HPB: Een nieuwe biografie
Sarah Belle Dougherty
Boekbespreking: HPB: The Extraordinary Life and Influence of Helena Blavatsky, Founder of the Modern Theosophical Movement, Sylvia Cranston, Jeremy P. Tarcher/Putnam Books, New York, 1993, 670 blz. Third & revised edition: Path Publishing House, Santa Barbara, 1998, 700 blz, isbn 9780966211511, paperback.
In 1995 is de Nederlandse vertaling van de eerste editie van dit boek uitgekomen en in 2008 de tweede herziene druk: HPB: Het bijzondere leven en de invloed van Helena Blavatsky, stichtster van de moderne theosofische beweging, Sylvia Cranston, TUPA, Den Haag, 2008; 693 blz., index, bibliografie, geïllustreerd, isbn 9789070328719, gebonden.
Nu de 21ste eeuw nadert, komen de reusachtige veranderingen van de laatste 150 jaar in duidelijk perspectief naar voren: niet alleen op het gebied van de technologie maar, wat belangrijker is, op het gebied van leven en denken. Wetenschappelijke opvattingen over de meest fundamentele onderwerpen – kracht, stof, ruimte, tijd, de betrekkingen tussen levensvormen en de aarde en de structuur van het heelal – zijn radicaal veranderd. Wetenschappelijke ramingen van de ouderdom van de menselijke soort zijn gestegen van enkele duizenden jaren naar meer dan een miljoen jaar. Politieke en sociale standpunten veranderen onophoudelijk naarmate de essentiële eenheid van mensen onderling en de omringende wereld meer algemeen wordt aanvaard. Maar ondanks al deze omwentelingen lijkt het erop dat we nog maar de eerste voorboden waarnemen van een komende wereldbeschouwing die langzaam begint door te dringen in het menselijk bewustzijn.
Dat veel van deze positieve transformaties teruggevoerd kunnen worden tot de wijsheidstraditie die opnieuw door H.P. Blavatsky is verwoord, wordt duidelijk in een nieuwe biografie van Sylvia Cranston: HPB: The Extraordinary Life and Influence of Helena Blavatsky, Founder of the Modern Theosophical Movement. Cranston is bekend om haar boeken over reïncarnatie, waaronder Reincarnation: The Phoenix Fire Mystery samen met Joseph Head en Reincarnation: A New Horizon in Science, Religion and Society met Carey Williams. Ze heeft zich een leven lang gewijd aan onderzoek daarover en veertien jaar lang speciaal aan dit project. Voorzien van een uitgebreide documentatie is in deze biografie materiaal bijeengebracht uit een grote verscheidenheid van bronnen, waaronder een onlangs ontdekte correspondentie en veel materiaal dat speciaal voor haar is vertaald uit het Russisch.
Zoals de ondertitel aangeeft ligt hier de nadruk op HPB als de tussenpersoon door wie de theosofische filosofie opnieuw in de moderne wereld werd geformuleerd. Het vlotte verhaal, dat aangenaam is om te lezen en gemakkelijk te volgen, schenkt slechts nu en dan aandacht aan een bespreking van verschillende controversiële thema’s. De eerste honderd bladzijden gaan over HPB’s familie, jeugd en wereldwijde reizen, waarin vooral nuttig gebruik is gemaakt van belangrijk nieuw Russisch materiaal. Het grootste deel van het boek gaat over de periode vanaf de komst van HPB in Amerika in 1873 tot haar dood in Engeland in 1891. Hierin lezen we over haar eerste samenwerking en latere conflicten met de spiritisten. Omstreeks die tijd ontmoette ze kolonel Henry S. Olcott en William Q. Judge, die haar belangrijkste medewerkers werden. Samen stichtten zij de Theosophical Society, een organisatie waarvan de doelstellingen zijn de vorming van een universele broederschap ongeacht ras, geloof, geslacht of nationaliteit; de studie van wetenschap, godsdienst en filosofie (vooral die van India); en het onderzoek van de verborgen wetten van de natuur en de mens. Daarna schreef H.P.B. Isis ontsluierd en onderging ze psychospirituele veranderingen waardoor zij toegang kreeg tot een grote hoeveelheid kennis die haar tot dan onbekend was.
In 1878 reisde zij en Olcott, respectievelijk Corresponderend Secretaris en President van de Theosophical Society, naar India. A.P. Sinnetts boeken over de psychische verschijnselen die ze daar teweegbracht, verwekten sensatie, maar de belangrijkste theosofische activiteit betrof de rehabilitatie van de oosterse filosofie. Het succes van dit streven bracht christelijke missionarissen in India ertoe in 1884 het Coulomb schandaal op touw te zetten met als resultaat dat ze werd gebrandmerkt als bedriegster en charlatan in het wijdverbreide maar nu in diskrediet gebrachte Hodgson Rapport.1 Olcott verbood HPB zich gerechtelijk te verdedigen, al zou ze naar alle waarschijnlijkheid succes hebben gehad, en HPB’s gezondheid stortte in. In 1885 vertrok ze uit India naar Europa, waar ze The Secret Doctrine [De geheime leer] voltooide, die in 1888 in Londen werd gepubliceerd. Haar laatste jaren in Engeland bracht ze door met schrijven en het geven van onderricht, wat in 1889 The Key to Theosophy [De sleutel tot de theosofie] en The Voice of the Silence [De stem van de stilte] opleverde.
