Antwoorden op kritiek: H.P. Blavatsky en de SPR*
Vernon Harrison
*Overgenomen uit H.P. Blavatsky en de SPR, blz. 65-9.
Tijdens de voorbereiding van dit boek voor publicatie heb ik opmerkingen en kritiek ontvangen; het lijkt me handig om daarop in de vorm van een dialoog antwoord te geven.
CRITICUS: Als u de Old Diary Leaves [Oude Dagboekbladen] van Olcott leest, zult u daarin overvloedig bewijs aantreffen dat HPB als een medium werkte, in trance werd gebracht, enz., en dat ze bovenal gewend was lang, ja heel langdurig te schrijven in een handschrift dat veel van haar eigen normale handschrift verschilde. Als dat het geval is, zie ik niet in hoe u het onafhankelijk van elkaar bestaan van de handschriften van KH, M en HPB zou kunnen vaststellen alleen op basis van een analyse van enkele voorbeelden van het ‘gewone’ handschrift van HPB.
VH: Laat ik u er eerst aan herinneren dat de hele stelling van Hodgson was dat HPB een vindingrijke maar gewone bedriegster was die geen enkele bovennatuurlijke krachten bezat. De brieven van KH werden volgens hem geschreven in een verdraaide vorm van haar gewone handschrift, die ze zich doelbewust eigen zou hebben gemaakt door enkele jaren van oefening. Het schrijven van zulke brieven met de opzet om te bedriegen kan een misdrijf zijn, en is dat gewoonlijk ook. Het automatisch ontvangen van geschreven teksten, in trance, slaap, enz., zonder dat de persoonlijkheid daarvan weet totdat hij of zij ze leest, kan men geen misleiding noemen en is geen verwijtbare overtreding hoewel het zou kunnen worden beschouwd als een geval voor psychiatrisch onderzoek. Er is hier een hemelsbreed verschil waaraan u voorbijgaat.
Ten tweede, de ‘enkele’ voorbeelden van HPB’s ‘gewone’ handschrift waarnaar u verwijst zijn negen brieven die in de British Library worden bewaard. Het betreft in alle gevallen originelen, geen kopieën of facsimile’s. Alle zijn volledig en zijn ondertekend of voorzien van de initialen van HPB. Alle zijn geschreven op een moment dat redelijk dichtbij de tijd van de Mahatma Brieven ligt. Alle komen overeen, zowel wat betreft handschrift als literaire stijl. Brief 138 heeft meer dan 4000 woorden en is HPB’s afscheidsbrief, de profundis geschreven, aan Dhr. en Mw. Sinnett. Ik heb alle reden te geloven dat dit alles een goed voorbeeld is van haar gewone, normale handschrift in die tijd, voortgebracht door haar bewuste wil, een handschrift dat ze gebruikte om te corresponderen met vrienden, waarin ze haar lijst met wasgoed opsomt en instructies geeft aan de Coulombs.
De handschriften van KH, M en HPB zijn heel verschillend en als ze in een gewone rechtszaak zouden opduiken, zou ik ze zeker aan verschillende personen toeschrijven. Of trancepersoonlijkheden onafhankelijk zijn van de bewuste persoonlijkheden is een andere zaak.
Ten derde, als we het getuigenis van Olcott als bewijs accepteren dat HPB kon schrijven in een veranderde bewustzijnstoestand, aanvaarden we dan zijn verdere verklaring in Old Diary Leaves (3de herziene editie 2:365-7) dat zij, in antwoord op een verzoek dat spontaan werd gedaan, een brief ontving die was geprecipiteerd op een blanco vel papier dat ze tussen haar handen hield, afkomstig van iemand die ze nog niet had ontmoet, in een aan haar onbekend handschrift? Accepteren we dit, en zo niet, waarom niet? Ik zie niet in hoe u bewijsmateriaal kunt aanvaarden of verwerpen omdat dat u in uw betoog uitkomt: we zijn geen politici. Olcotts getuigenis is dat HPB een overvloed aan paranormale vermogens bezat. U kunt niet zowel Olcott als Hodgson accepteren.
