Tijd, duur, en het eeuwige nu
Wat we vooral moeten bedenken als het over tijd gaat is dit: tijd bestaat wel, maar niet in absolute zin. Wat in absolute zin is, is de duur. Wat is het verschil tussen tijd en duur? Zoals alle gemanifesteerde dingen is tijd betrekkelijk en deelbaar. Tijd heeft verleden en heden en toekomst, en elk van die drie verschilt van de twee andere. Duur is niet deelbaar. Die heeft geen verleden, geen toekomst en daarom niet een daarvan te onderscheiden heden. Maar er is wat wij in ons zwak woordgebruik met een eeuwig Nu aanduiden. Wat is het moeilijk dit te beschrijven, terwijl het denkbeeld toch eenvoudig te vatten is.
Neem als voorbeeld de Romeinen, die in hun tijd leefden, leden, vreugde kenden, stierven en, zoals Shakespeare zei, in hun tijd als een pauw heen en weer stapten over het levenstoneel. Maar ze zijn er nu niet meer. Dat is afgelopen. Toch zijn die Romeinen in de duur nu even levend als ze toen waren, want alles bestaat in een eeuwig Nu. Zo is het ook met ons in deze tijd; wij kijken naar de toekomst als iets dat nog moet komen. In ons bewustzijn geeft tijd de indruk van afstand; dat komt omdat ons denkvermogen relatief is. Maar in de duur is die toekomst er nu al.
Als bijvoorbeeld mijn gedachten, mijn denken, mijn bewustzijn nu op dit moment zouden functioneren in de duur, zou ik geen mensen zien zoals de Romeinen uit het verleden, die dood en voor altijd weg zijn, geen mensen als wijzelf die nu hier zijn, en niet iets onbekends dat in de toekomst zal verschijnen. Als ik in de duur functioneerde, zouden alle wezens en dingen nu in mijn bewustzijn bij mij aanwezig zijn: wat we het verleden noemen, wat we de toekomst noemen en wat we het heden noemen zouden nu bij mij aanwezig zijn en niet alleen die dingen, maar het volledige Nu van de oneindige ruimte en de eindeloze en grenzeloze duur.
Tijd bestaat zeer nadrukkelijk, hij is een illusie, een maya, wat alleen wil zeggen dat het voor ons heel moeilijk is tijd te begrijpen en dat we hem niet precies waarnemen zoals hij begrepen zou moeten worden; maar dat is niet de schuld van de tijd, dat is onze schuld. Ons begripsvermogen is te zwak om tijd te begrijpen zoals die is, zoals die bestaat. Daarom noemen we hem voor ons een maya, een ‘illusie’. Maar illusie betekent niet iets dat niet bestaat. Als het niet bestond, zou het vanzelfsprekend geen illusie zijn. Het duidt op iets dat ons verstand op een dwaalspoor brengt, voor ons een illusie of een zinsbegoocheling is.
Newton, zoals men nu probeert aan te tonen, was van mening dat tijd een absolute entiteit was, zoals ruimte en materie; en dat tijd als een absolute entiteit daadwerkelijk in beweging was, stroomde was het woord ervoor, stroomde uit het verleden naar het heden en naar de toekomst. De wetenschappelijke filosofen hebben dat denkbeeld nu verworpen. Zij zeggen dat er niets op tegen is het verleden, het heden en de toekomst te zien als een gemakkelijke manier om onze dagelijkse taken te verrichten en het leven om ons heen te begrijpen; maar dat tijd iets onwerkelijks is. Tijd is niet een absolute entiteit. Als u dan vraagt wat dat absolute wel is zullen ze zeggen: dat is het tijd-ruimte continuüm, en daar zit veel waarheid in, want men heeft tenslotte ruimte en wat we tijd noemen tot één samengevoegd en deze beide zijn wat we duur noemen. Want duur is ruimte, en al haar manifestaties zijn tijd, in de tijd, van de tijd.
Om te laten zien hoezeer tijd voor ons verstand een illusie is, zijn heel wat voorbeelden voorhanden. Als men gelukkig is gaat tijd vlug voorbij. Voor een kind vliegt tijd of hij gaat vreselijk langzaam, wat afhangt van de stemming van het kind. Als men ouder wordt gaat tijd gewoon voorbij, of schiet niet op, afhankelijk van de gemoedstoestand. Wat is tijd dan eigenlijk? Het is de werking van het bewustzijn, in dit geval van ons menselijk bewustzijn, en ons menselijk bewustzijn is een eigenschap van wat we het tijd-ruimte continuüm van kosmische oneindigheid noemen.
