Theosophical University Press Agency

[Op 6 september 2017 is Rudi Jansma (1949-2017) plotseling op 68-jarige leeftijd in Nepal overleden, terwijl hij daar verbleef in een klooster. Rudi’s hele leven stond in dienst van de theosofie. Hij heeft veel geschreven en vertaald voor het TG en ook daarbuiten. Hij heeft ook veel lezingen gehouden over theosofie en theosofische studiegroepen begeleid. Belangrijker was misschien zijn openheid om met mensen bij hem thuis of waar dan ook van gedachten te wisselen over theosofische ideeën. Zijn grote belangstelling voor India en de jains bracht hem ertoe om vele jaren in Jaipur te wonen en te werken. Dit heeft o.a. tot twee belangrijke werken van zijn hand geleid: Handboek hindoeïsme en Jainisme – een introductie.
Rudi’s website is nog steeds toegankelijk: www.dailytheosophy.net]

Harmonie van een andere wereld

Rudi Jansma

Een poosje geleden, in de lente, wandelde ik door de Alpen van Noord-Italië. In de dalen stonden de fruitbomen in bloei, maar in de bergen waren alle stadia tot aan midwinter nog te vinden. Dikke lagen sneeuw bedekten de hoogste delen. Op de hellingen lieten de bomen die tussen de grote rotsblokken groeiden blijmoedig hun eerste lichtgroene, nog transparante blaadjes zien, en deze waren bedekt met kleine dotjes sneeuw, zuiver wit of kristalhelder, smeltend en druppelend. De naaldbomen waren zwaarder beladen. Je hoorde het geluid van moeder natuurs eigen stilte en het geluid van het zachte druppelen.

Ik bracht mijn dagen daar helemaal alleen door, wandelend, kijkend en luisterend. Heel onverwacht begon ik de wereld met andere ogen te zien. De jonge blaadjes leken in smaragd veranderd te zijn, de sneeuwkristallen in edelgesteenten van bovenaardse schoonheid. Het leek alsof de hele wereld een sprong had gemaakt naar een spiritueler frequentie. De bomen, waarvan we gewoonlijk denken dat ze daar zomaar willekeurig staan verspreid, gegroeid waar hun zaden toevallig zijn terechtgekomen, vormden nu samen een harmonie. Hun takken groeiden niet zomaar waar de ruimte dat toeliet, maar namen deel aan de stille symfonie van het bos. Zelfs de rotsblokken namen deel aan de hemelse zang.

Meditatie is eenvoudig het zich afstemmen op wat er altijd al is. Ik vroeg me af of de dingen op aarde misschien een klein beetje spiritueler zijn dan we ze gewoonlijk zien; of deze stoffelijke aardbol met alles wat zich daarin en daarop bevindt, een reflectie is van een wereld die een graad dichter bij het goddelijke staat dan onze dagelijkse zintuigen en ons dagelijkse denken waarnemen. Een wereld waarin alle dingen akkoorden zijn van een goddelijk lied, zodat iedere boom, iedere berg, iedere steen, ieder levend wezen daarin zijn juiste plaats heeft en zijn juiste taak om te vervullen, net zoals muzieknoten hun precieze plaats en functie hebben in de symfonie die ze samen vormen, en waarvan er niet één kan worden weggelaten zonder de melodie te verstoren.

We hebben geen paranormale vermogens of mystieke ervaringen nodig om zo’n wereld waar te nemen. We kunnen die zien, horen en ruiken met onze gewone zintuigen geholpen door de verbeelding. Is het zo vreemd om te geloven dat achter de verschijnselen die we waarnemen – en waarvan de gangbare wetenschap ons wil doen geloven dat zij slechts materiële dingen zijn die bij toeval zijn ontstaan – er een werkelijke goddelijke harmonie bestaat? Hoe kunnen we anders verklaren dat wij schoonheid in de natuur kunnen waarnemen, en dat ons hart met blijdschap kan worden vervuld als we erdoor worden geraakt? Men zegt dat schoonheid het gewaad van de goden is. Als de goden in hun essentie waarheid, mededogen en harmonie zijn, kunnen hun gewaden dan iets anders zijn dan schoonheid?

Sinds die dag is de natuur in mijn ogen iets goddelijker dan voordien, en deze gewaarwording heeft een extra dimensie toegevoegd aan mijn waardering voor de aardse schoonheid. Niets in de natuur is eenzaam of staat op zichzelf, want alles is deel van dat grotere bewustzijn, net als de musici in een orkest die, hoewel ze ieder hun eigen noten spelen, in voortdurende communicatie staan met de totale akkoorden die worden gespeeld. Wat voor de natuur geldt, geldt ook voor de menselijke wereld: de architectuur van onze steden, hoewel verre van volmaakt, is een weerspiegeling van de architectuur van een hogere wereld, door menselijke handen overgebracht naar het wereldse niveau. Hetzelfde geldt voor de betere kant van al onze prestaties.

Er is bovendien een analogie tussen de fysieke natuur en ons stoffelijk lichaam. De cellen van ons lichaam zijn de levende wezens waaruit onze fysieke structuur is opgebouwd. Zij functioneren onder leiding van het innerlijke akkoord dat we aanslaan. Ons innerlijke wezen is een graad goddelijker dan ons stoffelijke wezen. Als ons zelfbewuste innerlijke wezen – onze zelfgekozen gedachten en gevoelens – de diepere harmonie van onze goddelijke aard weerspiegelt, dan dragen onze pranische stromingen die door een onnoemelijk aantal onzichtbare kanaaltjes vloeien, deze harmonie over op onze cellen, en op ons hele wezen. Het resultaat is een groeiende herkenning van het goddelijke, ontwaakte intuïtie, gezondheid en schoonheid.

Artikelen van Rudi Jansma


Uit het tijdschrift Sunrise jul/aug 2001

Impuls (Nieuwsbrief voor leden van het Theosofisch Genootschap), december 2017, nr. 81.

© 2017 Theosophical University Press Agency