Spiritueel op wacht staan
Abbot Clark
Laten we de dag besluiten met gedachten die met meer kracht worden gericht op zelfoverwinning dan aan het begin van de dag.
Laten we vannacht onze ogen sluiten met een zuiver geweten en een gevoel van overvloedige liefde voor al wat leeft, eigenschappen die tot het beste deel van onze natuur behoren.
Laten we zoeken naar meer kennis, meer licht en meer kracht in de stilte van onze laatste gedachten voor het slapengaan.
– Katherine Tingley
Bij de strijdkrachten is op wacht staan van zoveel betekenis dat bij ook maar een uur van veronachtzaming het hele leger in verwarring kan worden gebracht of zelfs gevangen kan worden genomen. Dezelfde wet is van toepassing op het leven van de mens. We zijn allen omgeven door innerlijke vijanden: gewoonlijk is het een ons welbekende zwakheid die ons misleidt, maar soms is het op een punt waar we het het minst verwachten dat we worden gewogen en te licht bevonden. Dit geldt voor alle aangelegenheden in het dagelijks leven, of het nu op het werk is of wanneer we ons ontspannen, in het openbaar of privé. Ik zou bijna willen zeggen dat het ook geldt voor het slapen en waken, want als we gaan slapen met een verkeerde gedachte, zullen de daarmee samenhangende levende krachten ons lastig kunnen vallen met als gevolg boze dromen of zelfs nachtmerries. Want op het astrale gebied bevinden zich vele soorten vijanden van de mensheid, grotendeels van eigen makelij. Dit gebied omgeeft ons zoals water een schip omgeeft, en onze zwakheden werken als gaten in onze constitutie, waardoor zout of vuil water naar binnen kan komen met als gevolg een boze droom of een slechte dag.
Wat gaan we daaraan doen? Het antwoord is eenvoudig: waak over uw geest, uw gedachten en gevoelens, in het bijzonder voordat u gaat slapen. Pythagoras gaf een wijs voorschrift dat nauwelijks voor verbetering vatbaar is:
Laat de ondergaande zon niet de westelijke horizon bereiken en sluit uw ogen niet om te gaan slapen vóór u alle gebeurtenissen van de juist geëindigde dag de revue heeft laten passeren en u zichzelf de vraag heeft gesteld: Wat heb ik vandaag gedaan dat verkeerd was? Wat heb ik vandaag gedaan dat goed was? Heb ik iemand gekwetst? Ben ik in mijn plicht tekortgeschoten? Laat de ondergaande zon de westelijke rand van de ruimte niet bereiken en laten uw oogleden zich niet voor de slaap sluiten vóór u zich deze vragen heeft gesteld.
Op een andere manier kan deze nuttige leefregel worden omschreven als ‘het grootboek van het dagelijks leven’. Als laatste handeling voor het slapengaan zouden we nauwkeurig over de gebeurtenissen van de dag moeten nadenken, en erbij stilstaan hoe we fouten kunnen herstellen en successen kunnen herhalen of benadrukken. Let ook op zwakheden en gebruik uw wil om sterk en vastberaden te zijn wat betreft die eigenschappen of gebeurtenissen die voor verbetering vatbaar zijn. Vergeef in het bijzonder uw vijanden – als u vijanden heeft; en als u geen vijanden heeft, denk dan met gevoelens van vriendelijkheid aan hen die dat misschien nodig hebben. En denk vooral aan hen die u niet mag, want ze zijn net als u reizigers die worstelend het pad vervolgen. Let vooral op de neiging om kritiek te leveren, want kritiek is één van de verraderlijkste innerlijke vijanden. Zij komt voort uit het gevoel van afgescheidenheid en houdt het ontkennen van broederschap in, ze is een verborgen en hardnekkige vorm van egoïsme. Neem, wanneer dit zuiverende zelfonderzoek achter de rug is, uw favoriete boek voor inspiratie en lees daarin een hoofdstuk, of mediteer op het hogere zelf. Dit bevrijdt het denken van aardse gehechtheden en voorziet de ziel van vleugels om op te stijgen naar het gebied van de geest. Over de aanbeveling van Pythagoras merkt G. de Purucker op:
Als mannen en vrouwen deze eenvoudige regel nauwgezet zouden volgen, dan zou negenennegentig procent van de moeilijkheden in de wereld, van het leed, van zonden en zorgen, niet bestaan en nooit gebeuren. De reden is eenvoudig. Moeilijkheden in de wereld komen voort uit onze zwakheden, niet uit onze kracht; zouden we onze kracht vergroten en ons van onze zwakheden ontdoen, dan zou daarna ieder mens, overeenkomstig zijn innerlijke ontwikkeling, een kracht ten goede in de wereld worden. U begrijpt wat dat zou betekenen. Het zou de meeste gedachten en gevoelens en daden die ons ellende bezorgen ontwortelen.
– Wind van de geest, blz. 79