In Cranstons beschrijving staan de persoonlijkheid, het temperament en de eigenaardigheden van de verschillende karakters niet centraal, net zomin als persoonlijke relaties of controversen. De wezenlijke bedoeling van de auteur is aan te tonen, door HPB’s leven te beschrijven, hoe zij en anderen in staat waren aan de materialistische en starre 19de eeuw een krachtige geestelijke en intellectuele impuls te geven.
Het is duidelijk dat Cranston HPB bewondert, dat ze haar onderwerp eerder met respect dan met achterdocht of vijandigheid benadert en het niet nodig vindt de hele reeks van beschuldigingen tegen HPB door te nemen. De voornaamste kwesties onderzoekt ze grondig – bijvoorbeeld het Hodgson Rapport en de ongegronde bewering dat HPB plagiaat pleegde met de stof voor haar twee voornaamste werken, Isis ontsluierd en De geheime leer. Veel omstreden zaken komen aan de orde maar de auteur verkiest over andere niet te spreken. Al zou men graag een of ander punt belicht hebben willen zien, het resultaat is dat de draad van HPB’s leven niet is bedolven onder polemiek, die hoofdzakelijk neerkomt op kwaadwillige en ongegronde aanvallen en geroddel.
In deze biografie gaat de schrijfster ervan uit dat ‘ooggetuigen van verschillende gebeurtenissen de gelegenheid moeten krijgen in hun eigen woorden hun verhaal te vertellen waar dit maar mogelijk is . . . Deze gedragslijn geldt natuurlijk ook voor onze hoofdgetuige zelf, Helena Petrovna Blavatsky’ (blz. xxiii). Daardoor is het verhaal heel direct en kleurrijk. Het betekent tegelijk dat Cranstons snelle aanvaarding van HPB’s verklaringen van de meeste kwesties – de aard van haar leraren, de bron van haar kennis en de echtheid van haar paranormale verschijnselen – voor sommigen wellicht getuigt van een onkritische houding. Het standpunt dat men inneemt ten aanzien van dergelijke ideeën is stellig essentieel bij elke interpretatie van HPB. Maar waaruit bestaat objectiviteit? Het leven van HPB, net zoals dat van ieder ander die opgaat in het occulte en mystieke, kan niet door een materialistische zeef worden geperst zonder dat daardoor de beweegreden en de betekenis voor het grootste deel verloren gaan. Pas als het beeld van de werkelijkheid dat in intellectuele kringen in het westen algemeen wordt aanvaard zich uitbreidt niet alleen met het paranormale, maar ook met de nog hogere psychologische, mentale en geestelijke sferen van menselijke activiteit die in andere culturen allang zijn erkend, zal de levensgeschiedenis van HPB – en van vele anderen – worden begrepen en in het juiste licht weergegeven.
In de laatste honderd bladzijden van het boek wordt nagegaan wat de uitwerking is van de geschriften en het leven van HPB op het wereldbewustzijn. Haar opmerkelijke bijdrage aan het gedachteleven van het oosten, waar zij en andere theosofen de opleving van het oosterse religieuze en filosofische onderzoek aanmoedigden, hebben we al aangeroerd. De opleving van het boeddhisme en de studie van de hindoefilosofie onder ontwikkelde Aziaten is een rechtstreeks gevolg van haar invloed. Omstreeks het laatste kwart van de 19de eeuw werden de volkeren van India politiek en economisch overheerst en werd hen op wereldlijke scholen westerse minachting ingeprent voor alles wat oosters en niet-christelijk was. Aziatische intellectuelen verwierpen of negeerden hun eigen tradities. Toen HPB en Olcott in 1879 in India arriveerden, steunden beiden de hervormingsgezinde hindoebewegingen, werden boeddhist en kwamen in hun tijdschrift The Theosophist en in lezingen op voor oosterse filosofieën. Wijlen S. Radhakrishnan, geleerde, auteur en destijds president van India, merkte op dat ‘de Theosofische Beweging een grote dienst verleende door deze waarden en gedachten weer in ere te herstellen. De invloed van de Theosofische Beweging op de Indiase maatschappij in het algemeen is van onschatbare betekenis’ (Op.cit. blz. 192). Interessant te weten is dat het twee Engelse theosofen in Londen waren die Mahatma Gandhi aanmoedigden de Bhagavad Gita te lezen, die de basis ging vormen van zijn eigen filosofie.
