Er is geen medicijn hoger dan de waarheid
Ina Belderis
Boekbespreking: The Persecution and Trial of Gaston Naessen: The True Story of the Efforts to Suppress an Alternative Treatment for Cancer, AIDS, and Other Immunologically Based Diseases, Christopher Bird, H.J. Kramer, Tiburon, Californië, 1991; isbn 9780915811304, 336 blz., paperback.
Er was eens langgeleden een meningsverschil tussen twee biologen, en de uitkomst veranderde de zienswijze van de medische wetenschap voorgoed . . . of niet? Het gebeurde in de 19de eeuw; de biologen waren Antoine Béchamp en Louis Pasteur, en de controverse ging over de oorzaak van ziekte. Béchamp was van mening dat de oorzaak van ziekte in het lichaam lag, terwijl Pasteur ervan overtuigd was dat ze een uitwendige oorzaak had zoals in zijn bacteriologische theorie naar voren kwam. Volgens Pasteur ontstaat een ziekte wanneer bacteriën, virussen of andere lichaamsvreemde micro-organismen het lichaam binnendringen en aanvallen. Sindsdien heeft zijn zienswijze de medische wetenschap en haar filosofie beheerst.
Er was echter altijd iets in het bloed dat ondefinieerbaar was. Aangezien men niet over de middelen beschikte het nauwkeuriger te onderzoeken en men er geen verklaring voor had, werd er door onderzoekers over gesproken als ‘residu’ in het bloed en werd het meestal genegeerd. Dit was zelfs nog het geval toen er instrumenten waren gemaakt waarmee veel nauwkeuriger onderzoek kon worden verricht, zoals de in jaren twintig door Royal Raymond Rife uitgevonden microscoop die 30.000 maal kon vergroten en micro-organismen in levend bloed kon waarnemen die niemand ooit eerder had gezien.
Een andere onderzoeker die geïntrigeerd werd door het residu in het bloed is Gaston Naessens, een Frans-Canadese wetenschapper die een alternatieve behandeling voor immunologische ziekten heeft ontdekt, die op een heel andere benadering van ziekte is gebaseerd. Zijn verhaal wordt verteld in een nieuw boek, geschreven door Christopher Bird, The Persecution and Trial of Gaston Naessens. Het is een boeiend verslag van zijn verschillende ontdekkingen, zijn behandeling van kankerpatiënten, en de jaren van zijn vervolging door de moderne medische stand, wat eindigde in een rechtszaak in Quebec die hij won. Het gaat ook over de problemen die hij kreeg om zijn methode uiteindelijk erkend en verspreid te krijgen.
Om deze mysterieuze stof in het bloed te bestuderen, had Naessens een veel sterkere microscoop nodig. Onbekend met het werk van Rife, ontwierp en bouwde hij zijn eigen microscoop met assistentie van technici van de Leitz Optical Company. Met dit unieke instrument kon hij levende eniteiten zien die veel kleiner zijn dan die met de bestaande lichtmicroscopen konden worden waargenomen. En door deze te bestuderen, kwam hij tot een aantal opmerkelijke theorieën.
Naessens ontdekte een fundamentele substantie in de levenssappen van alle levende wezens: een subcellulaire, levende en reproducerende microscopische vorm, die hij somatid (zeer klein lichaam) noemde. Deze ‘entiteit’ ontwikkelde zich in een cyclus van vormverandering: de eerste drie stadia van deze cyclus (somatid, spore, dubbel spore) komen normaal voor in gezonde levende wezens en zijn feitelijk essentieel voor hun bestaan. Naessens ontdekte dat deze somatiden onvernietigbaar zijn. Na de dood van de gastheer keren ze terug naar de aarde waar ze hun bestaan voortzetten. Voor hem zijn ze fundamenteler voor het leven dan de cellen, die lange tijd als de primaire bouwstenen van het leven werden beschouwd. Naessens ontdekte dat deze heel kleine entiteiten veranderen wanneer het immuunsysteem wordt gedestabiliseerd en verzwakt. In plaats van de normale cyclus van drie stadia, gaat de somatid door een reeks van zestien groeistadia, waarvan elk zich ontwikkelt in de volgende. Hij schrijft de verzwakking van het immuunsysteem toe aan verschillende soorten trauma zoals die teweeg worden gebracht door shock, ongelukken, psychische toestanden en vervuiling. Hij was in staat de cyclus van 16 stadia in verband te brengen met vele degeneratieziekten, bv. kanker, AIDS, en multiple sclerose. Hij is er zelfs in geslaagd om het mogelijke uitbreken van deze ziekten te voorspellen door de somatid-cyclussen in menselijk bloed te bestuderen.
