Theosophical University Press Agency

Samen leven in een wereld van verschil*

Pat Powell

*Samenvatting van een lezing gehouden op 24 juni 2006 op de theosofische bijeenkomst in Cork, georganiseerd door de Britse Afdeling van de Theosophical Society.

Deskundigen vertellen ons dat we in een postmoderne wereld leven. Grote woorden om uit te leggen dat dingen voorbij zijn. Alle verklaringen zijn verdedigbaar. Ons wordt verteld dat er vrijheid is gekomen, iedereen is het centrum. We hebben de oude gewoontes achter ons gelaten, niemand, geen ding of dingen waar we op kunnen terugvallen. Zoals Dorothy in The Wizard of Oz zei: ‘Toto, ik heb het gevoel dat we niet meer in Kansas zijn.’ We leven in een wereld van tegenprestaties: Ik wil wel iets voor je doen, maar alleen als het mij iets oplevert.

Alles is gericht op het vergankelijke deel van ons. Onmiddellijke voldoening, snel geconsumeerd. Verkort je concentratieperiode, wees ongeduldig, rusteloos. Een snelle oplossing. We zouden allemaal flexibel moeten zijn, ontvankelijk voor veranderende omstandigheden, alsof deze omstandigheden een deel van de natuur zijn. Veranderen van baan, van huis, omscholen – is dit wat de Boeddha werkelijk bedoelde met niet-gehecht zijn? Er is niets mis met flexibel zijn, maar als het is gekoppeld aan al die andere begeerlijke dingen, alles wat je kunt kopen, dan wordt het toegepast op de lagere delen van ons wezen. Creëer een norm waaraan alles is afgemeten, maar hoe valt dit te rijmen met onze vrije keuze als er slechts één keuze voor ons overblijft: de norm volgen. Of we nu allemaal bij McDonalds eten, of een andere fastfoodketen kiezen, of designerkleding dragen, we eten het en dragen het als individuen. Individueel te zijn in deze zin is niet hetzelfde als het individualisme dat ervoor zorgt dat we groeien.

De levensstijlgoeroes vertellen ons dat we in het leven vrij zijn in het maken van keuzes, goede of slechte, en de consequenties daarvan moeten aanvaarden. Geen inmenging van buitenaf; men wil ons doen geloven dat we kunnen zijn wat we willen zijn. Maar liggen er niet heel veel externe middelen klaar om ons te helpen onze diepste verlangens te vervullen? Als sommigen niet slagen – wel, dan moet het een foutje in henzelf zijn want, kijk maar, anderen zijn wel geslaagd. Er wordt verondersteld dat we allemaal op hetzelfde ogenblik beginnen op een punt aangeduid als start, allemaal toegerust met dezelfde middelen. We hoeven niet al te diep daarover na te denken en niet al te ver om ons heen te kijken om te zien dat dit eenvoudig niet het geval is.

Maar is dit niet precies wat theosofische leringen ons vertellen: we zijn allemaal individueel, we zijn allemaal uit hetzelfde materiaal gemaakt, op dezelfde tijd en plaats begonnen? Dat we vrij zijn in het maken van onze keuzes in de wetenschap dat we de gevolgen moeten dragen?

Modernisten vertellen ons dat we op onszelf zijn aangewezen. Geen religie, geen geloof, geen goden (behalve het zelf beschouwd als een economisch wezen). Zoals Jung zei, om zin te geven aan wat ze doen en hoe ze leven zullen personen zonder geloof ontdekken dat ze gevangen zitten in op zichzelf gerichte obsessies, depressies, zorgen – psychopathologie als de moderne vorm van ziekte. Inderdaad, deze term psychopathologie betekent in het oorspronkelijke Grieks ‘lijden van de ziel’, maar in modern gebruik is de ziel opgegeven ten gunste van de persoonlijkheid, in feite het ego. Zelfs de meeste zelfhulpboeken en -attributen gaan over het onmiddellijke en het persoonlijke. Zo worden we beziggehouden om ons verre te houden van een voortdurend langer wordende lijst met giftige voedingsmiddelen, dikmakende stoffen, kankerverwekkende dampen, ongezonde leefwijzen; tegelijkertijd worden we overspoeld met reclame van voedsel en goederen waarvan wordt beweerd dat ze te goed zijn om links te laten liggen. Indien we het nieuwste niet hebben horen we er niet bij. De betekenis van het leven schijnt de zelfbevrediging van het zelf te zijn; daarbij is het zinloos om tijd aan iets anders te besteden. Levensleraren verkondigen het recht om er fantastisch uit te zien, jezelf te zijn en je leven in eigen hand te nemen. Tegelijkertijd vertellen talloze belangengroepen ons hoe slecht we zijn, hoe slecht we eruitzien, waarom we ons ‘niet zo goed’ voelen en ook hoe zij ons, tegen betaling, kunnen laten zien hoe we dit moeten rechtzetten. Ongeacht wat je bent kunnen ze je in een afgebakende ‘norm’ persen. En dan kun je werkelijk vrij en individueel zijn, en precies zoals ieder ander.

