Theosophical University Press Agency

Levens binnen levens – cyclussen van zelfontdekking

Jim Belderis

Meestal ontsnappen de natuurlijke gebeurtenissen die steeds opnieuw plaatshebben aan onze aandacht. Daarom doen we ze vaak als onbelangrijk af. Dit komt vooral voor bij gebeurtenissen die lange tijdsperioden in beslag nemen zoals de bewegingen van de zon, maan, planeten en sterren. Maar we slagen er ook niet in regelmatige lichaamsfuncties op te merken zoals de ademhaling en het kloppen van het hart. Er bestaan talloze cyclussen die zich rondom ons en binnenin ons afspelen die we gewoonlijk als vanzelfsprekend beschouwen.

Waarom zouden we eigenlijk aandacht schenken aan gebeurtenissen die zich alleen maar blijven herhalen? Eén reden is dat ons leven ervan afhangt. We worden instandgehouden door hiërarchieën van cyclussen die ieder niveau van ons wezen regelen. Iedere periodieke verandering is onderdeel van een grotere cyclus en deze is op zijn beurt deel van een nog grotere, en dit gaat zo door met steeds grotere cyclussen overal in de uitgestrektheid van het heelal. Er bestaat een oneindig netwerk van ‘wielen binnen wielen’, van de microkosmische ritmes binnenin ons tot de reusachtige kosmische bewegingen van de sterren. En elk is nodig om de werkingen van de natuur op elkaar af te stemmen.

Neem bijvoorbeeld de baan van de zon. De zon bevindt zich op ruim 152 duizend biljoen mijl van het centrum van de melkweg die ongeveer 600 duizend biljoen mijl in doorsnee is. De melkweg heeft zes reusachtige spiraalvormige armen en ons zonnestelsel heeft een plaats nabij de buitenrand van de Orion-arm. Omdat deze armen rond het middelpunt van het melkwegstelsel wentelen, beweegt de zon zich in een enorme baan door de ruimte. Eén volledige omwenteling – een galactische ‘dag’ – duurt al meer dan 200 miljoen jaar.

Laten we eens nadenken over de enorme harmonische samenwerking die bij deze galactische cyclussen plaatsvindt. Volgens de huidige wetenschap was de aarde toen ons zonnestelsel ontstond een buitengewoon etherische bol nevelstof. Er was een miljard jaar voor nodig om lagen tot een kern, mantel en korst te vormen – maar dit was minder dan vijf galactische dagen. De aarde kende een periode van bijzonder hevige vulkanische activiteit waarbij gassen vrijkwamen die tenslotte de atmosfeer vormden en zich verdichtten tot oceanen. Dit vereiste een half miljard jaar – maar slechts twee galactische dagen. Het volgende aardse tijdperk duurde meer dan twee miljard jaar en de eerste fysieke sporen van leven op aarde dateren uit die tijd. Het werd gevolgd door een twaalftal ontwikkelingsperioden die duizenden millennia duurden en er ontwikkelden zich miljoenen soorten – toch duurde ook dit maar een paar omwentelingen van de melkweg.

Op microkosmische schaal treffen we dezelfde samenwerking van cyclussen aan. Ons fysieke lichaam wemelt van cyclische hiërarchieën. In- en uitademen, het kloppen van het hart, de circulatie van het bloed, hormonale, spijsverterings- en voortplantingscyclussen – ieder systeem in het lichaam heeft zijn eigen periodieke functies. Daaraan ten grondslag ligt de constante regelmaat van biochemische reacties, de bewegingen van moleculen, het trillen van atomen, de banen van elektronen en de spin van talloze onmeetbare subatomaire deeltjes. Er zijn werelden binnen werelden met eindeloze complexiteit, en ze zijn allemaal onderling volkomen afhankelijk.

Maar deze voorbeelden zijn slechts uiterlijke verschijningen. Voordat dingen een fysieke vorm aannemen moeten er op etherische gebieden prototypen van zijn. Ieder bestaansniveau is een emanatie van een meer etherisch niveau, en deze strekken zich naar binnen uit door steeds ijlere gebieden. De bron van deze emanaties is de Kosmische Intelligentie zelf. Die drukt een stempel op de elementale krachten die de voorlopers zijn op ieder bestaansgebied, en deze etherische ontwerpen vormen een leidraad voor het hele universum door middel van een reeks cyclische transformaties.

