Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoud pagina vooruit

Het wereldprobleem en de oplossing ervan

Waaraan lijdt de wereld van vandaag? Dat is het hopeloze verlangen van mensen anderen hun zienswijzen te doen aanvaarden. Dat was en is het probleem in het Westen sinds de ondergang van het heidendom. Dat strekte de christelijke kerk tot schande – en ik zeg dit met alle respect voor de vele edele figuren die voor die kerk hebben geleefd en door hun leven glans eraan hebben verleend. Sinds de ondergang van Rome hebben mensen in alle Europese landen en in de twee Amerikaanse continenten de grove fout gemaakt zich wanhopig in te spannen anderen te dwingen te denken zoals zij – in geloofszaken, in de politiek, in de maatschappij, overal.

Daardoor werden er brandstapels voor martelaren ontstoken; gingen moordende en plunderende benden eropuit om andere mensen te doden. Daardoor werden verdragen gesloten en ondertekend en aan volkeren opgedrongen. Dat is ook nu ons probleem. Men ziet het overal. Men ziet het zelfs in landen waar vrede heerst. Men ziet het in onze maatschappelijke betrekkingen. Westerse mannen en vrouwen schijnen niet gelukkig te zijn als ze niet met meer of minder succes proberen anderen hun wil op te leggen, hun denkwijze, hun ideeën over wat goed is: de manier waarop de wereld moet worden bestuurd, op welke wijze iets moet worden gedaan en vooral de manier waarop andere mensen moeten geloven en voelen. Als we beseffen hoeveel waarde we hechten aan het heiligdom van ons eigen hart, aan de vrijheid van ons eigen leven en aan het recht om vrij te denken, dan kunnen we ook begrijpen hoe tragisch de gevolgen altijd zijn.

Maar diezelfde slechte karaktertrek heb ik zelfs in het denken van theosofen waargenomen, die blijkbaar de mening zijn toegedaan dat andere theosofen allen op de verkeerde weg zijn omdat zij hun mening niet delen – dit is op theosofisch terrein slechts een herhaling van hetzelfde oude en verkeerde verlangen om anderen te laten denken zoals wijzelf.

Maar wat men ook probeert, men kan daarin nooit helemaal slagen. Men kan mensen doden, men kan hun lichaam in boeien slaan, men kan hun denken en hun hart bezoedelen en verstoren. Maar men kan de menselijke ziel niet ketenen. Die zal zich bevrijden. En dan herhaalt zich dezelfde oude tragedie. Het is droevig; en het aandoenlijke ervan zit niet zozeer in het grote menselijke leed dat wordt veroorzaakt, maar in het enorme verlies dat de mensheid lijdt doordat de schatten van hart en hoofd in anderen worden onderdrukt en geblokkeerd. Denk eens na! Wat is er mooier voor een mens dan de ziel van een vriend of medemens te bestuderen, naar buiten te brengen wat daar aanwezig is, dit te zien groeien en te zien dat de schatten van het denken tot ontwikkeling zijn gebracht? Dat is opbouwend. Het andere is destructief. Het één doet de schatten van denken en voelen van de mens toenemen; het maakt dat de mensen elkaar vriendelijk, vredelievend en mild bejegenen. Het andere roept haat op en argwaan en een hevige wrok en de drang het juk van een opgedrongen geloof van ideeën of vormen af te werpen.

Weet u waarom dit allemaal gebeurt? Eenvoudig omdat de meeste mensen niet bezield zijn. Ik bedoel niet dat ze geen ziel hebben; maar hun ziel is niet actief, werkt niet, is niet productief. Ze zijn in slaap. Op die manier leven mannen en vrouwen grotendeels als menselijke dieren; eigenlijk nog erger, want dieren worden min of meer door een instinct geleid dat een zekere mate van respect voor andere dieren inhoudt. Maar mensen hebben een ordenend en sluw brein en als een ordenend en sluw brein begiftigd is met rede, ontstaat er tirannie van religieuze, maatschappelijke, politieke of welke aard ook. Ik herhaal, tirannie, de poging van een minderheid of een meerderheid, van de één tegenover velen, of van velen tegenover één, om ideeën en gedachten en gedragslijnen op te leggen aan anderen die zich daaraan moeten onderwerpen – en dat noemen we de ‘vrijheid van het Westen’!

Vrijheid! Een van de meest gezegende geschenken van de hemel en een dat we het schandelijkst hebben misbruikt: want we gingen ervan uit dat het verwerven van vrijheid betekent anderen ons geloof te doen aanvaarden, anderen te verplichten onze instellingen en onze manier van doen over te nemen. En wat is het gevolg: dat de bloei van miljoenen mensenzielen in de kiem wordt gesmoord; mensenzielen die anders een rijke oogst hadden gegeven en een voortreffelijke bijdrage hadden geleverd aan de verrijking van de gemeenschappelijke schatkamer van de mensheid.

