Theosophical University Press Agency

pagina achteruit Inhoudsopgave pagina vooruit

Verschillen in de tweede ronde

Betreft: Brieven 23A, 23B, blz. 159-61, 189-93

U weet dat de bouw van een planeetketen, dat wil zeggen het opbouwen van elke bol van een planeetketen – neem een willekeurige bol, bijvoorbeeld bol D van onze eigen keten – wat betreft de manier waarop dit gebeurt, precies parallel loopt met de afdaling van een menselijk ego vanuit devachan om zich te belichamen in de mensheid. De logos, de planeetgeest van onze bol, die zijn tijd gekomen acht, verlaat zijn nirvana en daalt door de lagere gebieden af in de stof om zijn lichaam op te bouwen, zijn bol; precies zoals het ego in devachan, als de devachanische periode is afgelopen, de krachtige tanhische aantrekking voelt, de invloed van deze oude gedachte- en begeerte-elementalen uit het vorige leven die op zijn bewustzijn gaan inwerken. Het ego in devachan wordt tot de oude plaatsen van handeling aangetrokken, het daalt af, bij wijze van spreken, het daalt af en treedt tenslotte – nog altijd als gevolg van aantrekking – die menselijke schoot binnen waartoe het door karma wordt aangetrokken.

Op precies dezelfde manier daalt de logos van de planetaire bol af uit zijn nirvana om deze bol op te bouwen, zoals het ego in de moederschoot zijn lichaam opbouwt. Eerst is er de kiem, die we het elementalenrijk kunnen noemen, dan volgt verdichting en verharding, die we het delfstoffenrijk kunnen noemen. Daarna gaat het groeiende embryo door de plantaardige stadia, die het plantenrijk kunnen worden genoemd; daarna gaat het door de dierfase en kan worden aangeduid als het menselijke dier, wat het inderdaad is. En dan wordt het geboren. Maar de recapitulatie van alle vroegere evolutionaire ervaringen of het karma vindt in de baarmoeder plaats, door het ego en zijn banden met de tanhische elementalen. Zij verschijnen als eerste op het toneel.

Zo gaat het ook met de bouw van de bol: het zijn de dhyani-chohans van de vorige planetaire ketenbelichaming, in ons geval de maan, die samen met de elementalen van die bol, tijdens de eerste ronde het ontwerp maken, de blauwdrukken vormen voor de bol-in-wording. Zijn de blauwdrukken eenmaal gevormd, het huis gebouwd, de kamers ingedeeld, de vensters geplaatst, dan zal de bouwer tenslotte – ook al was hij misschien zelf de timmerman tijdens de bouwperiode – zijn huis betrekken en begint hij een leven van gewoonten: dit is mijn slaapkamer, dit mijn werkkamer, deze ruimte is mijn keuken, enzovoort.

Dit zijn de dingen die in de eerste ronde worden gedaan en die overeenkomen met het leven in de baarmoeder van het zich wederbelichamende ego, voordat het als kind wordt geboren. Eenmaal als kind geboren, is het vanaf die tijd een kind; het gaat niet meer door de stadia van een elementaal, een mineraal, een plant of een dier om het mensenrijk te bereiken. Het groeit alleen maar, het is al mens. In de biologie, in de embryologie en dergelijke wetenschappen noemen we dat recapitulatie, en dat is precies wat de planeetgeest van onze bol en de aanwezige elementalen tijdens de eerste ronde doen – hij recapituleert de hele voorafgaande evolutionaire geschiedenis van de aarde, sinds eonen geleden en doorloopt heel snel de geschiedenis van dat verleden.

Houd het woord recapitulatie in gedachte. Wat in de eerste ronde gebeurt is een snelle herhaling van de hele voorafgaande geschiedenis; en daarom moeten de tien klassen van monaden, waarvan de mensenfamilie er één is, tijdens die eerste ronde elk natuurrijk doorlopen om hun bijdrage te leveren aan de bouw van de bol; precies zoals het ego en de elementalen dat doen in de menselijke baarmoeder. Ze werken samen om het lichaam van het kind op te bouwen en herhalen in de negen maanden zijn evolutionaire geschiedenis. Dit moet nu duidelijk zijn en het is eenvoudig genoeg. In de eerste ronde wordt de hele voorgeschiedenis van de planeetgeest en van de begeleidende elementalen en de wezens, klassen van monaden, in het kort herhaald. Ieder van hen moet door het eerste elementalenrijk gaan, het opbouwen door middel van het tweede elementalenrijk, het opbouwen door middel van het derde elementalenrijk, dan door het delfstoffenrijk, dan door het plantenrijk, door het dierenrijk, dan door het mensenrijk; en de drie rijken van de dhyani-chohans, zodat als de eerste ronde is beëindigd, deze periode van geschiedenisherhaling de bol heeft voortgebracht.