Ik vraag me nu af of u veel wijzer bent geworden na deze hele filosofische uiteenzetting! Maar dit kan ik u zeggen. Er is een manier om zich bewust te worden van duur per se, als het bewustzijn uit tijd schijnt te zijn weggenomen. Het is iets wat men niet kan beschrijven. U moet het tijdelijk ervaren om het te begrijpen. Toch vraag ik me af hoevelen van u die ervaring niet hebben gehad, op het moment tussen dromen en wakker zijn, of vlak voor u in slaap valt, of misschien tijdens een flauwte, of er vlak voor of erna, als alle kenmerken van tijd plotseling zijn verdwenen en u zich alleen bewust bent van een volslagen onmetelijkheid, een volkomen werkelijkheid en tijdeloosheid, en alles weg is dat door het verstand kan worden begrepen. Maar wel heel begrijpelijk is voor de intuïtie; en wanneer dit tot de ‘n’de graad wordt gebracht, dat is tot het zuivere onvermengde bewustzijn van de innerlijke geest, waar zich alle wijsheid, kennis en visie bevinden, ontstaat wat de hindoeyogi’s bedoelen als ze spreken over sambuddhi-samadhi of soms alleen samadhi. Als het bewustzijn in die toestand is geconcentreerd noemen de boeddhisten het nirvana – nirvana betekent ‘uitgeblazen’. Weet u waarom? Om wat ik zojuist heb beschreven. Alle lagere kenmerken van het persoonlijke ego zijn in een latente toestand verzonken, zijn verdwenen of overwonnen. Uw bewustzijn is tijdelijk één in omvang met het heelal. Er is daarin geen besef van de bewegingen en veranderingen van dingen in combinatie met de psychologische wisselwerking van eigenschappen die samen de verdeling of het gevoel van tijd teweegbrengen; de opeenvolging van gebeurtenissen is uit het beeld verdwenen, want het bewustzijn is boven die gebeurtenissen van de gemanifesteerde wereld uitgestegen, en men bevindt zich nu in tijdeloze duur.
Slechts als een voorbeeld van hoe illusoir tijd is – en vergeet alstublieft niet dat zo’n illusie niet wil zeggen dat ze niet bestaat, want als ze niet bestond zou het geen onderwerp van gesprek zijn – zou ik diegenen van u die dromen hebben gehad, levendige of vage dromen, eraan willen herinneren hoe merkwaardig tijd en de verschijnselen ervan in die dromen schijnen te veranderen. Het is een bekend feit in de psychologie dat in dromen, of zelfs onder invloed van sommige drugs, de gebeurtenissen van een heel leven tot enkele ogenblikken schijnen te worden gecomprimeerd; of omgekeerd kan wat in het gevoelsleven, als men wakker is, maar enkele ogenblikken zou vergen, in die sub- of bovennormale toestanden zo worden gerekt dat ze jaren in beslag lijken te nemen. Het is hetzelfde bewustzijn dat die bijzondere droombeelden ervaart en in elk van die toestanden of in de normale jagrat of waaktoestand schijnt ‘tijd’ voor dat bewustzijn even ‘werkelijk’ als elke andere ervaring met of in de tijd.
Deze feiten doen iemand die nadenkt vrijwel onmiddellijk zien dat het in werkelijkheid het bewustzijn is dat tijd maakt, dat tijd weeft uit het materiaal van tijdeloze duur die in de ware zin identiek is met de essentie van het bewustzijn zelf. Veel mensen die bijna verdronken maar weer werden bijgebracht, hebben ervaren dat alle gebeurtenissen uit hun leven snel aan hun bewustzijn voorbijtrokken als in een panoramisch visioen; de hele reeks gebeurtenissen die oorspronkelijk jaren in beslag nam, flitst nu in enkele ogenblikken van de klok voor het geestesoog voorbij en toch is het voor het bewustzijn dat ze waarneemt niets ongerijmds.
Vergeleken met duur is tijd dus zoiets als omvang ten opzichte van ruimte. Tijd is een verschijningsvorm van duur, precies zoals omvang een verschijningsvorm is van ruimte en in beide gevallen zijn duur en ruimte werkelijkheden of noumena, en tijd en omvang zijn de verschijningsvormen of illusies – beide maya.
Bedenk ook dat er collectieve maya’s bestaan, zoals wij mensen die gewoonlijk ervaren: alle mensen op aarde hebben hetzelfde tijdbewustzijn van dag of nacht, of een groep mensen heeft hetzelfde bewustzijn van een uur dat in een schouwburg wordt doorgebracht, of tijdens een picknick, of in een trein of een week op zee.