Ben ik met deze ideeën revolutionair? Nooit. Want dat zou erop neerkomen dat ik de morele misdaden waarover ik spreek zelf probeer te herhalen en anderen mijn inzichten tracht op te dringen. Evolutionair dan? Ja! Door een beroep te doen op hoofd en hart van de mensen, zodat ze zich altijd ervan bewust zijn dat ze, als ze anderen bestrijden, nooit echt gelukkig kunnen zijn, nooit het beste in zichzelf naar buiten kunnen brengen of het hun medemensen mogelijk kunnen maken het beste in zichzelf voort te brengen. Dat heeft nooit succes gehad en zal het nooit hebben. Dat gaat in tegen de wetten van de menselijke natuur. Het druist in tegen alle wetten van de psychologie, de hogere zowel als de lagere. Het is de plicht van de mens de wetten van zijn land te gehoorzamen. Om welk land het ook gaat en welke wetten daar ook heersen, zolang hij daar woont moet hij die wetten gehoorzamen. Maar laat hij in zijn eigen leven een voorbeeld zijn van een bezielde mens en, wanneer hij als martelaar sterft voor een rechtvaardige zaak, dan zal de wereld van zijn voorbeeld horen en zal het, zoals de oude christenen zeiden, ‘het zaad van de kerk’ zijn; want het is een merkwaardig feit in het menselijke psychologische denken dat, ook al sterft iemand voor een onbeduidende zaak, het toch een kiem van propaganda is.

Zoals de meesters van wijsheid hebben gezegd, bestaat de grootste wijsheid in het leven van de mens hieruit dat men sympathie voelt voor anderen en zijn eigen leven maakt tot een voorbeeld van wat men verkondigt: rechtvaardigheid, broederlijke liefde, sympathie, medelijden, mededogen, hulpvaardigheid, het zich onthouden van elke onrechtvaardige daad tegenover anderen. Een voorbeeld dat men geeft zal door anderen worden nagevolgd omdat het opvalt als een lichtbaken in een donkere nacht.

Dat is het ideaal; en dat zal ik altijd als ideaal voor ogen houden. Want ik heb ontdekt en deed dat zelfs al in mijn jongensjaren, dat het naar buiten brengen van wat de ander in zich heeft, wat hij wil laten zien, wat hij tot uitdrukking wil brengen, het interessantste aspect is van de omgang met anderen, van menselijke relaties, het geven en nemen in het dagelijks leven. Dat is boeiend; en de snelste manier om dat de kop in te drukken, om de groei ervan af te remmen, is anderen uw ideeën op te dringen. Want dan doodt men iets van grote schoonheid; men vernietigt het edelste in het menselijk leven in plaats van het door sympathie te helpen tot bloei te komen. Het is een misdaad dat te doen. Als men daarentegen erin slaagt naar buiten te brengen wat in de ziel van een mens aanwezig is, verrijkt men zichzelf en de ander. Dat is het wezen van echt leiderschap. Het betekent dat men leiding geeft aan het hart van de mens; het beste in anderen naar buiten brengt, zodat zijzelf van de schoonheid gaan houden die op die manier naar buiten wordt gebracht, en van geestdrift vervuld raken. Aan anderen denkbeelden opdringen is tirannie.

Wij leven onder de heerschappij van geweld; overal komt gewelddadige onderdrukking voor. U weet wat kracht betekent in de mechanica; wanneer de aspiraties van de menselijke ziel worden vermorzeld en wat eens naar buiten moest komen wordt onderdrukt, zal dat tot uitbarstingen leiden. Verbaast het u dan dat de meest verheven mensen die ooit hebben geleefd ons hebben geleerd dat liefde en rechtvaardigheid de weg vormen naar vrede, geluk, groei, voorspoed, rijkdom en alle goede dingen van het leven? Liefde en sympathie voelen voor mensenzielen; anderen niet aandoen wat u niet aangedaan wilt worden – deze passieve vorm is de meest wijze. Doen voor anderen wat u van hen verwacht – ‘mensenzielen redden’ – is een houding die door onwetendheid en fanatisme tot misbruik kan leiden.

Behandel anderen – om het in actieve vorm te gieten – behandel anderen zoals u wilt dat anderen u behandelen; en na enige tijd zult u zien hoe hun en uw idealen ontluiken. Een mens die zo handelt is bezield; iemand in wie de eigenschappen van de ziel de overhand hebben; die liefheeft omdat liefde iets schoons is; iemand die door het leven van zijn medemensen te verrijken zijn eigen leven verrijkt; iemand die anderen grootmoedig behandelt en hun de eerste kans biedt. Dit is niet alleen ridderlijk, maar het doet de eigen krachten en vermogens toenemen, want om dit doorlopend te doen is wilskracht nodig.

Het is een proces waardoor men zichzelf steeds meer bezielt. De Groten in de wereld zijn in deze zin de meest bezielden. Hun hart is het meest van liefde vervuld; hun denken is het helderst, het scherpst, het sterkst en het moedigst; hun gevoel voor ethiek is heel subtiel, werkt ogenblikkelijk en resoluut. Zij weigeren hun wil aan anderen op te leggen en hebben in plaats daarvan de schoonheid in de ziel van anderen naar buiten gebracht.


Wind van de geest, blz. 91-5

© 2022 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag