Het loon van zelfvergetelheid
Theosofie geeft ons niet alleen de ontwijfelbare en schone waarheid dat we in diepste wezen goddelijk zijn; het wonder dat zij voor ons verricht is van nog veel verhevener aard. Onze menselijke aard, die zwak en vaak slecht is zet ze om in iets goddelijks. Ze leert ons onszelf te vergeten voor anderen – voor de wereld. Ze zuivert zo onze aard, ons hart en ons denken van het persoonlijke en beperkte, zodat we in de loop van de tijd zelfs ertoe komen onszelf te vergeten en in het universele te leven.
Voor mij is dit de verloren grondtoon van de moderne beschaving, waarin alles draait om het egoïsme dat in ons heeft postgevat. Als we in het gedachteleven van de wereld, van onze medemensen, ideeën, regels voor het denken en het daaruit voortvloeiende gedrag zouden kunnen inprenten, leringen van een religieuze, filosofische en wetenschappelijke aard en betekenis, die de mensen leren en in staat stellen zichzelf te vergeten en voor anderen te leven, dan hebben we denk ik meer gedaan dan hen inlichten over de ongetwijfeld verheven waarheid van hun eenheid met het goddelijke – wat toch een van mijn favoriete gedachten en leringen is! Want zelfs die kan worden omgeven door een sfeer van egoïsme, van geestelijke zelfzucht.
Ik geloof oprecht dat als onze treurige en lijdende wereld, die nu balanceert op de rand van een ramp – deze wereld gezien als afzonderlijke mannen en vrouwen – die ene eenvoudige les van zelfvergetelheid kon leren en de schoonheid, de enorme voldoening van hoofd en hart kon ervaren die het gevolg zijn van zelfvergetelheid, van het leven voor anderen, voor de wereld; ik geloof eerlijk met mijn hele hart dat dan negenennegentig procent van de problemen van de mensheid zou zijn opgelost. De politiek zou voor de mensheid dan een middel zijn om iets te bereiken en niet een werktuig in dienst van zelfzucht en vaak vernietiging. Filantropisch werk zou als het edelste ter wereld worden beschouwd omdat het zou worden geleid door de wijsheid van een ontwakend hart. Want de ogen van een mens kunnen niet helder zien als ze gericht blijven op het persoonlijke zelf; ze zullen pas helder zien als de blik universeel wordt, want dan komt alles binnen het gebied, binnen het bereik dat hij overziet.
Heb ik dan geen gelijk als ik geloof dat, hoe mooi de leringen ook zijn die we individueel in de theosofie kunnen bestuderen, en hoeveel nut we individueel van die leringen ook zullen hebben, er toch nog iets hogers is dat ze ons leert: dat we het hoogste, het meest verhevene zullen bereiken wanneer we onszelf vergeten? En kunnen we diezelfde verheven waarheid niet vinden in de kern, het wezen of de essentie van elke grote religie uit het verleden, als we die tenminste ontdoen van de dogmatische aanwassen die uit het brein van kleinere mensen zijn voortgekomen?
Bedenk dat ware theosofie zowel een zaak is van het hartenleven, het hartenlicht, als van een diepgaand intellectueel begrip; maar veel mensen zijn zich daarvan niet bewust en zien theosofie als een soort intellectuele filosofie, die echter slechts een deel ervan vormt.
Kunnen we het altruïstische leven dat de theosofie leert en dat als het mooiste wordt gezien omdat het universeel en alomvattend is, naar behoren leiden als we de direct voor ons liggende plichten veronachtzamen? Anders gezegd, als iemand zo vurig verlangt te helpen dat hij de wereld intrekt en verplichtingen die hij eerder op zich had genomen veronachtzaamt, doet hij dan wat hij moet doen? Leidt hij dan een onbaatzuchtig leven, of volgt hij heimelijk een zelfzuchtig verlangen naar persoonlijke vooruitgang? Handelt hij zelfs wel logisch? Altruïsme wil zeggen dat we nooit een plicht verzaken; doet men dat wel dan zal men bij nader inzien ontdekken dat men een begeerte najaagt, een zelfzuchtige gedachte. Door elke plicht ten volle en tot het einde toe te volbrengen, verwerft men vrede en wijsheid en leidt men het leven dat het meest onbaatzuchtig is.