De hele verdere geschiedenis bestaat uit het consolideren, ontwikkelen en de uiteindelijke vervolmaking. Het is heel eenvoudig. Hoe waar is de uitspraak dat de sleutel tot het begrijpen van de natuur, waaronder de mens, de analogie is. Denk aan het oude axioma van Hermes: Zo boven, zo beneden. Wat beneden is weerspiegelt wat boven is. Als men de geheimen van de wetten in de onzichtbare rijken wil ontdekken, zet dan de ogen wijdopen, niet alleen van het gewone, gebruikelijke, het aangeleerde zien, maar richt uw geopende oog van inzicht op wat om ons heen is en lees overal de mysteriën van de natuur, in stenen en bomen, in de planten en hemellichamen, zelfs in de schatkamer van het menselijke hart. Alles kopieert al het andere, want de natuur heeft één fundamentele wet waardoor alles in het heelal één patroon volgt op welk gebied ook.

Bedenk dat het hoogste en het laagste aan het werk van de evolutie beginnen: het hoogste levert het ontwerp van de architecten, het laagste zijn de bouwers, de metselaars in dienst van het bouwplan, dat als instinct op de bouwers is afgedrukt, als automatische reacties op prikkels; en zo wordt de natuur opgebouwd, niet alleen de bollen, maar ook zonnen, heelallen, melkwegstelsels, het hele leven door, alles volgens één kosmisch fundamenteel patroon.

Welnu, ik heb nooit gezegd dat de menselijke levensgolf, te beginnen met de tweede ronde, aan alle andere levensgolven voorafgaat. Wat ik ook gezegd of geschreven mag hebben, dat beslist niet. Let wel: alle levensgolven – dat wil zeggen groepen monaden of levende wezens die zo op elkaar lijken dat ze een familie vormen, zoals wij mensen, zoals de dieren, zoals de planten of zoals de goden, elk daarvan noemen we een levensgolf – alle levensgolven volgen elkaar op rond de zeven of twaalf bollen in de volgorde die ze altijd aanhouden. Daarom zou het onmogelijk zijn dat de menselijke levensgolf voorafgaat aan alle andere levensgolven bij het begin van de tweede ronde of grote periode van manifestatie. De tweede ronde begint met de binnenkomende elementalenrijken, gevolgd door het delfstoffenrijk, gevolgd door het plantenrijk, gevolgd door het dierenrijk, gevolgd door het mensenrijk en de mens wordt gevolgd door de drie dhyani-chohanische rijken.

Wat wordt bedoeld als er wordt gezegd dat te beginnen met de tweede ronde de procedure die in de eerste ronde werd gevolgd verandert, is eenvoudig dit: De eerste ronde wordt in beslag genomen door de bouw van de fundamenten van de zeven of twaalf bollen die onze planeetketen vormen. De bovenbouw komt tot stand in de latere zes ronden. De bovenbouw groeit uit tot een tempel van intelligentie en leven, bewoond door families van wezens, waarvan de hiërarchie van de mens er één is. Dit betekent dus dat elk van de levensgolven tijdens die eerste ronde zijn bijdrage moet leveren om het werk van de eerste ronde te voltooien, op zevenvoudige of twaalfvoudige wijze, omdat er zeven levensgolven of klassen van zielen zijn, of twaalf, afhankelijk van de manier waarop men ze telt.

Daarom moet tijdens de eerste ronde elk van deze klassen van monaden of groepen van zielen of levensgolven zijn eigen svabhavische of karakteristieke bijdrage leveren aan de bouw van de fundering. Als de fundering eenmaal is gelegd, dan hoeven de architecten, die het hoogste deel vormen van de verschillende levensgolven, niet langer allen af te dalen in de grofste materie om de fundering te bouwen. Zij beginnen in de tweede ronde aan het optrekken van de bovenbouw.


Aspecten van de occulte filosofie, blz. 332-5

© 1999 Theosophical University Press Agency

Daal en Bergselaan 68, 2565 AG Den Haag