Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

‘Precipitatie’1

[‘Precipitation’, The Theosophist, december-januari 1883-1884, blz. 64; CW 6:118-21]

1. Noot vert.: Het meest uitgebreide artikel over dit onderwerp is geschreven door W.Q. Judge, getiteld ‘Occult Arts’, The Path, oktober 1893, blz. 193-8; november 1893, blz. 233-7. Zie W.Q. Judge, Theosofische inzichten, TUPA, Den Haag, 2012, blz. 307-17.

Van alle verschijnselen die binnen onze Society op een occulte manier zijn voortgebracht, is er niet één waarvan zoveel mensen getuige zijn geweest en dat zo goed bekend is en dat zo grondig in recente theosofische publicaties is toegelicht als de mysterieuze productie van brieven. Het verschijnsel zelf is zo goed beschreven in The Occult World en elders, dat het nutteloos zou zijn om de beschrijving hier te herhalen. Ons huidige doel houdt meer verband met de vraag hoe het verschijnsel van de mysterieuze vorming van de brieven tot stand komt. Sinnett zocht naar een verklaring van het proces, en kreeg het volgende antwoord van de mahatma die met hem correspondeerde:

Bedenk dat mijn brieven niet worden geschreven, maar worden afgedrukt of geprecipiteerd, waarna alle fouten worden gecorrigeerd. . . . Ik moet het [antwoord] overdenken, elk woord en elke zin zorgvuldig in mijn brein fotograferen voor het kan worden geprecipiteerd. Zoals een juiste compositie nodig is voordat een camera het beeld goed kan vastleggen op een scheikundig geprepareerd oppervlak, omdat anders – zoals men vaak bij slechte foto’s ziet – de benen van de afgebeelde figuur in geen verhouding lijken te staan tot het hoofd, enz., zo moeten we eerst onze zinnen ordenen, en elke letter die op papier moet verschijnen op onze geest afdrukken voordat ze gereed is om te worden gelezen. Dit is het enige wat ik u op dit moment kan zeggen.1

1. Vgl. De mahatma brieven aan A.P.Sinnett, TUPA, Den Haag, 1979, blz. 22, 25.

Sinds het bovenstaande werd geschreven, hebben de meesters toegestaan dat de sluier nog iets verder wordt opgelicht, en de werkwijze kan dus nu aan de buitenstaander wat beter worden uitgelegd.

Mensen met enige kennis over hypnose weten dat de gedachten van de hypnotiseur, ook al worden ze onuitgesproken in zijn denken geformuleerd, onmiddellijk worden overgedragen op de proefpersoon. Als de mesmerist voldoende krachtig is, is het voor hem niet nodig bij de proefpersoon aanwezig te zijn om dit te bereiken. Van sommige beroemde beoefenaars van deze wetenschap is bekend dat ze hun proefpersonen zelfs op een afstand van enkele dagreizen in slaap konden brengen. Dit bekende feit kan ons helpen om het relatief onbekende onderwerp dat we nu bespreken beter te begrijpen. Het schrijven van de genoemde brieven gebeurt door middel van een soort psychische telegrafie; de mahatma’s schrijven hun brieven zelden op de gewone manier. Er bestaat bij wijze van spreken een elektromagnetische verbinding op het psychische gebied tussen een mahatma en zijn chela’s, van wie er een optreedt als zijn amanuensis. Wanneer de meester op deze manier een brief wil schrijven, trekt hij de aandacht van de chela die hij voor deze taak uitkiest, door bij hem een astrale bel (die door zo veel van onze leden en door anderen is gehoord) te laten klinken, net zoals het verzendende telegraafkantoor een signaal zendt naar het ontvangende kantoor vóór het versturen van de boodschap. De gedachten die in het denken van de mahatma opkomen worden vervolgens gekleed in woorden, die mentaal worden uitgesproken en astrale stromen moeten volgen die hij naar de hersenen van de leerling stuurt. Vandaar worden ze door de zenuwstromen geleid naar de palmen van zijn handen en de toppen van zijn vingers, die op een magnetisch geprepareerd stuk papier rusten. Terwijl de gedachtegolven op die manier op het weefsel worden afgedrukt, wordt – door een occult proces dat hier niet kan worden beschreven – uit de oceaan van akasa (dat elk atoom van het zintuiglijk waarneembare heelal doordringt), materiaal aangetrokken en blijven er permanente tekens achter.

Hieruit is overduidelijk dat het succes van de hierboven geschetste manier van schrijven hoofdzakelijk afhankelijk is van: (1) de kracht en de helderheid waarmee de gedachten worden uitgezonden en (2) het vrij zijn van alle mogelijke verstoringen van de ontvangende hersenen. Voor de gewone elektrische telegraaf geldt precies hetzelfde. Indien, om een of andere reden de batterij die de elektrische stroom levert op een telegraaflijn de vereiste kracht verliest of als er een storing is in het ontvangende apparaat, dan wordt het verzonden bericht ofwel verminkt of op een andere manier slecht leesbaar. Het door Reuters agent in Simla naar Engeland gestuurde telegram over de classificatie van de meningen van de lokale overheden over de Criminal Procedure Amendment Bill, die tot zoveel discussie aanleiding gaf, geeft ons een aanwijzing over hoe onnauwkeurigheden in het proces van precipitatie kunnen ontstaan. Zulke onnauwkeurigheden komen in feite heel vaak voor zoals kan worden opgemaakt uit wat de mahatma in het bovenstaande fragment zegt. ‘Bedenk’, zegt hij, ‘dat mijn brieven niet worden geschreven, maar worden afgedrukt of geprecipiteerd, waarna alle fouten worden gecorrigeerd.’ We richten ons nu op de oorzaken van fouten bij precipitatie. Als we de omstandigheden waaronder fouten in telegrammen kunnen optreden in gedachten houden, zien we dat als een mahatma op een of andere manier uitgeput raakt of zijn gedachten tijdens het proces laat afdwalen of niet de vereiste intensiteit kan bereiken in de astrale stromen waarlangs zijn gedachten worden geprojecteerd, of als de aandacht van de leerling is afgeleid waardoor in zijn hersenen en zenuwcentra verstoringen optreden, dit een goed resultaat in de weg staat.

Het is erg jammer dat voorbeelden van bovengenoemde algemene beginselen niet mogen worden gepubliceerd. De schrijver is overigens ervan overtuigd dat feiten waarover alleen hij beschikt dit artikel veel interessanter en leerzamer zouden hebben gemaakt. Er is echter genoeg onthuld om het publiek een idee te geven van veel ogenschijnlijke mysteries met betrekking tot geprecipiteerde brieven. Het zou alle serieuze en oprechte onderzoekers tevreden moeten stellen en hen krachtig aantrekken tot het pad van spirituele vooruitgang, dat als enige kan leiden tot kennis van occulte verschijnselen. Maar het gevaar bestaat dat het verlangen naar het grofstoffelijke leven in de huidige westerse mens zo sterk is dat hij niets zal krijgen wat hem niet toekomt, zolang hij zijn ogen sluit voor ongewenste waarheid. Ze zijn als Circe’s varkens.

‘Zij die niet eens zien hoe lelijk ze zijn’,

maar Ulysses zouden vertrappen omdat hij probeert hen hun verloren menselijkheid terug te geven.

– Anoniem


H.P. Blavatsky: Geselecteerde artikelen, Deel 2: 1882 – 1887, blz. 358-60
isbn 9789491433177, paperback, eerste druk 2016, bestel boek

© 2016 Theosophical University Press Agency
Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag