De macht van ideeën*
Ingrid Van Mater
*Samenvatting van een lezing gehouden tijdens het Sunrise-Forum onder auspiciën van The Theosophical Society, Pasadena, te Limburg/Lahn, Duitsland, 16-18 sept. 1994.
Ideeën vormen het kenmerk van ons menszijn, van onze wereld van denken en voelen als zelfbewuste wezens, en onderscheiden ons als individuen. In het omgaan daarmee krijgen we te maken met het mysterie van onze innerlijke vermogens, wat ze in werkelijkheid zijn en wat we ermee moeten doen. Omdat ze een enorm gebied beslaan, van de meest edele tot de meest wereldse, heb ik voor deze gelegenheid ervoor gekozen me te richten op die oorspronkelijke universele waarheden die door H.P. Blavatsky tegen het einde van de vorige eeuw opnieuw werden geformuleerd.
Toen Plato leerde dat ideeën de wereld regeren, doelde hij op de goddelijke en oorspronkelijke ideeën achter de hele schepping. G. de Purucker sprak erover als ‘de machtigste dingen in het leven van de mens’. Ze kunnen krachtig zijn en ‘wijdverspreide, verstrekkende gevolgen teweegbrengen; . . . De ideeën van de goden heersen in de kosmische ruimten; en de sterren, de nevelvlekken, de kometen, de planeten zijn slechts stoffelijke belichamingen van gedachte-energieën.’ (Questions We All Ask, 3:88-9).
Daarom vragen we ons af: wat zijn ideeën, wat zijn gedachten? Ze kunnen als levende energie-impulsen worden beschouwd, bewustzijnscentra die groeien en veranderen in overeenstemming met de impulsen waaraan ze zijn onderworpen. Het zijn functies van scheppende activiteit op innerlijke gebieden en, hoewel onzichtbaar, zijn ze een werkelijkheid, ze kunnen worden gevoeld en zijn in staat om ogenblikkelijk overal heen te reizen. Een idee kan een directe reactie uitlokken, ons onverschillig laten of ons verstoren omdat het ons wakker schudt uit de comfortabele positie die we op dat moment innemen. Het hangt helemaal af van ons en van ons inzicht. In feite werkt ieder idee door onze onvolmaakte natuur met haar specifieke beperkingen heen en in hoeverre wij het begrijpen hangt af van de helderheid of troebelheid van ons waarnemingsvermogen, de lens waardoorheen we het leven beschouwen.
Omdat ieder aspect van onze ingewikkelde natuur dualistisch is, wordt het kiezen van ideeën die we koesteren een uitdaging die varieert per individu. Deze dualiteit, ons persoonlijke dilemma, kan vaak misleidend zijn. We worden voortdurend met misleidingen geconfronteerd door onze eigen blindheid – valse keuzemogelijkheden kunnen, doordat ze een beroep doen op ons persoonlijke, egoïstische deel, soms heel verleidelijk zijn.
Het is daarom belangrijk na te gaan welke elementen in de menselijke natuur nobele ideeën aantrekken en koesteren en welke hun verwezenlijking en uiting in ons leven in de weg staan. In het algemeen kunnen we stellen dat een zelfzuchtige, persoonlijke gerichtheid onze blik vernauwt, terwijl een onzelfzuchtige gerichtheid die verruimt. Er is een oud gezegde dat als iemand helemaal in zichzelf is gewikkeld, dat maar een klein pakje oplevert! Om te beginnen moet er sprake zijn van een open hart en een ontvankelijke geest, die voortkomen uit het onzelfzuchtig verlangen meer te weten van dat wat we innerlijk als waar ervaren. We moeten vertrouwen hebben in onze diepste gevoelens, omdat de wijsheid van de eeuwen in ons is. Deze wijsheid werd miljoenen jaren geleden, toen we onze lange reis als zelfbewuste wezens begonnen, in het bewustzijn van de mens ingeplant.