Naessens ontwikkelde een behandeling uitgaande van de gedachte dat wanneer het immuunsysteem wordt versterkt, het zijn vermogen om zelfverstoringen te bestrijden weer terugkrijgt. Zijn geneesmethode is gebaseerd op zekere verschijnselen in de normale somatid-cyclus van drie stadia die in het bloed worden aangetroffen (blz. 301):
In het verloop van deze micro-cyclus kunnen we de productie van een trephone waarnemen. Dit is een groeihormoon dat onontbeerlijk is voor de celdeling. Zonder dit bestaat er geen leven. Bij gezonde mensen wordt de ontwikkeling van deze cyclus stopgezet op het niveau van de dubbel spore door de aanwezigheid van trephone-remmende stoffen in het bloed. . . . Wanneer door stress of een of andere biologische verstoring, de remmende stoffen in het bloed in concentratie afnemen, vervolgt de somatid-cyclus zijn natuurlijke ontwikkeling, en ziet men verschillende bacteriële vormen verschijnen. . . .
Vervolgens komen de mycobacteriële en dan de gistachtige vormen.
Naessens gelooft dat wanneer deze remmende stoffen in het bloed afnemen en de veelvormigheid van de somatid niet wordt stopgezet, dat een toenemende vorming van trephone het gevolg is en dat de cel tot een eenvoudiger vorm terugkeert (blz. 303):
Zij verliest dan min of meer die functies die haar haar individualiteit geven en haar tot een specifiek orgaan doen behoren. De cel wordt gedeeld zelfs voordat ze al haar mogelijkheden tot synthese heeft benut, waardoor de cyclus van haar activiteiten voortijdig wordt onderbroken en haar wanorde bij elke deling wordt verergerd. Als reactie herkrijgt zij haar oude eigenschappen als herinnering aan haar oorsprong – waarvan de belangrijkste is de aanleg zich snel te vermeerderen.
Het resultaat is kankervorming. Cellen beginnen zich snel te vermeerderen en er verschijnt een nieuwe ‘entiteit’, die zich verzet tegen het organisme dat haar heeft voortgebracht. We ontwikkelen kankers in feite dagelijks, maar een sterk immuunsysteem ontdoet zich er snel weer van. Wanneer het immuunsysteem echter zwak is, krijgt de nieuwe entiteit een kans te groeien en is in staat een ‘kritieke’ massa cellen voort te brengen. Volgens Naessens heeft de entiteit, die aan het immuunsysteem is ontsnapt, grote hoeveelheden stikstof nodig voor haar bestaan, die ze onttrekt aan het organisme door middel van een zekere stof die ze afscheidt. Tegelijkertijd verlamt deze stof, CKF, het immuunsysteem. De sleutel tot Naessens’ geneesmethode is het terugdringen van CKF, zodat het immuunsysteem niet wordt verlamd.
Naessens heeft zijn behandeling op veel kankerpatiënten toegepast, hoewel hij die nooit een geneesmethode voor kanker noemde, of ooit iemand herstel beloofde. Hij heeft het aangeboden als iets dat het immuunsysteem zou versterken, en hij bereikte in zeer veel gevallen verbetering en afneming van kanker. De medische stand die de waarde van zijn ontdekkingen, theorieën en geneeswijze echter ontkende, heeft hem gedurende dertig jaar vervolgd. Men is tot het uiterste gegaan om deze alternatieve behandeling van immunologische ziekten tegen te gaan. Toen Christopher Bird Naessens ernaar vroeg, antwoordde hij dat de houding van de moderne medische wetenschap vanuit haar standpunt begrijpelijk is. De medische gemeenschap en Gaston Naessens spreken heel verschillende talen. Alle erkende kankertherapieën berusten op het idee dat kanker een plaatselijke aandoening is die algemeen wordt. Zijn theorie beweert dat kanker een algemene ziekte van het systeem is die zich lokaliseert. Daarom concentreert de moderne therapie zich op kankertumoren en -cellen uitgaande van de gedachte dat een cel-dodende methode gebruikt moet worden om alle kankercellen in een ziek lichaam kwijt te raken: methoden zoals chirurgie, bestraling en chemotherapie. Wanneer medische onderzoekers Naessens’ product onderzoeken en geen celdodende eigenschappen aantreffen, beschouwen zij het als waardeloos.