Wilt u alstublieft bedenken dat ik telkens wanneer ik Hodgsons uitspraken heb kunnen controleren aan de hand van het directe bewijsmateriaal van de oorspronkelijke documenten die voor ons zijn bewaard in de British Library, ik heb ontdekt dat de uitspraken van Hodgson onjuist waren; en daarvoor heb ik mijn redenen aangevoerd. Ze zouden nog steeds onjuist zijn als de Mahatma Brieven zouden zijn geschreven door Helena Petrovna Blavatsky of Assur-bani-pal. Ze zouden onjuist zijn of de brieven nu geschreven waren met een normaal bewustzijn, in trance, in slaap, automatisch, of in een andere veranderde bewustzijnstoestand. Deze onjuistheden zijn geen kleinigheden: ze maken de drie hoofduitspraken waarop Hodgsons stelling over de Mahatma Brieven berust tot leugens.
CRITICUS: Het is nodig dat dit soort vergelijkingen worden uitgevoerd door experts waarvan kan worden aangenomen dat ze geen vooropgezette mening hebben, die niet weten wat het ‘juiste’ antwoord is. Ik geloof niet dat iemand, in welk gebied van de wetenschap ook, volledig immuun kan zijn voor de invloed van een verwachting en hoop vooraf, en ik denk dat waar mogelijk een dubbelblind onderzoek moet worden verricht.
VH: Als ons werd gevraagd om te beoordelen, door ernaar te luisteren, of het pianoconcert van ‘Sophie Menter’ misschien niet werd geschreven door Sophie Menter, maar werd gecomponeerd door Liszt en voor orkest bewerkt door Tsjaikovsky, dan zou ik het met u eens zijn. Maar hier houden we ons bezig met het classificeren van de geometrische omtrek van bepaalde individuele letters op basis van criteria die kunnen worden uitgedrukt in termen van differentiële geometrie.
Als ik u en anderen een sortering zou geven van vijfhonderd driehoeken en u zou vragen ze te verdelen in gelijkzijdige, gelijkbenige, rechthoekige en ongelijkzijdige driehoeken, zou ik een grote mate van overeenstemming bij u verwachten. Zelfs tante Matilda zou hetzelfde resultaat krijgen als haar werd uitgelegd waar ze op moest letten.
Hier vraag ik u de geometrische vormen van bepaalde letters te classificeren volgens definieerbare kenmerken. In de letter g kunnen we ontdekken of deze een ‘staart’ heeft of eindigt in een rechte haal omlaag; als ze een ‘staart’ heeft, is hij dan gekromd naar links of naar rechts; heeft hij een gesloten of een open lus; is de breedte van de lus groter of kleiner dan de hoogte ervan? Hebben we in plaats van een gladde lus een ‘staart’ die bestaat uit twee of drie curven die elkaar ontmoeten om scherpe punten (uiteinden) te vormen? Of wordt de hele letter gevormd door een continue, ononderbroken curve zonder scherpe veranderingen van richting?
Als men een aantal waarnemers zou vragen de letter g volgens dit schema te classificeren, zou ik in de resultaten niet veel variatie verwachten behalve in een paar grensgevallen. Als de ene onderzoeker resultaten zou inleveren die veel verschilden van die van de anderen, zou ik gaan onderzoeken wat hij verkeerd deed. U hoeft mij niet op mijn woord te geloven. Ik vraag u de originelen van deze brieven in de British Library te onderzoeken, en ze bladzijde voor bladzijde door te nemen in de chronologische volgorde en door directe waarneming vast te stellen of er bewijs is voor:
(a) een geleidelijke ontwikkeling van de stijl van KH over een periode van verschillende jaren waarin de Blavatskyaanse vormen worden weggewerkt (Hodgson), of
(b) een aanzienlijke variatie van vormen van enkele kenmerken in de eerste paar Mahatma Brieven die werden ontvangen, een variatie die grotendeels in de loop van de eerste twee weken werd gecorrigeerd zonder dat er duidelijk Blavatskyaanse vormen worden weggewerkt (Harrison).
Wie heeft er gelijk, Hodgson of ik?
CRITICUS: Heb ik het juist dat het hoofdonderwerp van uw studie is dat u op grond van een analyse van het ‘gewone’ handschrift van Mw. Blavatsky beweert aan te tonen dat zij niet verantwoordelijk kon zijn geweest voor de brieven van KH?