Maar al te vaak koesteren we de illusie zekerheid te krijgen door strak vast te houden aan bepaalde ideeën, of aan een autoriteit buiten onszelf tot wie we ons kunnen wenden. Vastgeroeste ideeën vormen een van onze grote uitdagingen. Ze maken zulke diepe sporen in het brein dat het steeds moeilijker wordt het vastgelegde patroon terug te draaien. Op deze manier ontwikkelen zich dogma’s; ze beroven de waarheid van haar levenskracht en ontmoedigen innerlijke groei. Macneile Dixon wees erop dat, terwijl sommige ideeën maar korte tijd standhouden, andere ‘zich als eiken duizend jaar lang wortelen in de bodem van de menselijke natuur’. Maar al te vaak blijven rituelen en ideeën bestaan die ver afwijken van de oorspronkelijke waarheid. Eén zo’n verankerd idee dat al eeuwenlang standhoudt en veel angst en onzekerheid heeft opgeroepen is de onjuiste bewering dat ‘de mens in zonde wordt geboren’. Het werd algemeen aanvaard omdat ‘Institutional might made it right’ (de gevestigde macht daarvoor zorgde), zoals H.A. Overstreet het in zijn boek The Mature Mind (blz. 62) uitdrukt. Het benadrukte alleen de negatieve kant van onze dualiteit in plaats van de overheersende waarheid van ons ‘ingeworteld vermogen één te worden met het goede’, om uiteindelijk de god die in ons huist te worden.
Autoritair optreden in religie moedigt een onvolwassen afhankelijkheid aan, in plaats van een mogelijkheid spiritueel volwassen te worden. Jezus gaf vorm aan een boodschap over innerlijke groei: ‘Het koninkrijk der hemelen is in u’; ‘Hij die zijn leven verliest zal het vinden’; ‘Het is beter te geven dan te ontvangen’. Religie in haar ware betekenis vraagt van ons om zelf te zoeken en in ons streven naar heelheid een volwaardige relatie met het leven te ontwikkelen en tot stand te brengen. We kunnen ons verstandelijk denken niet de overhand laten krijgen ten koste van verlichting door het intuïtieve, onderscheidende hogere denkvermogen. Evenwicht van alle vermogens, ook van het begrijpende hart is nodig als we onze ware menselijke potenties tot uitdrukking willen gaan brengen.
Ongetwijfeld onderkende Plato het gevaar van vaste ideeën en gaf hij daarom de voorkeur aan de socratische vorm van dialoog in plaats van die van verhandelingen. hij dacht dat leerlingen hierdoor tot een dieper inzicht en een soepeler interpretatievermogen konden worden gebracht, vooral als ze worden geleid door iemand die geestelijk wakker is. De dialecticus, zei hij, is als de tuinman die ‘zijn planten helpt maar niet voor ze kan doen wat ze zelf moeten doen’; of als de vroedvrouw die zorgt voor iemand die in ‘barensnood naar kennis verkeert’. Ik vind dit een goede uitdrukking, ‘barensnood naar kennis’, want we moeten inderdaad in geestelijk begrip groeien door onze eigen inspanningen, en het recht op grotere wijsheid zelf verdienen. In dit stadium van onze ontwikkeling moeten we onszelf er vaak aan herinneren meer open van geest en verdraagzamer te zijn en onze overwegingen te laten beïnvloeden door de hogere aspecten van het denken, het onderscheidingsvermogen en de intuïtie.
De methode van vragen stellen, van het afwegen en beoordelen van ideeën alvorens ze te accepteren, is universeel en is in vele tradities te vinden. Laozi spoort ertoe aan om de tao, of het pad naar de waarheid, te ontdekken ‘door de poort van het zelf’; en de Bhagavad-Gita bevat de passage: ‘Zoek deze wijsheid door te dienen, door diepgaand onderzoek, door vragen en door nederigheid’ (4:34). In het Nieuwe Testament staat in Lucas (11:9) de bekende uitdrukking: ‘Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden’; en H.P. Blavatsky benadrukte de betekenis van ‘vrij en onbevreesd onderzoek’ naar waarheid.
HPB verscheen op een cyclisch moment, waarop de wereld een nieuwe injectie van waarheid nodig had en ze richtte haar aandacht op het statische denken in haar tijd, in het bijzonder het materialisme van de wetenschap en het religieuze dogmatisme. Ze formuleerde opnieuw de eeuwige ideeën over de grootse spirituele bestemming van alle levende wezens en ze noemde deze oude wijsheid theosofie. Deze waarheden verruimen en verdiepen ons perspectief en geven het bestaan van de mens waardigheid en zin, doordat hij zich bewust wordt van de goddelijke eenheid van alle leven.
