Theosophical University Press Agency

Henry Steel Olcott

Henry Steel Olcott (1832-1907)

Sarah Belle Dougherty

Vanaf zijn 42ste jaar heeft de president-stichter van de Theosophical Society, kolonel H.S. Olcott, al zijn krachten gewijd aan verbroedering en het zoeken naar waarheid. Voor hem was theosofie geen nieuw geloof met een eigen stel overtuigingen; hij lichtte het als volgt toe: ‘we preken niet een nieuwe religie en zijn niet bezig een nieuwe sekte te stichten of een nieuwe richting in de filosofie of occulte wetenschap.’ Hij moedigde iedereen aan om waarheid te zoeken, in welke religieuze, wetenschappelijke, filosofische, mystieke, ethische en praktische vorm die voor hen ook maar aantrekkelijk was. Over theosofen sprak Olcott als ‘rasechte zoekers naar spirituele kennis’ die hun kennis verwerven door ‘intuïtie en overdenking’ en een ‘theosofisch proces van zelfverlichting’. Door wetenschappelijk onderzoek van fysieke, psychische en spirituele aspecten van de natuur kan de toegewijde zoeker de wetten en geheimen ervan ontdekken. Maar die verborgen kanten van de natuur en van de mensheid kan iemand alleen met succes onderzoeken door een altruïstisch leven te leiden.

Olcott leidde al een actief leven vóór hij met theosofie in aanraking kwam. Toen hij in de twintig was verrichtte hij baanbrekend werk in de VS met moderne methoden voor landbouwonderwijs. In de burgeroorlog deed hij onderzoek naar fraude, corruptie en omkoping, eerst in New York bij het Federale Bureau voor Rekrutering en Uitbetaling van het leger en daarna bij de Marinewerven in Washington D.C. Nadat Lincoln was vermoord, maakte Olcott deel uit van de driekoppige commissie die de moord onderzocht. Na de burgeroorlog werd hij een succesvolle advocaat en na 1870 had hij voldoende tijd om zijn interesse voor psychisch en spiritistisch onderzoek te hervatten. Hij had al jaren voor dagbladen geschreven en kreeg in 1874 een opdracht van een New Yorkse krant om onderzoek te doen naar verschijnselen die plaatsvonden in de boerderij van de familie Eddy in Vermont. Daar ontmoette hij Helena Blavatsky en al snel werden ze vrienden en bondgenoten. Na verloop van tijd werd de leraar van Blavatsky ook zijn goeroe. Toen in 1875 de Theosophical Society in de stad New York werd opgericht, werd hij tot president gekozen en die functie heeft hij tot zijn dood vervuld. In de eerste jaren van de Society heeft hij de organisatie financieel gesteund en trad hij op als haar belangrijkste woordvoerder en spreker.

Niet-christelijke religies werden in de 19de eeuw door Europese kolonisten slecht begrepen, zwartgemaakt of onderdrukt, en ze verloren daardoor invloed in het land van hun oorsprong. Nadat Olcott en Blavatsky in 1879 naar India waren verhuisd, werkten ze aan een herleving van oosterse spirituele tradities en probeerden tegelijkertijd Aziatische filosofie in het Westen te verspreiden door inheemse geleerden aan te moedigen om nauwkeurige vertalingen van teksten te maken; ze boden hen ook ruimte aan in The Theosophist.

De andere grote liefde in het leven van Olcott was het boeddhisme. Hij werd in 1880 boeddhist en werkte de rest van zijn leven om de positie van deze geloofsovertuiging sterker te maken. Tot zijn activiteiten behoorde hulp aan boeddhisten in Ceylon bij het oprichten van scholen en de vermindering van discriminatie tegen hen; hij schreef een Boeddhistische Catechismus en werkte later met boeddhisten van veel verschillende scholen samen om een goede onderlinge verstandhouding te bevorderen en door algemeen aanvaarde punten te formuleren zodat ze tegenover het Westen een gezamenlijk front konden tonen.

Olcott bleef reizen en lezingen geven tot eind 1906, toen hij aan boord van een schip was gevallen en zijn been had verwond. Zijn belangstelling voor harmonie en begrip in religieuze zaken bleef groot en in zijn korte afscheidsboodschap van 2 februari 1907 droeg hij theosofen op ‘ter herinnering aan mij het grootse werk van het verkondigen en in praktijk brengen van de broederschap van religies voort te zetten’; en hij gaf uiting aan de wens ‘alle mensen op aarde ervan te doordringen dat ‘er geen religie bestaat hoger dan de Waarheid’, en dat de vrede en vooruitgang van de mensheid besloten ligt in de broederschap van religies’.

Artikelen over Henry Steel Olcott


Uit het tijdschrift Sunrise herfst 2007

© 2007 Theosophical University Press Agency