Theosophical University Press Agency

Onze spirituele oorsprong

Bill Dougherty

Waar komen we vandaan? De oorsprong van de mensheid is een van de diepzinnigste vragen waar religie, filosofie en wetenschappelijk onderzoek voor staan. Zijn we een andere uitdrukking van de onpersoonlijke natuurwetten, die blind werken en een toevallig resultaat voortbrengen dat mensheid wordt genoemd? Of was er een bovennatuurlijk wezen dat ons door zijn wil tot bestaan bracht, perfect gevormd en volkomen zoals we nu zijn? Deze en veel andere theorieën zijn ontwikkeld om onze aanwezigheid hier op aarde te verklaren. Het lijkt me redelijk dat wij dezelfde oorsprong hebben als al het andere. De uiteindelijke bron van het bestaan is niet-bestaan. We zien dit idee in Genesis, waar het wordt uitgedrukt als de duisternis die het aangezicht van de diepte bedekt. Ik neem aan dat dit betekent dat vóór het heelal tot manifestatie kwam, er niet-manifestatie was. Dat wat het gemanifesteerde bestaan tot gevolg had, kan niet worden beschreven in woorden of gedachten die we ons ook maar kunnen voorstellen of kunnen kennen. Een veel gebruikte metafoor voor deze wortelloze wortel of onkenbare oorzaakloze oorzaak is oneindige ruimte – symbolisch uitgedrukt als duisternis, die geen enkele beperking of eigenschap bezit. Maar de ruimte waarnaar wordt verwezen is niet de driedimensionale ruimte van onze zintuigen. Ze is oneindig in de zin dat ze niet groot of klein, heet of koud, licht of donker is. Het vacuüm van de moderne atoomfysica, dat spontaan fysieke deeltjes kan voortbrengen die ogenschijnlijk uit het niet-zijn verschijnen om vervolgens ogenblikkelijk weer te verdwijnen, is een veelbetekenende parallel. Toch kan geen enkele naam of begrip verbonden aan deze niet-bestaande leegte haar ooit beschrijven, omdat ze niet ‘iets’ is, dat we ons ook maar kunnen voorstellen.

Wanneer manifestatie begint, beginnen ook de oneindige gradaties van vorm – tijd, materie, geest, gedachte, handeling, wording, zelfs ‘het zijn’ zelf. De ontelbare eigenschappen en aspecten van gemanifesteerd bestaan komen voort uit niet-zijn, niet-bestaan. Alle vormen van gemanifesteerd bestaan zijn nauw verbonden en oorzakelijk verstrengeld, omdat ze een gemeenschappelijke oorsprong hebben. Elke individuele vorm heeft een uniek centrum, een atmisch punt dat een draaikolk van oneindigheid is waarmee het, en daarom ook zijn gemanifesteerde vorm, met al het andere en met de wortelloze wortel van niet-iets-heid is verbonden. De gemeenschappelijke basis van uitdrukking van alles is altijd bewustzijn – niet noodzakelijkerwijs menselijk bewustzijn, maar ontelbare variaties van bewustzijn, dat zich uitdrukt in alle denkbare vormen, en ook in talloze andere vormen. Het kan zich manifesteren als stof en geest, als wil en energie, als mensen en planeten, atomen en melkwegstelsels, als tijd of zwaartekracht, of al het andere dat is gemanifesteerd. Alle vormen zijn uitdrukkingen van bewustzijn.

Wat is dan ons spirituele erfdeel? Het is hetzelfde als dat van elk ander wezen in het heelal. Het is een gemeenschappelijke oorsprong die geworteld is in dat wat in en voorbij zijn en niet-zijn ligt. Het verbindt ons volledig met iedereen en alles. We noemen het spiritueel, maar het is meer dan dat. Het is net zo oneindig en eeuwig als wijzelf.


Zolang het firmament bestaat
En zolang er levende wezens zijn,
Zou ik hier willen blijven om te helpen
Om hen van al hun pijn te bevrijden.

Shantideva


Uit het tijdschrift Sunrise lente 2007

© 2007 Theosophical University Press Agency