Met haar meesterwerk, De geheime leer, bracht ze een schok teweeg in de wereld door haar beschrijving van de verheven werking van cyclussen, die miljoenen jaren van evolutie van de mensheid en het heelal omvatten, haar interpretatie van de oude Stanza’s van Dzyan in het licht van wetenschap, religie en filosofie en in vergelijking met de wereld-beschavingen. Men komt onder de indruk van de kracht en de tijdloze ideeën en hun eindeloze creatieve mogelijkheden. De onsterfelijkheid en de voortdurende wedergeboorten van de menselijke ziel van eeuw tot eeuw, houdt in dat de dood niet het einde is, maar slechts een rustperiode tussen levens, als onderdeel van de ervaring van de ziel; en de onpersoonlijke wet van oorzaak en gevolg of karma, hersteller van harmonie, brengt na een op gang gebrachte oorzaak de passende gevolgen met zich mee. In essentie zijn mensen de scheppers van hun eigen lot en berust de verantwoordelijkheid bij individuele inspanning en begrip, niet bij een autoriteit buiten ons, hetzij de kerk, hetzij God.
Deze ideeën zijn eeuwig jong en levenskrachtig omdat ze werken in de hele natuur, waarin het goddelijke de stuwende en eenmakende kracht is. Deze goddelijke kracht in het hart van het leven bezielt alle dingen met de drang voortdurend te groeien en te veranderen. Alle wezens zijn verenigd in universele broederschap, als een symfonie die het goddelijke ontvouwt en altijd streeft naar een grootsere expressie, en elk draagt bij aan en is verbonden met het geheel, van atoom tot melkweg en daar voorbij. Maar het aanvaarden van deze ideeën neemt toe of neemt af overeenkomstig de cyclussen van verlichting en cyclussen van verduistering. Van eeuw tot eeuw degenereert de kennis van de waarheid, naarmate de oorspronkelijke ideeën werden verwrongen en verhard. In perioden van verval zijn ze bewaard gebleven in mythen en symbolen en nooit volkomen verloren geraakt – alleen niet herkend door degenen die er met hun hart en denken niet op zijn afgestemd.
Het is altijd mogelijk een beroep te doen op de wijsheid in ieder van ons, die het gemeenschappelijk erfgoed is van het menselijk ras. Ze is voor iedereen beschikbaar. Grote schrijvers, kunstenaars, dichters, intuïtieve denkers, musici hebben ons door de eeuwen heen een rijke erfenis aan verheffende gedachten en meesterwerken nagelaten. Maar iedereen die zich bezighoudt met creatieve activiteiten, of het gaat om schrijven, schilderen of wat ook, weet dat er vaak, zelfs bij grote genieën, een zekere kiemtijd nodig is – een idee moet op een ‘laag pitje’ van het bewustzijn sudderen.
Zo was het ook bij Beethoven en zijn negende symfonie. Hij was diep geroerd door Schillers ‘Ode aan de vreugde’, leefde daar jaren mee en ondernam vele pogingen om de geschikte muzikale omlijsting te scheppen. Niet lang voor zijn dood kwam de oplossing. Men heeft deze symfonie omschreven als een weergave van de evolutie van ‘duisternis naar licht’, van zelfonderzoek en onzekerheid naar de vreugde van het bereiken van geestelijk geluk, Schöner Götterfunken in het laatste deel, de pure vreugde die uitgaat boven pijn en lijden. Ze groeit tot de climax, een uiting van uiteindelijke triomf en broederschap, wanneer het koor zingt, Seid umschlungen, Millionen! en blijft een van de meest geïnspireerde werken van Beethoven.
Ruim honderd jaar zijn voorbijgegaan sinds H.P. Blavatsky aan de wereld een erfenis van lang vergeten waarheden teruggaf. Tegenwoordig lezen meer mensen dan ooit De geheime leer. Vele religies naast het christendom worden openlijk besproken en de acceptatie van ideeën zoals reïncarnatie en karma neemt toe. Nieuwe wetenschappelijke boeken, die ook religieuze en filosofische gedachten bevatten, verschijnen bijna dagelijks. Het onderzoek naar bijna-doodervaringen heeft ertoe bijgedragen de gedachte te bevestigen dat bewustzijn de dood van het lichaam overleeft. Dit heeft voor het hele onderwerp van de werkelijke aard van de dood de weg geopend voor veel ruimere bespiegelingen dan voorheen en iets weggenomen van de afschuwelijke angst en het diepgewortelde gevoel van eindigheid en verlies, dat zovelen hebben met betrekking tot de dood. Ook in de afgelopen decennia zijn er waardevolle pogingen gedaan om onze aarde en alle levende dingen als een geheel te begrijpen en daarom haar en alle levensvormen met zorg en eerbied te beschouwen.
