De vraag is – ‘Waarom?’
Tony Downey
Alles wat waard is om te denken is al gedacht; het enige waarmee we ons zouden moeten bezighouden is te proberen om de zaak opnieuw door te denken. – Johann Wolfgang von Goethe
Het woord dat mijn leven vooral heeft gedomineerd is – Waarom? Ik moet een bijzonder irritant kind zijn geweest! Maar toen ik naar school ging, leerde ik al snel om de meeste ‘waarom-vragen’ voor me te houden; ze niet te delen met mijn medescholieren, en niet met mijn leraren die er een tijd lang sterk van overtuigd waren dat nablijven of extra huiswerk het antwoord was op al mijn vragen. Natuurlijk was dat niet het geval; er kwamen zelfs steeds meer vragen bij en er werden er steeds minder beantwoord.
Stel u zich de gevechtslinie in Frankrijk eens voor, op eerste kerstdag in 1917: Britse, Franse, Australische en Nieuw-Zeelandse troepen in hun loopgraven aan de ene kant, en Duitse troepen in hun loopgraven aan de andere kant. Ze hadden elkaar dagen, weken en maanden achtereen gebombardeerd, beschoten en wederzijds aan bajonetten geregen, met vele duizenden doden tot gevolg. ’s Middags op eerste kerstdag weerklinkt het geluid van een hoorn. Aan beide kanten komen groepjes soldaten uit hun loopgraven tevoorschijn, wisselen sigaretten, drank en voedsel uit, en spelen zelfs een voetbalwedstrijdje met elkaar. Na een aantal uren weerklinkt opnieuw het geluid van een hoorn: terug naar de loopgraven om het gevecht voort te zetten – waarom?
Vanuit een ander gezichtspunt kunnen we ons afvragen: zijn er onrechtvaardigheden in het leven? Het heeft er alle schijn van dat er vele onrechtvaardigheden zijn. In de bijbel lezen we dat er voor de mens maar zeventig jaar zijn. In Australië is de levensverwachting voor vrouwen ongeveer 82 jaar en voor mannen 76 jaar, dus dit zijn de ons ‘toebedeelde’ jaren. Is het botte pech in een Afrikaans land te worden geboren waar de gemiddelde levensverwachting 42 jaar is? Vloedgolven in Papoea-Nieuw-Guinea, aardbevingen in Colombia, tornado’s in Noord-Amerika, overstromingen in India, hongersnoden, droogten en allerlei soorten natuurrampen overal in de wereld – hoe kunnen we de ergste onrechtvaardigheden rijmen met een alles liefhebbende God? Dat kunnen we niet als we de ervaring van de ziel beperken tot één korte periode van 70 jaar (of voor de meeste mensen tegenwoordig aanzienlijk minder).
Er zijn een aantal theosofische grondbeginselen die een diepgaande invloed hebben gehad op het antwoord waarnaar ik jarenlang op zoek was, en die ik aan u wil voorleggen. Het meest essentiële is dat universele broederschap een feit in de natuur is. Planten, dieren, mineralen, mensen, planeten en sterren zijn allemaal levende evoluerende wezens die zich tot uitdrukking brengen op de spirituele, intellectuele, psychische en materiële gebieden van de kosmos. Omdat we in essentie allen één zijn, hebben onze gedachten en gevoelens een enorme invloed op anderen. Daarom hebben zowel de mensen in onze naaste omgeving als de hele mensheid er baat bij wanneer we zoveel mogelijk in harmonie met de spirituele werkelijkheid leven.
Reïncarnatie en karma zijn misschien wel de meest bekende ideeën die door de moderne theosofie overal ingang hebben gevonden. Hoewel velen denken dat de leer van reïncarnatie uit het Oosten komt, maakte deze deel uit van veel westerse denksystemen, waaronder de filosofie van Pythagoras en Plato, maar ook van verschillende stromingen binnen het jodendom en christendom. Karma en reïncarnatie zijn beide sleutels die kunnen helpen om het karakter en de omstandigheden van een mens te verklaren, door ze terug te voeren op gedachten en daden in dit of in een vroeger leven. De gebeurtenissen en omstandigheden die we ontmoeten zijn het resultaat van eerdere keuzes en levenswijzen, en door deze gevolgen te ondergaan evolueren we in de loop van een lange reeks van levens.
Wij allen hebben ons door middel van onze eigen wil tot dit punt in ons leven ontwikkeld – hoewel helaas niet iedereen even ver schijnt te zijn geëvolueerd. Als we kijken naar de huidige oorlogen en de maatschappelijke onrust in de wereld, naar drugsbaronnen en drugsgebruikers, komen we misschien tot bezinning. Toch zijn we nooit in een positie om het innerlijke gehalte of de vooruitgang van een ander te beoordelen. Hoe lang het misschien ook duurt en ongeacht de generatie die dan de aarde bewoont, op een dag zullen we allemaal winnaars zijn – mensen die denken, en daardoor worden aangespoord zichzelf spiritueel te ontwikkelen.
Iedereen bepaalt zijn eigen lot als hij besluit om zijn goddelijke vermogen om na te denken en moreel te handelen te gebruiken. Uiteindelijk komen we bij ons onderzoek uit op dat onkenbare principe – oneindige ruimte, onafgebroken beweging, oneindige tijd – waaruit heelallen, sterrenstelsels en zonnen als fonkelende lichten verschijnen, enkel om weer daarin te verdwijnen. Blaise Pascal schreef lang geleden:
De mens is maar een rietstengel, het zwakste in de natuur, maar hij is een denkende rietstengel. Het hele universum hoeft zich niet te bewapenen om hem te verpletteren: een damp, een waterdruppel zijn voldoende om hem te doden. . . .
Heel onze waardigheid bestaat dus uit het denken. Door te denken moeten we onszelf verheffen, niet door ruimte en tijd die we niet kunnen vullen. Laten we dus proberen om goed te denken; dit is het principe van de moraal. . . . Door ruimte omringt het universum mij en slokt mij op als een atoom; met mijn denken omvat ik de wereld.
Terwijl ik dit alles in overweging neem, vraag ik me nog steeds af – waarom? Onophoudelijk denken is van het grootste belang voor de mens, zoals Jean-Paul Sartre aangaf: ‘IK ben mijn gedachten, daarom kan ik niet stoppen. Ik besta op basis van wat ik denk, en ik kan niet vermijden om te denken.’ Ieder van ons kan de werkelijkheid zelf ontdekken, en leren hoe we onderscheid kunnen maken tussen waar en onwaar, werkelijkheid en illusie. We groeien niet door blindelings de voorschriften van anderen te volgen, hoe verheven die persoon ook is. We groeien alleen door te proberen onze vragen zelf te beantwoorden. Veel plezier bij het denken!