Meditaties over eenheid
Sarah Belle Dougherty
Een vriendin en ik hadden over het bidden gesproken – de betekenis, de waarde en ook het misbruik ervan. Later stuurde ze me enige woorden van Henri J.M. Nouwen uit een boek over vasten-meditaties:
We vragen ons vaak af wat we voor anderen kunnen doen, vooral voor mensen in grote nood. Het is geen teken van machteloosheid wanneer we zeggen: ‘We moeten voor elkaar bidden.’ Om voor elkaar te bidden betekent in de eerste plaats dat we in de tegenwoordigheid van God erkennen dat we als kinderen van diezelfde God bij elkaar horen. Zonder deze erkenning van menselijke solidariteit vloeit wat we voor elkaar doen niet voort uit wie we werkelijk zijn. We zijn broeders en zusters, geen concurrenten en rivalen. We zijn kinderen van één God, niet volgelingen van verschillende goden.
Bidden – dat wil zeggen luisteren naar de stem van Degene die ons de ‘beminden’ noemt – houdt in dat we leren dat die stem niemand buitensluit. Waar ik verblijf, daar verblijft God met mij, en waar God met mij verblijft vind ik al mijn zusters en broeders. Zo zijn innige verbondenheid met God en solidariteit met alle mensen, twee aspecten van het verblijven in het huidige moment die nooit kunnen worden gescheiden. – Renewed for Life, blz. 9
Waarom worden die onafscheidelijke aspecten van het ‘leven in het moment’ dan zo gemakkelijk door ons over het hoofd gezien? Misschien omdat ze deel uitmaken van het wakker en alert zijn, terwijl we over het algemeen slapen en dromen, of zo in beslag worden genomen door het praten tegen onszelf dat we voor iets anders geen aandacht meer hebben. Hoe zelden verblijven we in het huidige moment, en zijn we werkelijk bewust van wat er om ons heen is. We worden in plaats daarvan omringd door ideeën en vooroordelen. Onze gedachten en gevoelens bouwen een denkbeeldig landschap op van vrienden en vijanden, sympathieën en angst, goed en slecht, goddelijk en goddeloos, gevorderd en gebrekkig, juist en verkeerd. We zien niet dat dit panorama geheel door de mens en door het denken is gemaakt. Omdat het veel werk kost om van deze diepe mentale gewoonten los te komen, zijn maar enkelen van ons vastbesloten genoeg om aanhoudend aan dit project te werken.
Als Nouwen het heeft over onze missie als mensen, geeft hij ons het volgende ter overweging:
Je bent gezonden om te helen, om de muren af te breken die tussen jou en je medemensen bestaan, lokaal, nationaal en wereldwijd. Vóór al die verschillen, afscheidingen, en muren gebaseerd op angst er waren, was er eenheid in de geest en het hart van God. Je bent voor een poosje vanuit die eenheid naar deze wereld gezonden om te verkondigen dat jij en alle andere mensen deel uitmaken van dezelfde God van Liefde die van eeuwigheid tot eeuwigheid leeft. – Op.cit. blz 8
Deze eenheid is de basis van ons diepste zelf. Ze moet in ons leven tot uitdrukking worden gebracht, niet alleen in ons denken of spreken – hoewel deze ook hun waarde hebben. Bewustwording van deze onderliggende eenheid is de grondslag voor vrede, wederzijds respect en behulpzaamheid, mededogen en vergevensgezindheid. Het is de basis voor het verlenen van bescherming aan de zwakkeren, het verlangen van rechtvaardigheid voor de slecht behandelden, en het eisen van verantwoordelijkheid van de invloedrijken.
We zijn allen verbonden, of we dit nu willen erkennen of niet. Ongeacht wat iemand heeft gedaan, of hoeveel hun belangen of opvattingen ook van de onze verschillen, ook zij zijn afstammelingen van het goddelijke. Hetzelfde geldt overal voor alle wezens: elk ervan is in zijn kern het geheel, of we dit nu de God van Liefde, het Onuitsprekelijke, het Goddelijke, of het Al noemen. De remedie voor het grootste deel van het menselijke lijden ligt in het besef dat de afgescheidenheid die nu ons bewustzijn domineert slechts een dun laagje vernis is dat over deze diepzinnige eenheid van het al ligt.
Dit is mijn eenvoudige religie. Tempels zijn niet nodig, een ingewikkelde filosofie is niet nodig. Ons eigen brein, ons eigen hart is onze tempel; de filosofie is vriendelijkheid. – Dalai Lama