Deze visie verandert de manier waarop we over een fysieke manifestatie denken. De aarde is niet ontstaan uit een stofwolk. Ze is begonnen als een uitstraling van Kosmische Intelligentie die alle fundamentele schetsen voor de evolutie van de aarde bevatte, essentiële energiepatronen die als richtsnoer dienden voor de manifestatie van de aarde en al haar rijken. De planeet, en iedere levensvorm, ontwikkelde zich als een individueel dynamisch stelsel, doorliep een trapsgewijze reeks cyclussen en vormde in elke volgende periode stoffelijker uitdrukkingsmiddelen.

De voor een dergelijk systeem benodigde harmonische samenwerking voert rechtstreeks naar het denkbeeld van een levende aarde. Als levende wezens en hun stoffelijke milieu een individueel zich ontwikkelend wezen zijn, dan is alle materie een deel van het leven. Daaruit volgt dat de aarde haar eigen levenscyclussen heeft. In geleidelijk zich manifesterende uitdrukkingsvormen is ze herhaaldelijk door stadia van geboorte, groei, volledige ontwikkeling, verval en ‘dood’ gegaan. Ze heeft ook perioden zonder fysieke activiteit. Na elke aftakeling en dood verlaat ze de toestand van gemanifesteerd zijn en krijgt ze weer energie toegediend door de Intelligentie van het heelal, wat de bol in staat stelt zich opnieuw te manifesteren in cyclussen die verder ontwikkelde uitdrukkingsmogelijkheden met zich meebrengen.

Er moeten wel soortgelijke stadia zijn voor elke levensvorm, waaronder de onze. In de kern van ons wezen is ieder van ons een emanatie van de hoogste innerlijke wereld van het Universele Bewustzijn. Deze kern kleedt zich in voertuigen van elk natuurrijk, en die worden in ons eigen gestel nog steeds weerspiegeld. De meest fundamentele cyclussen in het menselijk lichaam kunnen ook in het mineralenrijk, het plantenrijk en het dierenrijk worden aangetroffen. Net zoals er werelden binnen werelden zijn, zo zijn er in ons levens binnen levens.

Maar waarom is het nodig dat we in zoveel levensvormen cyclussen doorlopen? Als er één Universele Intelligentie is die de kern van iedere bestaansvorm emaneert, dan evolueert het bewustzijn van het Ene zich door middel van ons. De emanaties ervan ontwikkelen voortdurend nieuwe uitdrukkingsvormen – zo kan het de essentiële eenheid van de verscheidenheid ervaren. Op de hoogte zijn van het idee van eenheid is niet voldoende, zelfs niet voor Kosmische Intelligentie. Ze moet eenheid leren kennen door middel van oneindige verscheidenheid.

Steeds weer in iedere kosmische cyclus hebben het Ene en het Vele deze zelfde essentiële behoefte. Na iedere transformatie stijgen wij en alle hiërarchieën van de kosmos langs de Grote Keten van het Zijn omhoog. Om ons evoluerende bewustzijn tot uiting te brengen ontwikkelen we steeds beter geschikte uitdrukkingsmiddelen. We worden voortgedreven door het universele verlangen naar zelfontdekking. Wat is de essentie van wie we zijn? Steeds als we ons één voelen met de natuur, als we gevoelig zijn voor een innerlijke band met andere wezens, zijn we bezig te ontdekken wie we zijn. Telkens wanneer we een diepgaand gevoel van medeleven hebben, geven we uitdrukking aan ons wezenlijke Zelf. In de loop van cyclussen binnen cyclussen ontwikkelen we dit vermogen: de essentiële eenheid ervaren van het bestaan. Alle vormen van leven berusten daarop.


Uit het tijdschrift Sunrise jan/feb 2006

© 2006 Theosophical University Press Agency