VH: Nee. Het centrale thema is dat het Hodgson Rapport een SLECHT rapport is dat nooit had moeten worden gepubliceerd, ongeacht de persoon die het betreft. Het is onbetrouwbaar. Als u zich afvraagt, is dat van belang na meer dan een eeuw? Dan antwoord ik dat het er veel toe doet. Het Hodgson Rapport wordt door veel samenstellers van encyclopedieën en dictionaires nog steeds geaccepteerd als het laatste woord over Mw. Blavatsky.
CRITICUS: Omdat het bekend is dat HPB uitgebreid in andere handschriften schreef dan haar eigen, moet uw voornaamste stelling wel vervallen tenzij (a) u voorbeelden kunt vinden van de andere handschriften en deze kunt analyseren of (b) u redenen kunt vinden om te ontkennen dat iemand, hetzij als gevolg van ervaring of in trance (het doet er niet toe welke van die twee) een schrijfstijl kan ontwikkelen die zo verschilt van zijn normale manier van schrijven dat een deskundige (als ik die term mag gebruiken omdat u schijnt te ontkennen dat die bestaan!) niet zou ontdekken dat ze dezelfde oorsprong hebben.
VH: Ik beweer dat Hodgson, Netherclift, en Sims als deskundigen veel te wensen overlieten, en ik heb mijn redenen gegeven voor die mening. Er zijn goede deskundigen beschikbaar, en u zult de namen en adressen van sommigen van hen die op het ogenblik werkzaam zijn in het UK Register of Expert Witnesses (JS Publications, Newmarket, Suffolk) aantreffen.
We weten dat HPB uitgebreid in andere handschriften schreef uitsluitend op grond van de verklaringen van getuigen die Hodgson heeft afgewezen als goedgelovig en onbetrouwbaar. De belangrijkste van hen is Olcott. Als u Olcotts uitspraken accepteert, is het duidelijk dat het schrijven door HPB in andere stijlen paranormaal was, en niet eenvoudig oplichterij en bedrog; en dan zou de zaak van HPB een serieus onderzoek waard zijn.
Natuurlijk is het theoretisch mogelijk dat HPB door veel inspanning en oefening verschillende stijlen van schrijven en compositie had kunnen vervolmaken, waarbij elk bewijs van haar auteurschap zou zijn verdwenen. Ik herhaal dat er geen bewijs is voor eenzelfde oorsprong van de handschriften van KH, M en HPB, en dit betekent precies wat er staat. Vermoedens en vergezochte, hypothetische en niet bevestigde mogelijkheden zijn geen bewijs. U kunt iemand niet veroordelen wegens bedrog zonder harde bewijzen; en volgens de Engelse wet wordt iemand geacht onschuldig te zijn tenzij zijn schuld is bewezen. Een ‘niet bewezen’ oordeel is niet toegestaan. Hodgson beweerde overvloedige bewijzen te hebben van de gemeenschappelijke oorsprong van de handschriften van HPB en KH, en ik moet nog steeds vernemen welke dat zijn.
Bij al dat soort problemen die het werkelijke leven betreffen (en die niet slechts academische zijsporen zijn) moeten we onderscheid maken tussen wat denkbaar en mogelijk is, hoe onwaarschijnlijk en vergezocht ook, en wat met de klassiek geworden woorden van Eliza Doolittle ‘not bloody likely’ [bar onwaarschijnlijk] is.
Bedenk alstublieft dat er brieven zijn die, zoals zelfs Hodgson moest toegeven, HPB onmogelijk had kunnen schrijven, omdat ze op dat moment te ver weg was en de verbindingen slecht waren. Om deze moeilijkheid te omzeilen, moest HPB (volgens Hodgson) Damodar trainen, en misschien anderen, om even vloeiend in de stijl van KH te schrijven en passende brieven voor haar op te stellen tijdens haar afwezigheid. Ze moest zich bovendien bekwamen in het handschrift van M dat volkomen anders was en de duidelijke verschillen in literaire stijl tussen de brieven van KH, M en van haarzelf volhouden. Ze moest oorspronkelijke en samenhangende brieven van KH van wel 16.000 woorden kunnen schrijven zonder duidelijk terug te vallen in haar eigen normale stijl, in antwoord op specifieke vragen over diepzinnige onderwerpen.
En (volgens Hodgson) deed ze dit alles om onrust te stoken tegen de Britse overheersing in India.
GELOOFT U DIT WERKELIJK? IK NIET.