Theosophical University Press Agency

Schatten van de geest

Andrew Rooke

Door naar de bron te gaan vinden wij het helderste water, waarom zouden wij dan drinken van het modderige water, honderden kilometers van de oorsprong verwijderd? – G. de Purucker

De afgelopen jaren hebben in de westerse landen een toenemende belangstelling te zien gegeven voor de spectaculaire vermogens die veel mensen in verband brengen met de veelal verkeerd begrepen term ‘occult’. Elke dag lezen we over wonderlijke nieuwe sekten die het ontwikkelen van paranormale vermogens en afwijkende bewustzijnstoestanden aanmoedigen. De populaire amusementsindustrie was er snel bij om zich bij deze tendens aan te sluiten met een overvloed van films gebaseerd op sensationele verhalen van zwarte-magie-praktijken. Dergelijke films geven een verdraaid beeld van het ‘occulte’ en hebben stellig velen aangemoedigd tot ontijdige pogingen paranormale vermogens op te wekken onder invloed van het tot de verbeelding sprekende emotionele effect van de visuele beelden.

Zelfs de gevestigde wetenschap, die jarenlang de mogelijkheid van paranormale verschijnselen heeft ontkend, is zich sinds kort, en wel wat laat, gaan interesseren voor psi (waarbij de Griekse letter psi gebruikt wordt om het onbekende aan te duiden zowel in de theoretische natuurkunde als in de parapsychologie). In de afgelopen 10 jaar hebben verscheidene natuurkundigen bij hun onderzoek merkwaardige overeenkomsten ontdekt met mystieke beschouwingen uit de oudheid over de werkelijkheid. Deze overeenkomsten werden verkend in twee invloedrijke boeken: Tao van fysica door Fritjof Capra en De dansende woe-li meesters door Gary Zukav. Capra vergeleek de bezielde, een eenheid vormende en spirituele visie op de werkelijkheid in de oosterse filosofie met recente ontdekkingen in de natuurkunde. Zukav ontleende de titel van zijn boek aan de Chinese uitdrukking voor natuurkunde wu li, die hij vertaalde als ‘modellen van organische energie’. Hij beschrijft verscheidene actuele stellingen, die een uitdaging betekenen voor onze langgekoesterde wetenschappelijke opvattingen over de aard van de werkelijkheid.

In honderden experimenten op het gebied van de ontluikende parapsychologie is aangetoond dat er een eenheid aan ten grondslag ligt die onze stoffelijke waarneming te boven gaat. Zo is bijvoorbeeld aangetoond dat de menselijke wil op de een of andere onverklaarbare manier op een afstand inwerkt op de stof, invloed uitoefent op deeltjes in een nevelkamer, op de snelheid van radioactief verval, en dat hij enzymen verandert. De empirische westerse methodologie heeft een breed terrein van voordien onvermoede, ingeboren krachten in de samenstelling van de mens ontdekt, die de gehele begripsinhoud van aanvaarde wetenschappelijke verklaringen tarten.

Dit groeiende besef van andere werkelijkheden en de mogelijkheden van tot nu toe onbekende krachten in de cultureel overheersende Westerse wereld, was een belangrijk element in het denken van de stichters van de Theosophical Society honderd jaar geleden. In een poging de filosofische grondslagen van het zuivere occultisme opnieuw te formuleren, werkte H.P. Blavatsky – een van de sleutelfiguren van de hedendaagse theosofie – in het begin in Amerika onder groepen spiritisten (d.w.z. zij die probeerden contact te krijgen met wat zij beschouwden als de geesten van overledenen), hoewel hun belangstelling voornamelijk uitging naar verschijnselen. Ze was van mening dat in de verstikkende materialistische atmosfeer van die tijd, zij het meest open zouden staan voor theosofische ideeën. De zaden van haar filosofie vielen echter op onvruchtbare bodem en ten slotte staakte zij haar streven in die richting. Om haar taak te kunnen volbrengen, stichtte zij in 1875 de Theosophical Society.

In haar werk in de wereld heeft de Society vanaf het begin de nadruk gelegd op de gevaren van het liefhebberen in psychisme en op het betrekkelijk onbeduidend belang van het verwerven van paranormale vermogens, vergeleken met de diepere altruïstische boodschap. Zoals filosofen al eeuwenlang in het verleden hebben gedaan, brengt de hedendaagse theosofie de onderzoeker ertoe te trachten te leven volgens de morele, ethische en spirituele idealen en leringen van de esoterische traditie zoals die samengevat zijn in de uitdrukking universele broederschap, in plaats van zijn energieën te verspillen aan de tijdelijke bekoring van paranormale verschijnselen. William Quan Judge, een van de medestichters van de Society, zei het in het kort als volgt: ‘Vooruitgang wordt niet gemaakt door te trachten paranormale vermogens aan te kweken, wat op zijn best slechts zwak gerealiseerd kan worden, noch door zich te onderwerpen aan de macht van een ander, maar door opvoeding en versterking van de ziel.’

Laten we eens even stilstaan bij enkele gevaren die kleven aan het ongebreideld beoefenen van het psychisme op minstens twee terreinen die in de afgelopen jaren al verscheidene religieuze of quasi-mystieke bewegingen in westerse landen hebben voortgebracht. In de eerste plaats heeft de huidige populariteit van psycho-fysieke ontwikkelingstechnieken, gepresenteerd door verscheidene hathayoga-scholen, blijkbaar tot doel om door middel van houdingen en adembeheersing de in de mens schuilende geheime krachten te voorschijn te roepen. Er bestaat een reële kans dergelijke krachten op te wekken door het kunstmatig stimuleren van de prana’s, ofwel de elektromagnetische energiestromen die in en om het lichaam en door zijn verscheidene chakra’s vloeien.