Onlangs zag ik een boek met de titel Een gids voor de gevorderde ziel. Daar sta ik, een ziel, en ben aan het grasduinen in een boekwinkel – ik weet dat ik niet zomaar een gewone ziel ben (ik word aangetrokken door het boek), waarschijnlijk omdat ik de gewone zielengids al heb gelezen. Dit boek is kennelijk geschreven door iemand die verder gevorderd is dan de gevorderde ziel, en ze hebben het allemaal voor mij in een boek vastgelegd. Wat aardig. Omdat de eerste stadia al achter de rug zijn zal erin staan dat dit de volgende les is. En ik neem aan dat er Een gids voor de veel verder gevorderde ziel zal zijn, enz. Het denken, het werk wordt voor mij gedaan. We hebben onze vrijheid opgegeven voor een nieuwe klasse van priesters. Ze dragen niet het gewaad van de orthodoxie. Ze zijn informeel, slim, een van ons. De TV-dokter die zo toegankelijk en cool is. De deskundige over hoe ons leven zou moeten zijn en die sportschoenen en een trainingspak draagt. De intellectueel die zo ongeveer alles in een televisieprogramma van een half uur kan uitleggen. Er is een boek getiteld De verklaring van alles. De wereld in een notendop.

Maar zijn theosofische boeken niet voor ons geschreven om te lezen en hopelijk om vorderingen te maken? Het verschil is subtiel maar diepgaand. Deze informatie wordt niet op een presenteerblaadje aangeboden. Er zijn geen regels en geen dogma’s. Er is geen vereniging waarvan het lidmaatschap spirituele vooruitgang garandeert; er zijn geen kosten. Deze boeken bieden, voor iedereen die ervan wil gebruikmaken, een overzicht van het gebied dat we bewonen en waartoe we behoren. Evenals de New-Age- en zelfhulpproducten vertellen ze ons dat wij het zijn die het moeten doen, niemand doet het voor ons. Maar er is één groot verschil: we moeten het niet voor onszelf doen, we moeten het voor de mensheid doen, voor alle levende wezens. Want zonder die beweegreden bereiken we niets. De Stem van de Stilte (blz. 12) adviseert: ‘Maar laat elke brandende menselijke traan uw hart raken en daar blijven bestaan, en wis hem nooit af voordat het leed dat hem deed vloeien is weggenomen.’

Het individualisme van de ziel lijkt totaal niet op het individualisme dat tegenwoordig wordt gepropageerd en dat volgens mij een pathologisch individualisme is. Het saamhorigheidsgevoel is verdwenen. Individualisme gaat niet over het alleen zijn, het gaat over het jezelf zijn te midden van een schijnbaar oneindig aantal anderen. Het leven is goed, zelfs de slechte gedeelten. Problemen, genoegens, goede en slechte, zijn allemaal dingen die we tegenkomen om onze verstandelijke vermogens te ontwikkelen, om ons heel te maken. Doe iets fout, en de consequenties zullen ongetwijfeld volgen, maar ons wordt nooit méér gegeven dan we aankunnen, en dit geven gebeurt door niemand anders dan dat innerlijke deel van onszelf. We kunnen de hedendaagse rage van individualisme op z’n kop zetten en een lijntje uitwerpen vanaf onze eigen individuele kust naar iemand op zijn individuele kust, de eerste draad van een nieuw, ander veiligheidsnet. Niet door van hen te vragen om zoals jij te zijn, maar voldoende vertrouwen te hebben om te weten dat jij nog steeds jij bent en dat dat oké is, en dat zij nog steeds zij zijn en dat dat ook oké is, maar de wereld gaat door, sterker geworden door die daad.

