Een man in vuur en vlam
Monica Morris
Er is geen religie zonder liefde en mensen kunnen zoveel over hun religie praten als ze willen, maar als deze hen niet leert om goed en vriendelijk te zijn voor mens en dier, is ze maar schijn.
– Anna Sewell, Black Beauty
‘In vuur en vlam’ wordt in het woordenboek gedefinieerd als brandend; met andere woorden vurig, gepassioneerd, gretig. Voor hen die zijn idealen en doelstellingen deelden was G. de Purucker bereid zijn ziel bloot te leggen en zichzelf te zijn. Zij die hem prezen of flatteerden sloegen duidelijk de plank mis. Hij was volgens mij een man in vuur en vlam.
Anna Sewell geeft een uitstekende opsomming van mijn opvattingen toen ik 18 jaar was en ik lid werd van de Theosophical Society. G. de Purucker was toen leider. Door studie had ik geleerd dat theosofie wetenschap, filosofie en religie omvat – de drie manieren om naar het leven of de ‘waarheid’ te kijken. Ik had al gestudeerd in de academische wereld en door te lezen dat goed en vriendelijk zijn geen vereisten zijn om zich bezig te houden met moderne wetenschap of filosofie – leek het dat religie de last moest dragen om betere mensen van ons te maken. Inherent aan het woord ‘religie’ is een gedachte die door De Purucker in zijn Esoteric Tradition (1:20) werd verduidelijkt: ‘Religie is datzelfde streven van de menselijke geest naar vereniging met het KOSMISCHE AL; ze betreft een eindeloos groeiende zelfbewuste identificatie met de kosmische realiteiten daarin – door de mens gewoonlijk en zo vaag ‘God’ of goden genoemd.’
Alle monotheïstische religies hebben van hun God een statisch en onwrikbaar wezen gemaakt, oppermachtig maar gescheiden van zijn schepping die de hele mensheid omvat. Zij hebben de sleutel tot de goddelijke oorsprong van de mens en alle andere natuurrijken verloren en zijn dus verdwaald als het gaat om een betekenisvolle bestemming van de mens. Wanneer de mens beperkt is tot één leven op aarde, hoe is het dan voor zijn ziel mogelijk om meer dan een ‘duimbreed terrein’ te winnen in de onmetelijke uitgestrektheid en het betekenisvolle bestaan in het universum van sterren dat ons omringt?
Onder leiding van Katherine Tingley gaf De Purucker als student, leraar en spreker een belangrijke bijdrage aan het theosofische streven in de wereld. Gedurende haar leven trok hij, behalve door zijn ijver, geen ongewone aandacht, want KT beschikte over een grote en voortreffelijke staf van onderzoekers, auteurs, leraren, muzikanten en kunstenaars – zo nodig vanuit verre oorden aangetrokken. Toen KT stierf dachten enkelen dat deze rustige, geleerde man niet in huis had ‘wat nodig was’ om leider te zijn. Katherine Tingley had grote en vergaande constitutionele bevoegdheden als leider gekregen van het Theosofische Congres in Chicago in 1898. Over dit punt gaf GdeP als toelichting:
Ik wenste me te ontdoen van alle autoriteit waar ik maar mogelijk afstand van kon doen; dat ik alleen wilde leiden, als zij (de functionarissen) erop stonden dat woord te gebruiken – met andere woorden ik wilde mijn werk als leider uitsluitend doen door een beroep te doen op het hart en het verstand van de leden van The Theosophical Society. Ik verklaarde dat ik onze leden individueel en collectief aan mij wilde binden door banden van broederschap, door sterke banden, banden sterker dan staal, banden van wederzijdse liefde en wederzijds begrip; en, zo voegde ik eraan toe, ik wil niet dat iemand mij als leider volgt die mij niet vertrouwt en niet van me houdt . . . om wat ik in mijn theosofische werk probeer te doen, namelijk broederschap als een realiteit in de wereld brengen, vrede brengen in het hart en vertrouwen en rust in de ziel van de mens.
– Questions We All Ask 2:119
Hij had zijn vertrouwen gesteld in de overtuiging dat ‘liefde de weg’ is die moet worden gegaan. In liefde moet men volharden wil ze succesvol zijn. In zijn eerste jaren aan het roer wantrouwden sommigen zijn methoden en dachten dat de ‘principes van democratie’ op het spel stonden, waarbij ze de band tussen een leraar en een leerling die in een mysterieschool bestaat totaal niet begrepen. G. de Purucker zei over hen die zich ongunstig over hem uitlieten dat hij zou doorgaan hen voor zich te winnen door liefde. Slechts enkelen, zelfs onder zijn meest loyale en toegewijde medestanders, konden wat hij aan de mensheid heeft nagelaten volledig naar waarde schatten.
Op dit punt is het goed H.P. Blavatsky’s kijk op de toekomst uit 1889 in herinnering te roepen:
zeg me dan of ik te optimistisch ben wanneer ik zeg dat, als de Theosophical Society blijft bestaan en de volgende honderd jaar trouw blijft aan haar opdracht, aan de oorspronkelijke impulsen – vertel me dan eens, zeg ik, of ik te ver ga als ik beweer dat de aarde, in vergelijking met wat ze nu is, in de 21ste eeuw een hemel zal zijn!
– De sleutel tot de theosofie, blz. 286
Die mogelijkheid bestaat. Tegenwoordig is ‘globalisering’ het sleutelwoord; ogenblikkelijke communicatie – wereldwijd. Het kwaad dat tegen menselijke vooruitgang, broederschap, helpen en met elkaar delen werkt, heeft geen schuilplaats. Uiteindelijk moeten we vertrouwen hebben in het idee: de waarheid zal ons vrijmaken! Als we eenmaal onze plaats op aarde en in het heelal begrijpen en ons voorbereiden op onze ware bestemming, kan ieder van ons helpen van de aarde een hemel te maken. Ik ken geen betere beschrijving van de kansen die vóór ons liggen dan de volgende woorden die oproepen ons uiterste best te doen:
We hebben ons lot in eigen hand en we kunnen onszelf maken of breken. Er is geen god die verbiedt of voorschrijft; we zijn kinderen van het goddelijke en hebben daardoor deel aan de goddelijke vrijheid van wil; en op onze eigen zwakke manier werken we als slechts gedeeltelijk ontwikkelde zielen aan onze bestemming. Zoals we ons leven vormen, zo wordt het goed, slecht, harmonieus, wanordelijk, mooi of armzalig. We maken het zo. Er is hierbij geen sprake van fatalisme. De hele natuur om ons heen helpt ons niet alleen, maar legt ons tegelijkertijd vreemd genoeg ook in zekere mate beperkingen op, zodat we de gelegenheid krijgen door tegenstand onze kracht te oefenen en dat is de enige manier om een paar goede biceps te ontwikkelen!
Oefening resulteert in kracht. Als de natuur ons niet de kans bood de aanwezigheid van de god in ons te bewijzen, zouden we nooit groeien. De natuur is dus niet alleen een goede en behulpzame moeder, maar ook een strenge behoedster die over ons waakt met een oneindig meedogend oog en die door haar werk en reacties op wat wij met onze eigen wil doen of najagen eropuit is die wil door oefening te versterken en ons begrip helderder en scherper te maken door deze te gebruiken.
– G. de Purucker, Wind van de geest, blz. 246