Theosophical University Press Agency

De stilte van de natuur

Reginald W. Machell

Er is een stilte in de natuur die vol geluiden is, hoewel misschien slechts het gezang van een vogel de stilte doorbreekt. Het is niet zozeer geluid wat men voelt, als de bron van alle geluiden; en dat is misschien het essentiële kenmerk van de stilte. De macht van de stilte is groter dan die van geluid door haar potentie, zoals de sterke man meer nog de man is met wilskracht dan die met de spieren, want de wil beheerst de spieren. En de stilte beheerst het geluid, hoewel dit feit misschien niet voor iedereen zo duidelijk is.

Zij die de gemoedswisselingen van de natuur opmerken, weten dat de stilte van de nacht volkomen verschilt van de stilte midden op de dag, of van de vroege ochtend wanneer de mist langzaam wegsmelt tot een nevel als de zon gaat heersen over de dag. ’s Nachts wanneer de zon heerschappij voert over de andere kant van de wereld, is er een stilte die niet te vergelijken is met die van enig ander moment. Dan schijnen de zintuigen zich af te stemmen op de trillingen die een fysiek oor niet kan waarnemen.

Maar of het nu overdag of ’s nachts is, de stilte is mysterieus, en het actieve denken kan weinig beginnen met dat soort mysterie. Het houdt ervan eindeloos te bazelen en heeft een afschuw van de stilte zoals een kat een emmer water vreest, en niet zonder reden. Maar zelfs katten zullen soms het nat worden van hun poten riskeren en gaan vissen. Evenzo zullen kletskousen uit soortgelijke motieven experimenten uitvoeren met de stilte, en proberen hun nieuwsgierigheid te bevredigen en hun honger naar kleine sensaties.

Wie van de zee houdt, weet dat de geheimen ervan geestelijk zijn en buiten het puur mentaal begrijpelijke liggen. Het is misschien vreemd te spreken over de stilte van de zee, en toch is die er beslist. Als de wind de rustige diepte tergt en de golven schitterend rollen en razen, is het een boos uur; maar ten slotte laat de stilte zich opnieuw gelden en de storm schijnt slechts een lawaaierig interval.

Het meedogenloze drama ligt in de stilte, in het conflict van de titanische krachten die in stilte worstelen om het evenwicht van de natuur te handhaven. En iets in de ziel van de mens voelt het grote mysterie aan, voelt een merkwaardige vreugde of een onredelijke moedeloosheid, wordt op onverklaarbare wijze aangegrepen en is vol sympathie met het ongeziene dat ons in zijn ingehouden potentie met schrik vervult.

Geluid is een actieve kracht, spraak en zang hebben een bijzondere kracht, maar stilte boezemt ontzag in. De spiegel van de geest kan de stilte die vormloos is niet weerkaatsen, want aan alle lawaaierige trillingen komt een einde en de openbaring die dat oplevert schijnt voor het denken een afschuwelijke leegte. Het brein vreest de stilte waarvan de ziel zo wijselijk houdt. Daarom werd er vanouds gezegd ‘spreken is zilver, maar zwijgen is goud’.

Juiste spraak is uitstekend, omdat de juistheid ervan evenredig is aan de zeldzaamheid ervan, en slechts dient om de gereserveerde stilte die wijzen bewaren te benadrukken.


Uit het tijdschrift Sunrise jul/aug 1997

© 1997 Theosophical University Press Agency