Theosophical University Press Agency

Leven in het nu

William Q. Judge

Er is nooit enige noodzaak om je zorgen te maken. De goede wet zorgt voor alle dingen, en het enige dat we moeten doen is onze plicht zoals die zich van dag tot dag aandient. Niets wordt gewonnen door je over dingen en over de manier waarop mensen niet reageren zorgen te maken. In de eerste plaats verander je de mensen niet, en in de tweede plaats, door je druk te maken over dingen plaats je een occult obstakel op de weg van wat je gedaan wilt hebben. Het is beter een levenslot te verwerven dat door de wereld zorgeloosheid wordt genoemd, maar dat in werkelijkheid een kalm vertrouwen is op de wet, en het doen van zijn eigen plicht, ermee tevreden dat de gevolgen goed moeten zijn wat ze ook zijn.

Het verleden! Wat is dat? Niets. Voorbij! Zet het uit je gedachten. Je bent het verleden van jezelf. Daarom is het als zodanig niet van belang voor je. Het betreft je alleen zoals je nu bent. In jou, zoals je nu bestaat, ligt het hele verleden. Volg daarom het hindoegezegde: ‘Betreur niets; heb nooit berouw; en vel alle twijfel met het zwaard van geestelijke kennis.’ Berouw leidt alleen tot fouten. Het kan me niet schelen wat ik was, of wat iemand anders was. Ik kijk alleen naar wat ik elk ogenblik ben. Want omdat ieder ogenblik is en onmiddellijk niet is, volgt daaruit dat als we aan het verleden denken, we het heden vergeten, en terwijl we dit vergeten, vliegen de momenten voorbij en scheppen nog meer verleden. Betreur daarom niets, zelfs niet de grootste dwaasheden van je leven, want ze zijn voorbij, en je moet in het heden werken dat tegelijkertijd het verleden en de toekomst is.

‘Hoeveel ruimte voor misleiding en voor verdriet kan er zijn in iemand die weet dat alle geestelijke wezens in de kern hetzelfde zijn als het hoogste wezen, als hij nadenkt over de eenheid van geest?’ In al deze innerlijke ervaringen zijn er getijden evenals in de oceaan. We komen op en vallen terug. Dadelijk dalen de goden af, en dan keren ze terug naar de hemel. Denk niet dat je ze kan laten afdalen, maar streef ernaar om jezelf te verheffen op de weg waarlangs zij periodiek terugkeren, en kom zo nader tot hen, zodat je in feite hun invloeden sneller zult ondergaan dan tevoren.

Vertrouw innerlijk altijd op je hogere zelf; dat geeft kracht, want het Zelf maakt gebruik van hem die dat wil. De weg wordt duidelijker naarmate we verdergaan, maar naarmate wij helderder worden, worden we minder ongerust over de weg die voor ons ligt. Als mensen elkaar maar met rust lieten en zich rustig met hun eigen zaken zouden bezighouden, zou alles goed zijn. Het is je plicht te proberen te ontdekken wat je eigen plicht is en je niet bezig te houden met de plicht van een ander. En het is hierbij van het hoogste belang dat we ons denken (en ook onze tong) afhouden van de plichten en handelingen van anderen wanneer die buiten die van ons liggen.

De toekomst zal dan voor ieder van ons ontstaan uit elk huidige ogenblik. Zoals we het moment gebruiken, zo zullen we de toekomst ten goede of ten kwade veranderen; want de toekomst is alleen maar een woord voor het heden – dat nog niet is aangebroken; we moeten letten op het heden meer nog dan op al het andere. Als het heden vol twijfel en aarzeling is, zal de toekomst ook zo zijn; als het vol vertrouwen, kalmte, hoop, moed en intelligentie is, dan zal de toekomst dat ook zijn.

Is het Zelf niet zuiver, helder, lichaamloos en vrij – en ben jij dat niet? Als je wat terneergeslagen bent, of als iemand van ons dat is, dan verliezen onze gedachten in die mate aan kracht. Dus vraag ik je om elke afkeer van de huidige omstandigheden uit je denken te zetten. Als je erin kunt slagen om deze te beschouwen als precies dat wat je eigenlijk wenste, dan zullen ze niet alleen werken als een versterker van je goede gedachten, maar een weerslag hebben op je lichaam en het sterker maken.

De grote strijd moet zijn om mijn uiterlijke zelf open te stellen, opdat mijn hogere zijn erdoorheen zal schijnen, want ik weet dat in mijn hart de god geduldig wacht, en dat zijn zuivere stralen voor mij alleen maar versluierd zijn door de vele strevingen en illusies die ik uiterlijk tot stand breng.

– Fragmenten uit Brieven die me hebben geholpen


Uit het tijdschrift Sunrise mrt/apr 2004

© 2004 Theosophical University Press Agency