In India wordt door hen die in de meer verheven takken van gesublimeerd filosofisch denken en streven zijn getraind erkend, dat zulke technieken, onder leiding van een ware leraar, met zuivere en onbaatzuchtige motieven van de kant van de student, soms op hun plaats kunnen zijn om de ontwikkeling van de discipel te bevorderen. Maar zonder een dergelijk leraar is elk ingrijpen in het natuurlijk evenwicht van de energiestroom van het lichaam vol gevaar. Zoals verstoppingen in de bloedcirculatie ernstige schade kunnen veroorzaken in vitale organen, zo kan elke ongepaste verstoring van het evenwicht van de prana’s of vitale stromingen resulteren in lichamelijke ziekte en eventueel verstoring van het spiritueel evenwicht.

In de tweede plaats dit: hoewel het mediumschap in het algemeen beschouwd wordt als een gave, wordt in vele culturen het beoefenen ervan veroordeeld als een lichte vorm van hekserij. Desondanks geloven velen, vanaf keurige seances in westerse landen tot de stamriten in de rimboe van donker Afrika, dat zij of zichzelf of de overledenen helpen door steeds te proberen met de doden in contact te komen. Het is veelbetekenend dat de esoterische traditie vanaf de oudste tijden geleerd heeft dat communicatie met het eeuwige zelf van de overledenen zogoed als onmogelijk is, omdat bij de lichamelijke dood de geest bijna ogenblikkelijk opstijgt naar sferen van bewustzijn, ver buiten het bereik van hen die in onze wereld leven. Maar hoe zit het dan met de velen die tot hun geliefden in de andere gebieden schijnen te spreken? Kort na de dood kan een bepaald soort communicatie tot stand worden gebracht via mediums die het vermogen hebben de meer aardse aspecten van de innerlijke constitutie van de doden aan te trekken, die nog niet in de meer etherische gebieden zijn uiteengevallen, maar dat wel zullen doen op dezelfde manier als het stoffelijk lichaam uiteenvalt in het graf. Deze nog weinig ontwikkelde aspecten van de overledenen die naar seances worden teruggehaald, zijn met verschillende namen aangeduid, zoals ‘schaduwen’, ‘schillen’, of ‘kamarupa’s’ (Sanskriet voor ‘begeertelichamen’). Communicatie met deze astrale overblijfselen van de gewezen entiteit is schadelijk, zowel voor de gestorvene die zich probeert vrij te maken als voor de levende – voornamelijk omdat dit het natuurlijke proces onderbreekt van het zich losmaken uit de aardse levenssfeer en ook omdat dergelijke activiteiten de betrokkenen binnen de invloedssfeer brengen van de lagere niveaus van het astrale gebied.

De schelle stem van talloze moderne ‘goeroes’ spoort ons aan tot psychische ontplooiing door opgelegde en gekunstelde middelen; vreemd genoeg stellen zij het pad van innerlijke zelfbeheersing, dat het enige is dat het gebruik van zulke krachten op het gepaste moment kan waarborgen, op de tweede plaats. Het egoïstisch nastreven van paranormale vermogens is in wezen zelfverlagend. Dit is de reden dat de meeste religieuze leraren hebben benadrukt, dat de voornaamste opgave van de mensheid is spirituele kracht op te bouwen, in plaats van de aandacht te richten op het ontwikkelen van astrale vermogens. Zo wordt van Jezus gezegd dat hij zijn volgelingen de opdracht gaf eerst de schatten van de geest van het koninkrijk der hemelen te zoeken, en dan zal al het andere vanzelf volgen. Hieruit begrijp ik dat deze grote boodschapper bedoelde dat alle stoffelijke en psychische weldaden, die voor velen samenhangen met een gevorderd stadium van bewustzijn, op natuurlijke en veilige wijze tevoorschijn zullen komen naarmate wij spirituele vorderingen maken in eeuwen van ervaring. In de Bhagavad Gita, een van de heiligste van India’s oude religieuze teksten, wordt ons dit beginsel bijgebracht door het centraal staande thema van niet-gehechtheid aan de vruchten van onze inspanningen.

Wat zijn deze ‘schatten van de geest’ dan wel, waarvan altijd werd gezegd dat de mensheid die moest ontwikkelen? Het zijn de spirituele en intellectuele vermogens die in de gehele wereld worden beschouwd als kenmerkend voor een verlicht en godvruchtig mens: intuïtie, onderscheidingsvermogen, een sterke door mededogen geleide wil, en begrip voor de moeilijkheden van anderen. Deze grootste van alle schatten die in elk mens verborgen liggen, zijn op duizend verschillende manieren in de doelstellingen van de religieuze tradities van alle volkeren terug te vinden. Het ontwikkelen van die eigenschappen, in plaats van zich te verliezen in de uiterlijke aspecten van de geheimen van de natuur, is altijd de weg geweest van ware zelfkennis en vooruitgang in dienst van anderen.

Artikelen van Andrew Rooke


Uit het tijdschrift Sunrise mei/jun 1982

© 2018 Theosophical University Press Agency