Het boek op de plank vóór mij heeft 264 bladzijden. Maar onze levens hebben een onbekend aantal nog ongeschreven hoofdstukken, die een vervolg krijgen. Ik heb meer onderricht nodig. Iets wat speciaal bij mij past, niet om angstvallig te bewaken, maar om te ervaren. Het gevoel een onbedwingbaar verlangen te hebben dat je wilt dat anderen zien en voelen wat ik zie en voel. Maar niet teleurgesteld te zijn als ze me met een vreemde blik aankijken en denken dat ik zojuist van een andere planeet hier ben geland. Te weten dat zij niet onberoerd blijven door onze ontmoeting. We moeten een stap zetten, niet om de mensheid te veranderen, maar om te begrijpen dat de mensheid verandert.

De wereld zoals die zich tegenwoordig aan ons voordoet is niet in hokjes ingedeeld, ondanks alle pogingen daartoe. We voelen wel degelijk voor anderen, we zijn ons bewust van hun pijn en lijden, omdat zij onszelf zijn; of wij het nu begrijpen of niet, we voelen het, we weten het. Laten we samenwerken, in de werkelijke betekenis van het woord, ‘om samen te ademen’, om in de wereld een ommekeer teweeg te brengen. Zodat de angst die we misschien ervaren ons wakker maakt in plaats van ons bang te maken, en zodat we begrijpen dat we niet alleen een belangrijk verschil kunnen maken, maar dat wij in feite dat verschil zijn.

Als de orde wordt verstoord raken we ontregeld. Maar scheuren in een systeem zijn niet altijd slecht. Perioden van verandering vinden niet alleen toevallig plaats en ik geloof dat we oprecht verlangen naar en behoefte hebben aan een mogelijkheid om uiting te geven aan wat we werkelijk zijn: vrije, individuele, collectieve (dat wil zeggen onderling verbonden) spirituele wezens met een aangeboren begrip, hoe klein ook, van waar het allemaal werkelijk om draait. En het proces dat we zien is slechts een stadium waarin een nieuwe manier om onze spiritualiteit te uiten in contact komt met de oude aanhoudende poging om ons ervan te weerhouden zelfstandig te denken en ons in bedwang te houden, en de oude manier begint een gevecht. Die manier zal verliezen, en het is onze plicht om stand te houden en de storm te doorstaan. De waarheid zal nog steeds waar zijn, maar de omstandigheden zullen veranderen en we zullen flexibel moeten zijn om meevoelend en tolerant te zijn voor de verschillen die anderen vertonen. Want die waarheid zal voor hen dezelfde zijn, maar zal door hen die uniek zijn op een eigen unieke manier worden ontvangen.

Vrij zijn, individueel zijn, zou ons niet het recht moeten geven om maar te doen wat we willen. Het zou ons de gelegenheid moeten geven om onze verantwoordelijkheid tegenover alle anderen te beseffen. Dostojevski zei in wezen dat iedereen verantwoordelijk is voor alle anderen, voor alles. En David Attenborough sprak onlangs in een van zijn wereld/mens/natuurprogramma’s de gedachte uit dat de mens zich niet langer bewust is van de natuurkrachten – hij weet nu dat hij een natuurkracht is.

En nee, Toto, we zijn niet meer in Kansas. En we zullen nooit kunnen terugkeren. Het magische woord is uitgesproken en de geest is uit de fles. Er is een verhaal van iemand die onder een lantaarnpaal zocht naar een verloren munt – niet omdat hij die daar was kwijtgeraakt, maar omdat dat deel van het trottoir beter was verlicht. Als we verder kijken dan het duidelijkst verlichte plekje op het trottoir kan dat ons veel meer opleveren dan waar we naar zoeken.


Uit het tijdschrift Sunrise lente 2007

© 2007 Theosophical University Press Agency