Een oproep tot handelen
A. Trevor Barker
Als ze dat willen, kunnen alle mannen en vrouwen over de kennis, de wijsheid, en de macht beschikken om het wereldprobleem waarmee we in onze tijd worden geconfronteerd op te lossen. Het heeft geen zin om op een vage manier te praten over het dienen van de mensheid en zich daarbij tot de massa te richten – dit kan niet tot stand worden gebracht als we een mens niet persoonlijk kunnen benaderen en rekening houden met zijn behoeften en problemen. We kunnen niets beginnen tenzij u en ik als individu zelf overtuigd zijn, doordat we het in ons eigen leven hebben bewezen, onszelf hebben overwonnen en daardoor eerlijk en oprecht kunnen verklaren dat we de overwinning hebben behaald waar we tevoren hadden gefaald. Het is zinloos te proberen het wereldprobleem op te lossen, voordat we ons eigen probleem hebben opgelost.
Als je hebt geleden, als je hebt geworsteld, als je in je morele en geestelijke leven nederlagen hebt moeten lijden – en welke man of vrouw heeft dat niet? En als je dan mannen en vrouwen en kinderen om je heen ziet die je zou willen helpen door hen de versterkende kracht van geestelijke kennis aan te reiken – dan zul je tot de conclusie komen dat je dat nooit zal lukken voordat je het geheim van de vernieuwende kracht in je eigen leven hebt leren kennen.
Eerst moeten we onszelf de volgende vragen stellen: Geloven we werkelijk in de goddelijkheid en de macht van onze eigen innerlijke natuur en, zo ja, hoe kunnen we die bereiken en activeren zodat die niet alleen ons eigen leven kan transformeren, maar ook onze omgeving? Geloven we dat de Bergrede een praktische verklaring is die door gewone mannen en vrouwen in onze moderne wereld in praktijk kan worden gebracht? Of beschouwen we het als een mooi ideaal om ergens op de boekenplank te worden gezet en op afstand te aanbidden – om over te dromen als een mogelijkheid voor ons in een eindeloos verre toekomst? Denken we dat de grote meester die in Palestina leefde en werkte, meende wat hij zei toen hij alle mensen gebood volmaakt te zijn zoals hun Vader in de Hemel volmaakt is? Velen onder ons halen hun schouders op en zeggen, ‘Kletskoek, gemeenplaatsen, onpraktische onzin!’ Ik denk dat het niet alleen praktisch is, maar dat het je reinste dwaasheid is om het te negeren.
Als we van plan zijn dat te bereiken, moeten we beginnen met eerlijk te zijn tegen onszelf en tegen anderen. Het betekent oprechtheid, waarachtigheid in het dagelijks leven; het betekent liefde, altijd en in alle omstandigheden – goddelijke liefde, die schijnt als de zon, onpersoonlijk voor alle mensen, of we ze nu mogen of niet, of ze onze vrienden zijn of dat we denken dat ze onze vijanden zijn. Het betekent daarom werkelijk absoluut altruïsme, voorzover dat in ons vermogen ligt.
Als we het punt hebben bereikt dat we genoeg hebben geleden en in ons hart het verlangen hebben naar wat we God of godheid, of goedheid of wijsheid kunnen noemen, dan kunnen we iets doen. Maar vergist u zich niet, het betekent dat we elke gram fysieke, emotionele, psychische, intellectuele, en geestelijke kracht waarover we beschikken zullen moeten inzetten. We zullen ons volledig moeten inspannen, en al wat we zijn en hebben eraan moeten wijden – en iedere dag onze persoonlijke wil en ons persoonlijke ego moeten opgeven. En als we dan weten hoe we in de ware zin van het woord moeten bidden – en dit betekent het opwaarts streven van ons zuivere verlangen of onze aspiratie naar de god in ons, naar de universele en hoogste geest die in ons en overal om ons is, dan zal die in ons stromen en ons tot een nieuw wezen maken vervuld van kracht om onszelf en de wereld te veranderen.
Er is een oud gezegde dat één mens en God een meerderheid vormen en dat is zo, want één mens die toegewijd is, gelouterd en gezuiverd, vervuld met de kracht van de geest, kan naar het de gewone man en vrouw toeschijnt wonderen verrichten. Hij kan het leven van mensen veranderen en hen helpen bewust te worden van hun eigen goddelijke natuur. Mannen en vrouwen die hun hele leven geestelijke en morele nederlagen leden, heb ik door alleen al deze ideeën zien veranderen; hun gezichten vertoonden de glans van een zon die is opgekomen. En zij zijn in staat hun eigen kracht, innerlijke rust, en geestelijke visie over te dragen op anderen, op collega’s op het werk, zelfs op parlementsleden.
Als we eenmaal de eerste stap hebben gezet op het smalle, oude pad, om een geestelijke revolutie in onszelf tot stand te brengen, dan is dat, zelfs in die korte tijd, genoeg om een diepe indruk te maken op het collectieve wereldgeweten.