Sommigen denken dat Naessens’ succes in het teweegbrengen van de afneming van kanker alleen voortvloeit uit een placebo-effect – mensen worden genezen door een mysterieus ‘psychologisch’ geloof. Andere onderzoekers beweren dat er helemaal geen kanker in deze patiënten aanwezig was, dat de diagnose verkeerd was. Onderzoekers die naar Naessens’ laboratorium zijn gekomen en door zijn microscoop keken, hebben zelf de micro-organismen die hij beschrijft en de veranderende vormen van hun cyclus kunnen zien. Toch hebben de meesten geantwoord dat a) zij niet wisten wat ze zagen; b) zij niet geloofden wat ze zagen; c) zij geloofden wat ze zagen; ze werden enthousiast, vastbesloten om onderzoek te doen, maar nadat ze naar hun collega’s teruggingen, ontkenden ze wat ze hadden gezien, of probeerden ze het weg te redeneren. Alleen een heel kleine minderheid, die geloofde wat ze zag en het zelf onderzochte beproefde, heeft Naessens gesteund.
Gaston Naessens is niet de enige onafhankelijke onderzoeker die deze reactie heeft ondervonden. Waarom beschouwt de medische stand een blijkbaar succesvolle alternatieve behandeling voor kanker met minachting en wantrouwen? Waarom wordt zoveel onderzoek op het gebied van alternatieve geneeskunde geblokkeerd? Verschillende factoren spelen hierbij een rol. Ten eerste het financiële aspect: de industrie op het gebied van kankerbestrijding is een miljoenenbedrijf met zeer machtige relaties in overheidskringen. Activiteiten die door natuurkundigen en onderzoekers worden ondernomen, die deze machtspositie zouden kunnen ondermijnen, ontmoeten vaak enorme tegenstand. Het is begrijpelijk, hoewel zeker betreurenswaardig, dat maar zeer weinig medische vakmensen bereid zijn het risico te lopen geboycot te worden door te wagen iets nieuws te proberen.
Een tweede, misschien zelfs grotere factor, is het heersende dogma dat het lichaam van buitenaf wordt aangevallen door bacteriën, chemische stoffen, straling, enz., of van binnenuit is beperkt door gebrekkige genen. In de meeste gevallen kijkt de medische wetenschap eerder naar een lokale afwijking dan naar het organisme als geheel, hoewel dit geleidelijk aan het veranderen is. Een derde factor is het zeer reële gevaar van kwakzalverij. Gewetenloze mensen hebben altijd geprobeerd voordeel te trekken uit de kwetsbare positie van mensen die ziek zijn. Wantrouwen en omzichtigheid van een geneeskundige zijn begrijpelijk. Maar dit rechtvaardigt niet alles kritiekloos van de hand te wijzen, omdat het niet in de bestaande theorieën past. Idealistisch gezien is het de taak van de wetenschap ideeën te ontwikkelen die de verschijnselen van het leven verklaren, en die in theorieën te formuleren. De volgende stap is de beperkingen van deze theorieën te ontdekken. Een dialectisch proces van these, antithese en synthese, telkens herhaald, zou een steeds uitbreidende horizon van inzichten moeten verschaffen; maar wanneer de wetenschap zich houdt aan bepaalde vastgestelde theorieën, die min of meer als absoluut worden beschouwd, houdt ze op wetenschap te zijn, het zoeken naar waarheid – een doorgaand proces. Zodra de wetenschap vasthoudt aan een of andere theorie, wordt het vrije onderzoek door het dogma verlamd en wordt alles aangepast aan een exclusief model. Wat daarin niet past, wordt voor onwaar uitgemaakt of genegeerd.