Olcott werkte met grote ijver aan de herleving van het boeddhisme in Ceylon, Zuidoost-Azië en Japan. Een van de vooraanstaande boeddhistische missionarissen in deze eeuw, Anagarika Dharmapala, was een leerling van HPB en werd in zijn jonge jaren sterk beïnvloed door theosofische geschriften. Toen hij besloot zijn leven te wijden aan de studie van het occultisme, zei ze hem ‘‘Het is veel verstandiger uw leven in dienst te stellen van de mensheid . . . En leer in de eerste plaats Pali, de heilige taal van de Boeddha’’. In die tijd waren de Pali geschriften weinig bekend.’ (Op.cit. blz. 214). Christmas Humphreys, een theosoof en president-stichter van de Buddhist Society in Londen deed later veel om de westerse belangstelling voor het boeddhisme in deze eeuw te bevorderen.
Theosofische geschriften maakten hindoese en boeddhistische ideeën toegankelijk voor het grote publiek en de invloed van Aziatische ideeën op het Westen neemt elk jaar toe. HPB vestigde ook de aandacht op gnostische geschriften, de kabbala en esoterische christelijke tradities. De invloed van de theosofie op het Westen op vele gebieden is groot en Cranston behandelt er verscheidene – literatuur, kunst, muziek, psychologie, vergelijkende godsdienststudie, het new age denken, enz. Maar de wetenschap is het meest dominerende moderne gebied dat de kijk op de werkelijkheid in andere disciplines bepaalt. De Geheime Leer, die in 1888 verscheen, bevatte veel gedachten die ingingen tegen de wetenschappelijke orthodoxie van die tijd, zoals de deelbaarheid van het atoom en de omzetbaarheid van stof en kracht. De aanvaarding van deze opvattingen in de 25 jaar die volgden betekende het einde van het materialisme in de fysica. Terwijl de natuurkunde zich heeft getransformeerd, beginnen de mens-wetenschappen nog maar net afstand te nemen van het materialisme. Volgens HPB vormt het bestaan van een stof die etherischer is dan de materie en de energie die wij met onze stoffelijke zintuigen kunnen waarnemen, de basis van de strijd tussen het occultisme en de materialistische wetenschap. Deze ‘akasische’ of ‘astrale’ substantie binnen elk atoom en elke cel is ‘de sleutel die eens de poorten moet openen van de terra incognita van de bioloog, die nu het duistere mysterie van de embryologie wordt genoemd’ (De geheime leer, 1:247), evenals van de antropologie, het ontstaan van de soorten en andere fundamentele kwesties. De recente theorieën van de bioloog Rupert Sheldrake over vormende oorzakelijkheid – die uitgaan van niet-materiële ‘morfische’ velden die ten grondslag liggen en vormgeven aan het stoffelijke en bewuste bestaan – komen in veel opzichten sterk overeen met akasische substantie en betekenen een belangrijke stap in deze richting.
Theodore Roszak legt de vinger op het kritieke terrein van de komende verandering in de mens- en sociale wetenschappen en zegt: HPB’s twee hoofdwerken bevatten
de eerste filosofie van de psychische en geestelijke evolutie die in het moderne westen verscheen. Anders dan de christelijke fundamentalisten was haar streven er niet op gericht het werk van Darwin te verwerpen, maar om duidelijk te maken dat het, door het louter stoffelijke centraal te stellen, het mentale, creatieve en visionaire leven van het mensenras volkomen had verwaarloosd; kortom, het ging voorbij aan bewustzijn, waarvan de ontwikkeling een heel ander evolutionair pad volgde. Darwin ging eenvoudig niet ver genoeg; zijn theorie was niet ruim genoeg om de complete menselijke natuur te omvatten.2
Nog steeds wordt door de meeste wetenschappers niet voldoende aandacht geschonken aan het bewustzijn. Niettemin zijn er steeds meer biologen, psychologen en andere onderzoekers die zich aansluiten bij de fysici die een begin hebben gemaakt met het onderzoek van het bewustzijn, niet alleen dat van het individu, maar ook dat van het menselijk ras en zelfs van de aarde en het heelal.
Zonder twijfel zijn de geschriften van HPB actueler dan ooit. Dat ze een fascinerende en controversiële figuur is bewijzen de achttien uitgebreide biografieën die al eerder in het Engels verschenen. Dit nieuwste verslag is een noodzakelijke toevoeging, die oud en nieuw materiaal samenbrengt in een gemakkelijk leesbaar geheel en veel wijdverbreide misvattingen rechtzet. Het boek is een eerbetoon aan HPB en haar werk. Lezers die een meeslepend en toch gedetailleerd panorama van HPB’s leven verlangen, met daarbij een overzicht van de blijvende betekenis van haar werk voor de mens van nu, zullen rijkelijk worden beloond door deze belangwekkende studie.
Noten
- Dit verslag en zijn conclusies zijn sindsdien als ongegrond verworpen door Vernon Harrison in ‘J’Accuse: An examination of the Hodgson Report of 1885’, met als voorwoord een redactioneel amende honorable, in het Journal of the Society for Psychical Research, Londen, april 1986.
- Unfinished Animal, blz. 118, aangehaald blz. xxii.