We leven in een dynamische tijd. Het tijdperk van Aquarius, vaak als humanitair tijdperk beschouwd, zoekt een weg naar vollediger expressie. Ook als gevolg van de kracht van de ‘einde-van-de-eeuw’cyclus is er een dualiteit in sterke contrasten. In dit innerlijke gistingsproces zijn we getuige van de botsing van ideeën: de oude en de nieuwe, zelfzuchtige en altruïstische motieven, materialistische, psychische en spirituele accenten, vreedzame en gewelddadige tendensen. Waarden en grondbeginselen van het leven worden individueel, maatschappelijk en internationaal getoetst.
Belangrijke gebeurtenissen vinden voortdurend om ons heen plaats en intussen blijven de wetten die onze planeet en ons heelal beheersen trouw functioneren. Door de televisie kunnen we getuige zijn van sommige natuurdrama’s zoals bijvoorbeeld de recente inslag van grote delen van een komeet op de planeet Jupiter. Ook gebeurtenissen in de wereld bereiken ons bijna direct, we worden verscheurd door het lijden en de afschuwelijke ontberingen waarvan we getuige zijn en worden ons meer en meer bewust van de zinloosheid van oorlog, de onnodige verwoestingen en het verlies van mensenlevens. Ondanks het voordeel dat de televisie ons eraan herinnert dat we met een ruimer gebied zijn verbonden dan onze onmiddellijke omgeving, doemen de nadelen ervan op. Dagelijks worden we gebombardeerd met negativiteit, teveel geweld, seks en onverantwoordelijk gedrag. Velen zijn door dit ogenschijnlijke gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, dat de media in sommige opzichten vertoont, hevig verontrust, in het bijzonder ten opzichte van de jongere generatie.
Zelfs enige elementaire kennis van onze enorme mogelijkheden en verantwoordelijkheden verandert onze hele kijk op dit verblijf hier op aarde, waardoor we ons individuele leven zien in een onmetelijk evolutionair tijdsbestek van ontelbare incarnaties achter ons, en een onnoemelijk aantal vóór ons. De ziel van elk van ons is een pelgrim op een eeuwige odyssee tussen geboorte en dood. Na een periode van rust en herstel, volgend op de dood, keert ze terug op aarde voor een nieuwe etappe van de reis van ervaring en zelfontdekking. En op deze reis is de feilloze en rechtvaardige wet van karma altijd werkzaam, niet alleen in ons individuele leven, maar ook bij nationale en internationale gebeurtenissen, waar we ook deel van zijn. Alles beïnvloedt al het andere. Afzonderen is onmogelijk, behalve door de muren die we in ons denken opbouwen. Van atoom tot ster, overal is intelligentie werkzaam en wij zijn een deel van dit verbazingwekkende web van alle levende dingen.
Af en toe wat rustige momenten doorbrengen, buiten, in de natuur en alleen, is van onschatbare waarde. Het helpt ons, door een innerlijke, betekenisvolle, stille dialoog, ons diepste zelf – onze eigen gedachten en gevoelens – te leren kennen, waardoor we het mogelijk maken dat de harmonieuze werkingen van de natuur ons met stille kracht bezielen. Zelfs die van slaap speelt een essentiële rol in het proces naast die van rust voor het lichaam. We worden bevrijd van het gewone, verstandelijke bewustzijn en dat betekent een verademing voor de ziel, die haar in staat stelt het innerlijk hoger zelf dichter te naderen. Als iemand voor het slapengaan zorgen heeft, of enkele nog onvoldragen creatieve ideeën, komen de antwoorden soms de volgende morgen, na een nacht slapen. Het is belangrijk om te proberen deze directe intuïtieve indrukken op te vangen voordat het denken in beslag wordt genomen door de dagelijkse routine.