Waar duisternis heerst, zijn altijd lichtpunten. De gedachte om de hele mens te benaderen in plaats van alleen het aangetaste deel is niet nieuw: het heeft door de eeuwen heen geneeskundigen geïnspireerd. Begin deze eeuw schreef dr. Edward Bach: ‘Ziekte zal nooit worden genezen of uitgeroeid door de tegenwoordige materialistische methoden, om de eenvoudige reden dat ziekte van oorsprong niet materieel is. Wat we kennen als ziekte is een uiteindelijk gevolg dat in het lichaam wordt teweeggebracht, het eindresultaat van diep- en lang-werkende krachten,. . . ‘* De woorden van Bach doen denken aan Naessens’ uitleg van het verzwakken van het immuunsysteem door shock, ongelukken, vervuiling en, misschien het belangrijkste, onze psychische toestanden. Vele oosterse medische stelsels, die de hele persoon beschouwen als een functionerend wezen, willen dat we binnenwaarts roeken naar de oorzaak van ziekte.
*The Bach Flower Remedies, Keats Publishing Inc., New Canaan, CT, 1977, blz. 26.
Volgens de theosofie vormen we onszelf en onze eigen gezondheidstoestand. Ziekte is de uitwerking van de wet van oorzaak en gevolg (karma), omdat alles wat op onze weg komt het gevolg is van zaden die in het verleden zijn gezaaid. Hartstocht zoals haat, woede of wellust verstoort onze lagere constitutie. Wanneer deze zich onttrekt aan de controle of leiding van het hogere deel van ons wezen, verandert ze de gang van de levensstromen, verdicht ze deze op de ene plaats en verdunt ze op de andere. Zelfzucht ligt aan de wortel van de meeste wandaden en is daarom de onderliggende oorzaak van de meeste ziekten. Dr. Bach put uit de oude wijsheid wanneer hij zegt dat ziekte zou moeten worden begrepen als een reinigingsproces, een gelegenheid tot zuivering, om verkeerde denkpatronen te corrigeren, om disharmonische gedachten en emoties kwijt te raken. Wanneer we beseffen dat de oorzaken van ziekte van binnenuit komen, zijn we genoodzaakt om de verantwoordelijkheid voor onze gedachten en daden op ons te nemen. Iedere filosofie die gebaseerd is op het geloof dat de oorzaken alleen vanbuiten komen, zou ons gemakkelijk zelfvoldaan in slaap kunnen wiegen.
De wezenlijke boodschap van dit boek over Gaston Naessens is niet of zijn geneesmethode werkelijk werkt of niet. De kern is dat de feiten die door allerlei manieren van onderzoek aan het licht zijn gekomen, zouden moeten uitmaken wat echte genezing is en wat kwakzalverij. Om mensen die door ziekte zijn aangetast werkelijk te helpen, zou de medische wetenschap nieuwe ideeën met een open geest moeten toetsen. Wetenschappers zouden moeten worden aangemoedigd om iedere weg te onderzoeken die tot genezing van ziekte kan leiden, hoe vreemd die mag lijken voor de orthodoxie. Ze moeten niet verzeild raken in een vicieuze cirkel, waarin ongeaccepteerde theorieën worden aangeboden die ongeaccepteerde geneesmethoden creëren, die vervolgens waardeloos worden verklaard omdat ze op ongeaccepteerde ideeën berusten. Het dient nergens toe wanneer zekere ideeën niet serieus worden genomen, omdat geen zogenaamd goed bekendstaande en geloofwaardige bron de moeite zal nemen ze te onderzoeken. De potentiële behandelingen die uit deze ideeën zouden kunnen voortkomen, zullen altijd te danken zijn aan de visie en het harde werk van een of enkele pioniers lang voor ze algemeen worden overgenomen.
Gaston Naessens heeft door zijn moedige strijd en inspirerende ontdekkingen zulke overwegingen onder de aandacht gebracht. Christopher Birds verslag over deze ‘pionier’-wetenschapper en zijn beproevingen wekt de hoop dat andere wetenschappers ze waardig zullen vinden voor verder onderzoek, en dat meer patiënten en beroepsmensen zich sterk zullen maken voor vrij onderzoek en het besef dat er geen medicijn bestaat hoger dan de waarheid.