiedenis moet worden aanvaard door overtuiging en geloof. Is dat niet zo? Aan wiens overtuiging en geloof twijfelen we het minst?’ Dat van onze eigen mensen, van wiens bloed we zijn, en die het in onze jeugd nooit ontbrak aan liefde voor ons en die ons nooit bedrogen. Kan ik mijn voorvaderen minder vertrouwen dan u de uwe? Of omgekeerd? Hetzelfde geldt voor de christenen.’
Saladin mompelde bij zichzelf: ‘De man heeft gelijk, ik moet zwijgen.’
Nathan vervolgde: ‘Maar laten we terugkeren naar onze ringen. Zoals eerder gezegd, de drie zonen gingen naar de rechter, en ieder zwoer dat hij zijn ring rechtstreeks van zijn vader had gekregen, wat volkomen waar was; en, zeiden ze, eerder nog dan te geloven dat onze vereerde vader een fout heeft gemaakt, zal ieder van ons de anderen van vals spel moeten beschuldigen.’
Enigszins ongeduldig gaf de rechter aan de strijdende partijen het volgende antwoord:
Ik ben hier niet om raadsels op te lossen, en de echte ring zal niet spreken. Maar wacht! Ik hoor dat de echte ring het vermogen heeft om de bezitter ervan voor God en de mensen beminnelijk te maken. Hierdoor wordt de zaak beslist, want de valse ringen kunnen dit niet. Welnu, wie van u houdt het meest van zijn twee broers? U bent stil. U bent allemaal, daar twijfel ik niet aan, bedrogen; uw ringen zijn niet echt. De echte ring is waarschijnlijk verloren gegaan, en om het verlies te compenseren liet de vader drie andere maken. Mijn advies is dit: Laat de zaak precies zoals ze nu is. Omdat ieder van u een ring van zijn vader kreeg, laat hij geloven dat het de echte is. Ongetwijfeld hield uw vader evenveel van u allemaal, en wilde niet de een bevoorrechten en de andere twee teleurstellen. Laat ieder daarom ernaar streven om in overeenstemming met de edelste liefde in zijn hart te leven zonder een ander te benadelen, en te proberen de vermogens van de ring in praktijk te brengen. Doe dit met verdraagzaamheid, geduld, mededogen en toewijding aan God en de mensheid. Wanneer de vermogens van de stenen zich zullen hebben gemanifesteerd in de kinderen van uw kinderen, nodig ik u uit over duizend jaar terug te komen voor dit tribunaal, en dan zal een wijzer mens dan ik spreken en deze stoel bezetten. Ga in vrede.
‘Zo sprak die wijze rechter.’
Saladin was diep geroerd, gaf Nathan een hand, en zei tegen hem: ‘De ‘duizend jaar’ van uw rechter zijn nog niet verstreken. Zijn zetel is niet die van mij. Ga in vrede, en wees voor altijd mijn vriend.’