En wat ligt er in het verschiet voor de toekomst en de droom, de broederschap van de mensheid tot een levende werkelijkheid te maken? H.P. Blavatsky waarschuwde in haar Besluit van De sleutel tot de theosofie dat als de [Theosophical] Society ‘gedegenereerd is tot een sekte, eigen dogma’s heeft opgesteld waaraan niet getornd mag worden, en zo geleidelijk en bijna onmerkbaar de vitaliteit heeft verloren – en die kan alleen de levende waarheid geven – . . . (ze) zal afdrijven naar een of andere zandbank van het denken (en) . . . blijven liggen en vergaan.’ Maar als dit gevaar kan worden afgewend, dan
zal de Society blijven bestaan en voortleven in de twintigste eeuw. Ze zal langzamerhand de grote massa van denkende en intelligente mensen doordringen van haar ruime en verheven denkbeelden over religie, plicht en menslievendheid. Langzaam maar zeker zal ze de ijzeren boeien verbreken van geloofsvormen en dogma’s, van maatschappelijke- en kastenvooroordelen; ze zal antipathieën en slagbomen tussen rassen en naties wegnemen en de weg vrijmaken voor de praktische verwezenlijking van broederschap onder alle mensen. – blz. 284
Als we het wereldtoneel en ons eigen leven beschouwen, beseffen we dat we nog een lange weg moeten gaan om dit ideaal te volbrengen. Maar er vinden geleidelijk veranderingen plaats. Een bijeenkomst als deze doet goed werk door positieve gedachten te zenden naar een wereld die door lijden en onrust wordt gekweld. De naam voor deze bijeenkomst, Sunrise-Forum, is actueel en stemt tot nadenken. Alleen al het woord forum houdt voor ons hele programma op deze twee dagen een bijeenkomst in van open discussie, van vrije uitwisseling van gedachten, die niet alleen stimuleert, maar zeer noodzakelijk is om ons denken flexibel te houden, om ons te helpen ideeën opnieuw te overwegen en nieuwe inzichten te krijgen. Bij een dergelijke opzet zijn ook meningsverschillen welkom, wat goed is omdat ‘uit een botsing van ideeën licht tevoorschijn komt.’
Het woord sunrise duidt op het licht van het goddelijke dat eeuwig schijnt, en ons leven verlicht naarmate we ons ervoor openstellen om het binnen te laten. Diegenen die bekend zijn met het tijdschrift Sunrise zullen het opschrift aan de binnenkant van het omslagblad hebben opgemerkt, ‘Voor een betere verstandhouding tussen alle mensen.’ Om te beseffen wat universele broederschap inhoudt en om de volkeren van de wereld te begrijpen, bestuderen we de wijsheid die het karakteristieke van verscheidene culturen in verschillende tijdperken weerspiegelt. Elk heeft een eigen atmosfeer en verleent een specifieke kleur aan het spectrum van waarheid, maar alle schilderen hetzelfde majestueuze beeld van de goddelijke bestemming van elk levend wezen. In ruimere zin suggereert dit opschrift dat we elke verdeeldheid in ons denken willen overstijgen of het gaat om ras, geloof, kleur of geslacht, want alle individuen zijn innerlijk één.
Toen James A. Long ruim veertig jaar geleden met het tijdschrift Sunrise begon, dacht hij aan het groeiende aantal individuen die zelfstandig durfden te denken en op zoek waren naar universele ideeën die het erfgoed van de hele mensheid zijn. In zijn redactioneel artikel van oktober 1951 schreef hij:
In één opzicht kunnen we aan . . . het verhaal van de Hof van Eden denken als een zonsopgang in het leven van de mensheid. Hij volgde op de ochtendschemering van erkenning in het bewustzijn van de mens, dat hij verantwoordelijkheid bezit, een individuele verantwoordelijkheid die hand in hand gaat met de erkenning van zijn eigen zelfbewustzijn.
Verderop in het artikel, als er wordt gezinspeeld op het doel van karaktervorming, zoals Jezus in grote lijnen weergaf in de Heilige Schrift van de christenen, zegt Long:
Dat doel is er niet voor slechts enkele uitverkorenen. Beslist niet. Dat doel is er voor ieder van ons. Elk van ons kan en zal in zijn leven eens een zonsopgang teweegbrengen en als die komt zal hij de weg naar toekomstige vooruitgang verlichten, niet alleen van het individu, maar van de hele mensheid.
Tot besluit zou ik eenvoudig willen zeggen dat de allesoverheersende gedachte in de uitgestrekte wereld van ideeën, die van universele broederschap is, die de goddelijke eenheid van het leven inhoudt en alle wezens verenigt die binnen één harmonieus geheel onderling afhankelijk zijn. En ten tweede is het onze menselijke rol op deze aarde als zelfbewuste individuen, die het vermogen bezitten om wijze keuzen te doen, om deze tijdloze waarheden een kracht in ons leven te laten worden, door onzelfzuchtige motieven en daden en daardoor bij te dragen aan de verheffing en het welzijn van de hele mensheid.